World Wide Angle (NL) – 26 augustus 2011

  • Datum 26-08-2011
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Alphaville

De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt het web af en becommentarieert opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines en blogs. Deze maand de 44ste aflevering: ‘Zeroville’

Als er één manier is om een filmartikel te beginnen die ik nooit meer tegen wil komen, dan is het de ‘bij nul beginnen’-reflex die steevast gebruikt wordt om stukken te beginnen over a) geluid in cinema en b) acteren in cinema. In feite zeggen zulke artikelen altijd hetzelfde: geluid en acteren zijn eigenlijk nog nooit goed geanalyseerd, omdat het zo lastig is om vat te krijgen op zulke ongrijpbare elementen van het filmmedium. Gelukkig is er dan de auteur die heldhaftig komt binnenrijden om het gat te vullen met een paar systematische proposities… Maar omdat een ‘kritische massa’ zo zelden bereikt wordt, valt het hele proces terug naar nul en beginnen we weer opnieuw.
De literatuur — niet bepaald een kleine hoeveelheid — over geluid en acteren staat daardoor vol met veelbelovende eerste aanzetten en openingssalvo’s. Niemand neemt ooit de moeite om alles bij elkaar op te tellen en samen te brengen, wat jammer is, en een verlies. En de obstakels voor echte kennis die ook steevast worden opgetrokken zijn valide, tot zekere hoogte: inderdaad maakt onze beeldgerichte cultuur ons doof voor waar geluid toe in staat is; en inderdaad is het door onze auteur-reflex lastig om hypothetisch uit elkaar te halen wat de regisseur heeft bepaald en wat de acteur zelf heeft bijgedragen.
Maar laten we asjeblieft ophouden met huilen over hoe lastig het is en gewoon aan het werk gaan. De precedenten, de modellen, de voorbeelden en de casestudies zijn er: het is tijd om ze te verzamelen en te gebruiken. Alleen omdat er geen goed, omvattend handboek is over deze zaken betekent niet dat de instrumenten niet beschikbaar zijn. Weliswaar verspreid over verschillende tijden, plaatsen en talen, maar beschikbaar.
Hier liep ik de laatste tijd mee rond, vooral die kwestie over dat filmacteren. Er zit een moment in Jean-Luc Godard’s Alphaville (1965), een dertig seconden durende cameo van Jean-Pierre Léaud (JPL) , die een subtiele en sublieme versmelting laat zien van de stijl van de acteur en de vorm van de regisseur. Shot 1: JPL rolt als liftjongen een dientafeltje de hotelkamer binnen; de camera rijdt met hem mee totdat hij met een snelle, neurotische beweging de poëziebundel in Anna Karina’s handen vervangt door een staatserkend boek. Shot 2: vanuit een andere camerahoek gezien voltooit hij het gebaar. Maar dit is geen normale cut-on-action omdat, in het tweede shot/take, JPL’s gebaar opvallend langzamer is. Het montage-effect is zinderend, en de vertraging die Godard in die fractie van een seconde laat zien, is een analoge vooruitblik van het digitale effect dat nu bekendstaat als ‘speed ramping’.
Het mooiste van alles in deze scène is de waardering, diep van binnen, die JLG duidelijk heeft voor JPL’s onvoorspelbare, altijd ontvlambare acteermodus: in plaats van het geleidelijk wegmoffelen van de discrepanties in JPL’s spel tussen de ene take en de volgende, laat JLG zich in z’n montage juist leiden door Léauds eigenaardigheden. Of in filmtheoretische termen: het mechanische dispositief van film brengt een ode aan het (post)menselijke dispositief van een buitengewone acteur.

Het internet is geen slechte plek om te gaan vissen naar de materiële appreciaties van het acteursambacht, en hoe dat ambacht samengaat met filmische strategieën. Er zit, tenslotte, niet bepaald iets mystieks, ondefinieerbaars of ongrijpbaars aan: een acteur beweegt of spreekt, en de film vindt manieren om die lichamelijke en vocale acties te vangen, monteren, vastleggen en mixen. Kent Jones (editor-at-large van Film Comment) bracht laatst een gevoelig eerbetoon aan Robert Ryan (mubi.com/notebook/posts/lonelyheart). Kimberly Lindbergs onthult het geheim van Geneviève Bujold’s rol in de vergeten Canadese film Isabel (1968) (moviemorlocks.com/2011/07/14/genevieve-bujold-is-isabel-1968/). En veel YouTube collages van de eigenaardigheden van acteurs — JPL is een geliefd onderwerp — doen ons realiseren dat onze studie van acteren in cinema helemaal niet naar ‘Zeroville’ (of Béla Balázs’ 1924 Visible Man) terug moet.

Adrian Martin

Geschreven door