World Wide Angle (NL) – 26 maart 2016

Jean-Luc Godard
De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt voor de Filmkrant het wereldwijde web af. Als correspondent becommentarieert hij opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines, weblogs etc. Aflevering 14: De tekst zelf.
Hoewel veel filmliefhebbers zich er niet van bewust zullen zijn, liggen over de hele wereld faculteiten Filmstudies met elkaar overhoop. In wezen gaat het hierom: moeten we films op zichzelf bestuderen, als kunstwerken, als ’teksten’, of moeten we allerlei processen om de film heen, het ‘Umfeld’ van de film, erbij betrekken: de vertoning en distributie en marketing, het oordeel van het publiek (verschillend per land, en voor alle lagen van de bevolking) en het discours (in de pers, in de politiek, in kerken) dat bij de film past en er soms met veel rumoer betekenis aan hangt?
Aan de ene kant hebben we de mensen die afwisselend de tekstualisten of de formalisten worden genoemd. Vaak zijn het cinefielen die ervan houden om films steeds weer opnieuw te bekijken. In de woorden van Hilary Radner, die de strijd ‘live’ zag tijdens een Britse conferentie over Godard (zie: sensesofcinema.com/contents/festivals/01/15/godard_for_ever_review.html): "De formalistische tendens komt voort uit een verlangen om de processen en bewegingen van film als object en medium zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven… het wil de specifieke eigenschappen van film als kunst signaleren en begrijpen… het belang en de vooruitziende blik van die kunst… van dat waartoe alleen cinema in staat is."
Aan de andere kant hebben we degenen die tegenwoordig bekend staan als de ‘historici’ of zelfs de filosofen van film. Een van de prominenten onder hen is Richard Maltby, die in november naar een Film en Geschiedenis-conferentie in Nieuw-Zeeland kwam (zie otago.ac.nz/fhaanz2008/index.html) om aan te kondigen dat er nu een "alternatieve onderzoeksagenda" is naast de "productie en interpretatie van films" waar tot nu toe vrijwel alle aandacht naar toeging. Maltby doet dat laatste af als "kunstgeschiedenis en symptoomanalyse": de nieuwe focus, op het moment (volgens hem), ligt op "de economische, politieke en institutionele achtergronden van distributie en vertoning, en op de sociale achtergronden van het cinema-publiek."
Deze polemische strijd heeft in een of andere vorm al decennialang plaats op wetenschappelijke conferenties of seminars: tussen hen waarvan gezegd wordt dat ze alleen in de tekst zelf zijn geïnteresseerd, en hen waarvan gezegd wordt dat ze alleen zijn geïnteresseerd in wat ‘achter’ of om de tekst heen gebeurt. Uiteindelijk is dit een discussie over betekenis, over hoe de betekenis van een film tot stand komt: ontstaat die betekenis ‘van binnenuit’, door esthetiek en genreconventies en auteurs (al die ouderwetse dingen), of ‘van buitenaf’, opgelegd door een sociale en historische context?
Dus het is een strijd tussen zij die vinden dat films ‘compleet’ zijn en alles in zich dragen als studieobject, en zij die aannemen dat films ‘leeg’ zijn, onbeschreven tot ze door een sociaal discours beschreven worden.
De grote vraag, aan het eind van de dag, is natuurlijk: waarom zouden we moeten kiezen tussen deze twee extremen? Is er ooit een esthetische criticus geweest die geloofde dat ‘de wereld’ geen enkele rol speelde in het bepalen van de betekenis van een film? Of was er ooit een historicus-filosoof die ophield met film kijken en van films genieten als op zichzelf staande dingen?
We worden hier ongetwijfeld geconfronteerd met de meedogenloze logica van de intellectuele/academische mode die dicteert dat de ‘oude manier’ van filmkijken (wat die dan ook is) dood en verdwenen is, terwijl we de ‘nieuwe manier’ moeten omarmen en officieel instellen als een krachtige, trendsettende ‘agenda’.
Tot in lengte van dagen zullen critici en cinefielen zichzelf zo nu en dan aangetrokken voelen tot één van deze ontegenzeggelijk aantrekkelijke en fanatieke extremen: de waarheid, daarentegen, zal altijd gezocht moeten worden in het midden.
Adrian Martin | vertaling Ronald Rovers