World Wide Angle (NL) – 1 mei 2014
Een tijd voor film
De Australische filmcriticus Adrian Martin kijkt naar opvallende discussies en tendensen rond filmmakers.
Door Adrian Martin
Wanneer ik weer eens een ‘Beste Films Aller Tijden’-lijstje zie, moet ik denken aan de filmmakers — vast en zeker goede en belangrijke filmmakers — die, in de meeste gevallen, niet in aanmerking komen voor de heiligverklaringen van zulke canons. Die vallen al heel vroeg af. Zoals Brian De Palma, Mario Bava, John Carpenter, Dario Argento, William Friedkin, zelfs Sergio Leone: het zijn slechts een paar van de regisseurs (ieder van ons kan er veel meer noemen) die ons werk hebben gegeven waar we van genieten en waarover we doceren en schrijven, dat we analyseren en koesteren.
Maar de lijstjes eren voor het grootste deel altijd dezelfde Grote Namen. Ambitieuze epische-visiefilmmakers zoals Welles, Coppola, Fellini en Kubrick. De Grote Humanisten, waaronder Ozu, Renoir, Mizoguchi en Ophüls. Hitchcock, wiens Vertigo (1958) sommige critici slechts vier of vijf decennia kostte om te herkennen als een meesterwerk (net als John Fords The Searchers (1955). Sommige stukken uit de Film-als-Kunst-vleugel van de oude kunstmusea: Dreyers The Passion of Joan of Arc (1927), Vertovs Man with a Movie Camera (1929). Uit de post-jarenzeventigcinema misschien net Kieslowski of Haneke. Maar alleen net: de jaren zeventig lijken voor veel van die lijstjes de onbewuste grens.
Meestal is er veel minder Komedie dan Drama op te vinden, behalve een politiek correcte Chaplin of (minder vaak) Keaton — hoewel, als het een hardcore cinefiel lijstje is, zouden Lubitsch, McCarey, Tashlin en Jerry Lewis kunnen opduiken, naast een minder terechte Billy Wilder voor Some Like It Hot (1959).
Sommige regisseurs zijn gewoon te veelzijdig voor hun eigen bestwil. Godard, Fassbinder, Ruiz: geen twee critici zullen overeenstemming bereiken over wat hun meesterwerken zijn, en dus worden hun complete oeuvres weggezet als Godardiaans, Fassbinderiaans en Ruiziaans, zaak gesloten. Korte films halen de lijst heel zelden, tenzij er fans van Maya Derens Meshes of the Afternoon (1943) of Humphrey Jennings Listen to Britain (1942) in de buurt zijn. Experimentele film, animatie, documentaire, tv… we hebben allemaal onze stokpaardjes als het gaat om dat deel van de wereldcinema dat routineus buiten deze selecties valt.
Maar terug naar die namen die het eerst in me opkwamen: vooral die van De Palma. Als het gaat om het belang van een regisseur als De Palma in de wereldcinema, is er een andere manier om naar de vraag te kijken. In het kort: sommige filmmakers zijn niet zozeer belangrijk vanwege de rijkdom van hun kunst (in conventionele termen), maar vanwege de rol die ze spelen in, en het belang dat ze hebben voor het leven van een kijker.
Wat er echt toe doet is de ontmoeting, op een belangrijk moment in je biografische ontwikkeling, met het werk van een bepaalde regisseur. Dus er is een tijd voor De Palma (bijvoorbeeld), in veel van onze autobiografieën, een tijd voor David Bowie, een tijd voor Sylvia Plath of een tijd voor Philip K. Dick.
Verschillende generaties cinefielen en aspirant-filmmakers vormden hun gevoel voor wat cinema kan zijn door het zien, voor de eerste keer, van Carrie (1976), Dressed to Kill (1980), Blow Out (1981), Carlito’s Way (1993) en Femme Fatale (2002). Het doet er niet toe of je vijftien was in 1976 of twintig jaar oud vandaag, of het een scherm in de Cinémathèque was of op een laptop: die vormende, opwindende ervaring is hetzelfde.
Voor de eerste keer een De Palma-film ontdekken en z’n schitterende uitgewerkte formele trouvailles in je opnemen, is alsof je ogen geopend worden door een grenzeloos vindingrijk spel met tijd, ruimte, narratief en perspectief. Cinema is meer dan De Palma, maar iedereen kan cinema beginnen te ontdekken via De Palma, zoals velen van ons gedaan hebben. En dat is geen kleinigheid.
Net zo min doet het er toe als we ons er op latere leeftijd van overtuigen dat we over die adolescente voorliefde heen gegroeid zijn, als je die achteraf zo kunt noemen: die heeft zich toch in ons vastgezet en heeft geholpen onze sensibiliteiten te vormen. En De Palma is een van de grote vormers van sensibiliteit van de moderne cinema.