World Wide Angle (NL) – 28 augustus 2014
Het JW Effect
De Australische filmcriticus Adrian Martin kijkt naar opvallende discussies en tendensen rond filmmakers.
Door Adrian Martin
Gewoon voor m’n plezier ben ik een tijdje terug opnieuw wat films gaan kijken met de Amerikaanse acteur James Woods. Sommige van mijn meest intense herinneringen aan cinema (en cinefilie) uit de jaren tachtig zijn verbonden met films waar hij in zit: van David Cronenbergs Videodrome en Sergio Leone’s Once Upon a Time in America (vandaag geaccepteerd als klassiekers) tot meer onbekende juweeltjes als James B. Harris’ Cop (1988) en John Flynns Best Seller (1987, geschreven door Larry Cohen).
Pas toen ik — 32 jaar te laat — een andere samenwerking van Harris en Woods zag, de intrigerende gevangenisfilm Fast-Walking (1982), realiseerde ik me iets essentieels. James Woods is meer dan een fantastische acteur waar je dwangmatig naar blijft kijken. Gedurende een aantal bijzondere jaren hielp hij zelfs een totaal nieuwe filmstijl creëren (inclusief scenarioschrijven), die geïnspireerd was op, en afgestemd op, waar hij als acteur toe in staat was.
Als Woods het middelpunt van een film is, dan is hij ook echt het middelpunt: alles is gericht op zijn acties, en vooral, zijn réacties op wat er om hem heen gebeurt. Woods’ sterimago is 100 procent ironisch, cynisch, sarcastisch: hij neemt ons mee in die sceptische, afstandelijke, altijd-kritische blik op de wereld. Maar zelfs binnen zo’n broos omhulsel blijft hij speels: een typische Woods-beweging naar zijn gesprekspartner is iets als: ‘Alles wat je nu zegt is totale onzin, maar praat nog wat meer, ik hou er wel van.’
Dus, het script en de mise en scène moeten ruimte maken voor Woods en z’n steeds veranderende reacties op een situatie uittekenen. In de loop van welke scène dan ook — zelfs in de loop van één enkele, statische, close-up — zal hij door een aantal verschillende reacties gaan, in wisselende sequentie: hij zal berouw tonen, ongeloof laten zien, sluwe spot, en even witheet worden.
Z’n lichaamstaal laat die toestanden zien in snel opeenvolgende hand- en vingergebaren, ophalen van schouders, snelle passen of trage implosies. Zijn stem breekt in het midden van een zin, verandert van toon of hoogte: terwijl zijn ogen intensiteit uitstralen. Woods is een van die acteurs die echt kan luisteren naar de persoon waar hij naast acteert — en hij verandert dat luisteren in z’n eigen, dwingende spektakel.
Er is een ‘voor’ en ‘na’ in die gouden eeuw van het JW Effect. In vroege rollen voor Elia Kazan (The Visitors, 1972) of Arthur Penn (Night Moves, 1975), gebeurt het nog niet. Er zijn regisseurs die hem nog niet echt ‘zijn ding’ lieten doen, zelfs niet tijdens de gloriedagen: Leone, Jonathan Kaplan (Immediate Family, 1989). En er is een fase waarin hij van het voetlicht (als de acteur 50 wordt) verschuift naar tweederangs rollen, in Martin Scorsese’s Casino (1996) of de Oliver Stone-dubbel Nixon (1995) en Any Given Sunday (1999).
Maar er is niettemin een bizar stuk popcinema, Joseph Rubens True Believer (aka Fighting Justice, 1989), dat hem samenbrengt met Robert Downey Jr. en, aan het eind van de jaren negentig, twee regisseurs die, op twee hele verschillende manieren, snappen wat er mogelijk is als Woods frontaal en centraal in een film staat: Larry Clark in Another Day in Paradise en John Carpenter in Vampires (allebei 1998).
Woods coproduceerde Clarks film, net als bij Cop. Roger Ebert omschreef de eerste als "sleazeball" en de laatste als een "gewelddadige, zieke, overbedachte exploitatiefilm": maar in beide recensies deed hij z’n best om de creatieve bijdrage van Woods te prijzen. Die redenering is gebaseerd op een waardeloos filmtheoretische uitgangspunt en een slechte filmkritische praktijk, die doen denken aan het uitgangspunt van Entertainment Tonight: ‘als het goed is, is dat dankzij de acteurs, en als het slecht is, dan kunnen de acteurs het misschien nog redden.’
Het is juist zo dat Woods daar samenwerkte met regisseurs die hem begrepen. En dat alles wat sleazy, gewelddadig, ziek en cynisch was in die films, ons direct meeneemt naar het hart van zijn opmerkelijke filmische acteren.