World Wide Angle – 24 november 2016

  • Datum 24-11-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

SARABAND

De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt voor de Filmkrant het wereldwijde web af. Als correspondent becommentarieert hij opvallende discussies over films en filmmakers, in webzines, weblogs etc. Aflevering 1: ‘Oneigentijdse beschouwing’.

Het komt niet vaak voor dat de dood van een beroemde filmregisseur in de schaduw komt te staan van een debat onder critici. Maar dat is precies wat er gebeurde. Slechts enkele dagen na de dood van Ingmar Bergman op 30 juli verscheen er een krachtige polemiek in The New York Times door de geweldige Amerikaanse schrijver Jonathan Rosenbaum, getiteld ‘Scènes uit een overschatte carrière’.
Het artikel ontlokte een fel debat, op veel internet-sites, over de verdiensten en gebreken van Bergman als kunstenaar, en de werkelijke reikwijdte van zijn prestatie. De gemoederen zijn inmiddels weer bedaard, maar één punt dat door Rosenbaum te berde werd gebracht, verdient verdere discussie. Rosenbaum beweert dat Bergmans films ‘wel eens veel van hun relevantie verloren kunnen hebben’ omdat ‘hij zijn talent grotendeels wijdde aan het in stand houden en onsterfelijk maken van een oude wereld’ — dit in tegenstelling tot Antonioni, Welles en Tarkovski ‘die we ons herinneren vanwege hun diepgravende en veelzijdige investeringen in de moderne wereld’.
Tuurlijk hebben we dit gevoel allemaal wel eens gehad, als we nadachten over een van die gecanoniseerde, ‘oude meesters’ van de cinema — dat ze al een hele tijd geleden zijn los gekoppeld van die voorwaartse beweging van de geschiedenis. Dat ze, wat simpeler, voeling hebben verloren met het heden, levende anachronismen zijn geworden, en niet langer in de pas lopen met de problemen en gevoelens van deze tijd.
Vergelijk het met die vele figuren uit de Oost-Europese cinema van midden jaren vijftig tot begin jaren zeventig. Figuren als Szabo, Wajda, Skolimowski, Polanski en Zanussi die ooit zo opwindend waren, maar nu vooral lijken op al die ‘officiële’ voormannen van de ‘prestige’-cinema: ontheemde internationale coproducties, meestal fijn afgewerkte kostuumdrama’s gesitueerd in het verleden of gebaseerd op klassieke romans… Maar het is ook het geval met filmmakers die nog steeds relatief productief zijn, zoals Wenders of Chabrol, die los van welke publicitair goed begeleide beweging dan ook (zoals de Franse Nouvelle Vague of de New German Cinema) worstelen, van project naar project, om echt aansluiting te krijgen met het ‘heden’.
Doet ’t ertoe? Wat betekent het werkelijk voor ons, als critici of toeschouwers, om van een filmmaker te verlangen dat hij of zij ‘investeert in de moderne wereld’. Moeten we iemand verouderd verklaren, ouderwets, een dinosaurus? Als filmkijkers kunnen we alleen beoordelen of een film ‘pertinent’ is, of raak, of relevant, als die veelal mysterieuze ‘weerklank’ in onszelf ontstaat — dat is veel meer dan de oppervlakkige inhoud van een film, of het onderwerp of het thema — het is het gevoel dat het ons ‘raakt’, en dus betrekking heeft op iets dat, meer algemeen, van belang is voor de huidige wereld.
Wat als een filmmaker blijft bij datgene wat hij of zij het beste kent of het diepste voelt — als hij of zij besluit ‘om de eigen akker te ploegen’, dieper en dieper, terwijl de jaren verstrijken, zoals Rohmers producent ooit bewonderend over hem zei? Als hij of zij zich neerzet bij wat Nietzsche ooit ‘untimely meditation’ noemde, ‘oneigentijdse beschouwing’, vrij van de kortstondige invloed van de culturele mode of sociale actualiteit? Bergman koos zeker voor deze oneigentijdse, in feite obsessieve optie — en toen zijn laatste film saraband (2003) uiteindelijk verscheen en velen van ons diep raakte, voelden we toch ook niet de behoefte om te klagen dat hij ‘out of touch’ was?
Misschien dat enkele van de grootste filmkunstenaars weten wat veel critici niet weten: dat de geschiedenis hen zal blijven herontdekken, op die geheime momenten dat hun werk, opnieuw, begint te resoneren.

Adrian Martin | vertaling Belinda van de Graaf

Adrian Martin richtte vijf jaar geleden het internettijdschrift Rouge op (rouge.com.au). Hij is (co)auteur van een reeks filmboeken: Phantasms, Once upon a time in America, The Mad Max movies en Movie mutations: the changing face of world cinephilia. Twee boeken, over Brian De Palma en Terrence Malick, zijn in aantocht.

Geschreven door