World Wide Angle – 15 april 2016

  • Datum 15-04-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

EYES WITHOUT A FACE

De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt voor de Filmkrant het wereldwijde web af. Als correspondent becommentarieert hij opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines, weblogs etc. Aflevering 11: Hulden aan onbekende cinefielen.

Moderne historici hebben van een oud surrealistisch gezegde — ‘zelfs de lege plekken in de geschiedenis zijn welsprekend’ — een bezield ethisch credo gemaakt. De geschiedenis herbergt steeds meer lege plekken: verloren steden, aan flarden gescheurde documenten, gewone levens zonder testament. Filmmakers als Chris Marker, Harun Farocki en Edgardo Cozarinsky hebben zich gewijd aan de welsprekendheid van alles wat ontbreekt in tijd en ruimte — afwezige dingen die in al hun stomheid en onzichtbaarheid zoveel uitdrukken.
Het internet kan ons allen veranderen in historici van het vergetene, het verlorene, het kortstondige. Een cinefiel stuit soms op een eenzaam monument, ergens on-line, voor iemand wiens leven langere of kortere tijd samenviel met een passie voor film. Dit zijn mensen wier namen nauwelijks voorkomen in de officiële annalen van de filmcultuur; meestal is het een vriend, student of partner die de moeite heeft genomen om een piepkleine herinnering te posten aan hun vluchtige bestaan.
John Fraser (geboren in Londen in 1928, maar lange tijd gestationeerd in Canada) is een specialist van alles wat esthetisch is; als filmstudenten zijn werk herkennen, dan gaat het waarschijnlijk om zijn scherpzinnige boek Violence in the arts uit 1974. Frasers website jottings.ca bevat twee secties: de ene gewijd aan zijn eigen werk; de andere aan de herinnering aan zijn overleden echtgenote, de kunstenaar Carol Hoorn Fraser (1930-1991). Deze hulde is een van de mooiste sites op het world wide web. Er valt veel in te ontdekken, maar mijn aandacht werd vooral getrokken door de sectie ‘Pleasures’ en de subsectie ‘Movies’.
Hoorn schreef nooit over film, maar zoals Fraser getuigt: "Een paar woorden van haar veranderden de manier waarop ik naar films keek". In 1962 zag het koppel in Londen Georges Franju’s eyes without a face; aan het eind deed Fraser de film af als "de meest onplezierige film die ik ooit heb gezien", maar Hoorn hield vol dat het poëtisch was. Gelouterd begon Fraser Franse tijdschriften te lezen zoals Positif en Midi-Minuit Fantastique en critici als Freddy Buache en Ado Kyrou die met ideeën kwamen die op dat moment "simpelweg ontbraken in de ‘serieuze’ Engelstalige filmkritiek". Maar "als C. les yeux sans visage had afgedaan als onnodig walgelijk, zou mijn interesse voor Franju daar waarschijnlijk zijn geëindigd."
Het indrukwekkend getitelde Man and the movies was een boek dat ik — evenals Violence in the arts — op bibliografische zwerftochten in mijn vroege tienerjaren was tegengekomen. Het boek was in 1967 geredigeerd door W.R. Robinson — maar wie is deze Bill Robinson, en wie citeert hem vandaag de dag? In feite valt er op de site van de Golden String Press goldenstringpress.com een weinig bekend boek uit 2001 te ontdekken. Seeing beyond: movies, visions and values bestaat uit 26 essays, geschreven door de man en zijn vrienden, onder wie bekende namen als Annie Dillard, J.P. Telotte en David Lavery.
Het lijkt erop dat Robinson vanaf de jaren zestig een inspirerende leraar is geweest, en het karakteristieke van zijn onderwijs kan worden opgemaakt uit de titels van zijn essays: The movies, too, will make you free, The movies as a revolutionary moral force, If you don’t see, you’re dead: the immediate encounter with the image en The birth of imaginative man. Dick Sugg, de redacteur van het weinig bekende Seeing beyond: movies, visions and values complimenteert zijn mentor op dezelfde manier als Fraser deed. Robinsons cadeau aan zijn studenten is dat hij ‘het deed lijken alsof het leven van de geest en het leven in ‘real time’ niet zo ver van elkaar verwijderd waren als het soms leek’.

Adrian Martin | vertaling Belinda van de Graaf

Geschreven door