World Wide Angle (NL) – 28 april 2011

  • Datum 28-04-2011
  • Auteur
  • Deel dit artikel

De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt het wereldwijde web af. Hij becommentarieert opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines en blogs. Deze maand de 41ste aflevering: ‘Parels en modder’.

Filmkritiek heeft op z’n minst twee snelheden, twee tijden. Je hebt de lange duur, de tijd van retrospectie en het terugkijken met nieuwe kennis, een afstand die je in staat stelt een afgemeten oordeel te geven en de context te zien. Dit is de tijd die filmwetenschappers en filmgeschiedenisboeken gebruiken, en critici die in hun artikelen vrijelijk terugkijken om trends, bewegingen en cycli te beschrijven.
We hebben de neiging om die kritiek met lagere snelheid meer gewicht, meer autoriteit toe te kennen. We hebben vertrouwen in wat onderzocht, gefilterd en nauwkeurig bekeken is en we zijn vertrouwd met canons, omdat die lijstjes van ‘beste’ en ‘belangrijkste’ films (per jaar, decennium, eeuw, land, ter wereld) ons de moeite besparen zelf al die middelmatige of onbelangrijke films te moeten kijken. Tenminste, dat denken we, van onze veilige afstand.
Filmcritici zijn vaak vertwijfeld over hun beperkte culturele invloed. Maar in feite is er een zeer reële, soms zelfs schadelijke culturele macht die ze uitoefenen: de films die zij collectief noemen en herhalen, steeds opnieuw, dat zijn de films die verankerd worden in het collectieve geheugen. Al het andere valt weg door de verwering van de vergetelheid.
Maar filmkritiek heeft ook een andere tijd. Dat is de tijd van het eeuwige heden, van de films die in bioscopen en op festivals te zien zijn, een voor een, elk van hen fris en nieuw. Dit is het ondoordringbare, oneindige woud van hedendaagse films, waar journalisten, entertainmentverslaggevers en maandbladen in doordringen, of ze nou low-brow populistisch of high-brow cinefiel georiënteerd zijn, print of online. De Filmkrant zou op dit slagveld schouder aan schouder moeten staan met Cahiers du cinéma (de Franse en de Spaanse editie), Sight and Sound, Otros Cines, Film Comment en zo veel anderen.
Sommige overleven, sommige verdwijnen: dat ligt in de aard van het bladen uitgeven en van de economie. Ik heb geschreven voor tijdschriften die maar één nummer bestaan hebben (meest gekoesterde vermelding op mijn curriculum vitae: Eye International, 1986, Volume Zero Issue Zero), en voor andere die vijf, tien, twintig jaar lang verschenen. Het is een zeldzame prestatie voor een tijdschrift als de Filmkrant — een gratis blad nota bene — om het dertig jaar lang vol te houden. Welk blad houdt het nou zo lang vol zonder in een instituut te veranderen, in de meest rottige betekenis — voorspelbaar, overbekend, dogmatisch, ongevoelig voor welke verandering van buiten dan ook?
De hoge snelheid van dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse filmkritiek heeft veel te maken met een tijdschrift dat op z’n plek blijft staan, maar tegelijk in staat is te veranderen, te reageren op en zich aan te passen aan de tijd. Je moet kunnen omgaan met elke nieuwe wind die zich aandient: soms vallen de oude standaardmodellen om films te beschrijven gewoon uit elkaar, en probeer je op de tast een nieuwe genre, een nieuwe stijl, een nieuwe expressie te vinden. Maar nooit heb je de tijd om die oordelen in een weloverwogen, nieuw systeem op te nemen omdat nieuwe films zich alweer aandienen. De net ontwikkelde intuïtieve ideeën moeten worden doorgeschoven naar de filmkritiek met die andere snelheid, de filmkritiek van de lange duur.
Natuurlijk kleven er problemen aan om altijd zo ‘dicht bij het vuur te staan’. Zonder perspectief bestaat het risico van te veel zien, in psychische en emotionele zin: om in alles de tijdgeest te herkennen, om films tot meesterwerken uit te roepen terwijl die nooit het oordeel van de Geschiedenis zouden doorstaan. Maar wat maakt het uit? Voor de filmkritiek van de hoge snelheid is er nauwelijks tijd voor een time-out, of om nog eens ergens op terug te komen — geen manier om het riskante spel van spontane, onmiddellijke kritiek te vermijden.
Aan de redactie en schrijvers van de Filmkrant zeg ik, bij hun dertigste verjaardag: blijf erin duiken, beste vrienden, en blijf snel aan het oppervlak komen, met jullie opgedoken parels en jullie handen vol modder. Want het is allemaal goed.

Adrian Martin | vertaling Ronald Rovers

Geschreven door