World Wide Angle (NL) – 23 januari 2016

  • Datum 23-01-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt voor de Filmkrant het wereldwijde web af. Als correspondent becommentarieert hij opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines, weblogs etc. Aflevering 24: ‘Cheerleaders’.

Ik heb altijd gedacht dat er twee soorten cinefielen zijn. De eerste soort is de meer publieke, en de meer bekende: de criticus-cinefiel. Dit is de persoon die schrijft, spreekt, doceert, publiceert; de persoon die films doorspit en ze verbindt en analyseert. Van oudsher heeft onze cultuur van trainen en leren de criticus boven de andere cinefielen verheven, en wordt ze nerveus wanneer die positie wordt bedreigd door veranderingen — vandaar de vele forums en discussies (waarvan sommige nogal ouderwets) op het moment over ‘de functie van kritiek’. Filmcritici (zoals we constant te horen krijgen) zijn een bedreigde soort, op de rand van uitsterven — en veel intelligente mensen zien dit als een symptoom van een grotere crisis in onze cultuur.
Maar ik vraag me af of dat waar is. Want er is nog een ander soort cinefiel die altijd náást de bekende criticus heeft bestaan, en hem of haar in aantallen ver overtreft: die noem ik de cheerleader-cinefiel. De cheerleader is geen analist en meestal geen docent of iemand die over films publiceert of uitzendt. Misschien verbindt hij zich niet eens met een groep. Waar een criticus na een screening altijd de discussie zoekt (of een plek om een monoloog te houden), zinkt de cheerleader weg in een gelukzalige stilte. Waar de criticus serieuze boeken verzamelt, prefereert de cheerleader kleurrijke posters, briefkaarten, zelfs handtekeningen van filmsterren (als de ster tenminste iemand als Anna Karina is).
En waar een criticus serieuze boeken schrijft (mits iemand ze nog wil publiceren), heeft de toegewijde cheerleader de neiging te werken voor een specialistische dvd-distributeur, zoals hij vroeger zeldzame 16mm prints kocht (en voorzichtig uitleende). De cheerleader is meer als de kunstliefhebber die werkelijk schilderijen koopt en ze aan de muur hangt om te bewonderen, dan als de kunstcriticus die er vandoor gaat om uit het hoofd een waardering voor het werk te schrijven of te reproduceren in een glossy tijdschrift.
Ik gebruik het woord cheerleader niet kleinerend zoals Harold Bloom dat beschreef in The Western Canon uit 1994 — als term voor mensen die modieuze verschijnselen toejuichen. Nee, cheerleader-cinefielen cultiveren een levenslange bezieling voor de cinema waar zij verknocht aan zijn — en het publiek voor Film Festivals en Cinematheques over de hele wereld zou zonder hen een stuk kleiner zijn.
Wat heeft het internet betekend voor de wereld van de filmwaardering? Het heeft de critici niet precies gedecimeerd — maar het heeft zeker de zichtbaarheid van de cheerleaders vergroot. Misschien zijn zelfs tachtig procent van de beste websites (blogs, magazines, etc) over cinema cheerleading van aard. Cheerleaders schrijven weinig, maar ze linken veel, naar teksten en naar beelden; soms doen ze ook het onbetaalbare werk van de cross-culturele vertaling.
Dit betekent niet dat we de critici tegenwoordig minder waarderen, of minder aandacht aan hen besteden. De Jonathan Rosenbaums of Roger Eberts (kies maar afhankelijk van uw smaak en sensibiliteit) behouden zonder moeite hun autoriteit als experts, historici en geleerden. Hun invloed gaat zelfs ver voorbij de invloed die een Andrew Sarris of een Serge Daney genoten in hun voornamelijk lokale, parochiale milieus in het New York of Parijs van de jaren zestig, zeventig en tachtig. Wat veranderde is simpelweg de economie of de balans van de gemeenschap van cinefielen, tenminste zoals die zich publiekelijk presenteert aan de wired world. Leve de cheerleaders!

Wordt vervolgd…

Adrian Martin | vertaling Ronald Rovers

Geschreven door