William Kentridge over More Sweetly Play the Dance
'Soms is de vreugde niet te stoppen'
William Kentridge (rechts) tijdens de opnames van More Sweetly Play the Dance. Foto: Stella Olivier
Animatie, houtskooltekeningen, geluid, muziek en stopmotion. Op onnavolgbare wijze en met wat hijzelf ‘stenentijdperktechniek’ noemt, smeedt alleskunner William Kentridge ze aan elkaar. Zijn films zijn associatieve carrousels, waarin beelden worden gestapeld, uitgegumd, versmolten. Verhalen en verwijzingen buitelen over elkaar. De kern is vaak historisch – van de genocide op het Hererovolk in 1904 tot de Russische avantgarde in de jaren twintig. Zijn Zuid-Afrikaanse wortels klinken door in de thematiek: ras, macht, geweld. Maar de esthetiek is tijdloos en universeel.
Een Kentridge-tentoonstelling stond al op het verlanglijstje van EYE nog voordat het nieuwe gebouw betrokken werd. Nu presenteert het filmmuseum het grootste overzicht dat ooit in Nederland te zien is geweest.
Speciaal voor de gelegenheid maakte de kunstenaar een nieuw werk: More Sweetly Play the Dance. Op de klanken van koperblazers en accordeon trekt in silhouet een bonte optocht voorbij, die doet denken aan een begrafenisstoet, processie en vluchtelingenstroom.
More Sweetly Play the Dance is monumentaal: een fries van acht schermen over een lengte van 45 meter. Hoe is het tot stand gekomen? "Ik wilde me verhouden tot de ruimte van het museum, de harmonica-achtige lange wand in het bijzonder. Ik heb eerder processies gebruikt in mijn werk, maar niet eerder op dit formaat. Normaal zou je de band zien komen en vertrekken voordat de skeletten er aankomen. Nu staan ze samen in hetzelfde beeld. Dat geeft een bijzondere ervaring van tijd, het verstrijken van tijd en de relativiteit ervan.
"Daarnaast kon ik deze projectie niet naadloos aan elkaar plakken; het was technisch erg lastig. Op sommige plekken is de overlap van het ene scherm naar het volgende vrij goed, op andere juist schokkerig. Als ik een recht scherm voor de muur had geplaatst en daarop had geprojecteerd, was dat storend geweest. Maar nu oogt die fragmentatie vrij natuurlijk."
Muziek is cruciaal in dit werk. Hoe heeft u die geselecteerd? "Als ik een werk af heb, ga ik de bijpassende muziek zoeken. In dit geval heb ik honderden YouTube-fragmenten bekeken van fanfares. Uiteindelijk stuitte ik op één geweldig fragment. Het bleek een band te zijn die verbonden is aan een kerk op zo’n honderd kilometer van Johannesburg. Na uitgebreide onderhandelingen met de bisschop, kwamen twintig bandleden naar mijn studio. In EYE klinkt het best stevig, maar geloof me, het is niets vergeleken met het oorverdovende geluid dat ze maakten in mijn kleine studio."
Hoe moeten we de dansers achter de band interpreteren? "De ronddraaiende figuren doen denken aan dansers in de Zion Christian Churches [een Zuid-Afrikaanse vorm van christendom met animistische elementen; ED] die rondtollen totdat ze in een trance terechtkomen. Maar dit is natuurlijk ook een soort danse macabre. In de middeleeuwen, ten tijde van de pest, dacht men dat je, zolang je danste, niet kon sterven. Heel wat mensen hebben zich zo dood gedanst."
Een aantal deelnemers aan de stoet houdt grote silhouetten van hoofden omhoog. Wie zijn dat? "Je moet het zien als de heiligenbeelden die in een processie worden meegedragen. Hier zijn het meer een soort archetypen. Er zit een held uit de Chinese revolutie tussen, een mijnwerker, een oude Romein. De mensen in de processie dragen hun geschiedenis en achtergrond mee in de vorm van die hoofden."
Uw meeste werk hiervoor was puur zwart-wit. Nu schemert er af en toe kleur in door. Waarom is dat? "Mijn vorige processies zagen er veel meer uit als een schimmenspel. Hier heb ik een flinter licht toegelaten zodat de figuren balanceren tussen silhouet en ruimtelijkheid. Vooral de roodtinten komen goed tot hun recht, maar ook het groen en blauw is subtiel. Niet alles is van tevoren bedacht; ik heb ook wat gelukjes gehad."
Werkt u altijd intuïtief? "Absoluut. Het is mijn ervaring dat films beter worden als ik zonder storyboard of script werk. Beelden krijgen dan de ruimte om volgende beelden te suggereren. Of om plots op een andere plek in het werk terecht te komen. Het is een bewuste strategie om het onverwachte toe te laten."
Is More Sweetly Play the Dance een treurmars of een feestelijke optocht? "Beide. Maar eigenlijk gaat het helemaal niet om het onderscheid tussen geluk en verdriet, tussen goed en slecht. Dat soort ethische vragen worden in het maakproces getransformeerd tot formele beslissingen: moet een figuur zo bewegen of zo? De betekenis komt pas op het einde. En die is niet eenduidig. ‘Hoe kunnen mensen overleven in ellende, wat weerhoudt ze van zelfmoord?’, denk je wel eens bij het zien van het journaal. Maar dat is een buitenstaandersblik. Soms is de vreugde gewoon niet te stoppen."
De Kentridge-zomertentoonstelling If We Ever Get to Heaven is te zien in EYE Amsterdam tot 30 augustus 2015.