World Wide Angle – 11 mei 2016

  • Datum 11-05-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

SOMBRE

De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt voor de Filmkrant het wereldwijde web af. Als correspondent becommentarieert hij opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines, weblogs etc. Aflevering 10: Dode Tijdschriften.

Richard Wilson, een naaste collega van Orson Welles in de jaren dertig en veertig, vertelt een verschrikkelijk verhaal over verwaarlozing: de complete, onbetaalbare archieven van het Mercury Theatre (van scenario’s tot rekwisieten) waren ergens opgeslagen… totdat er niemand meer was om de rekening van de opslagruimte te betalen. Je vraagt je af: hoeveel van dit soort culturele archieven — van avantgardegroepen, kunstorganisaties, uitgeverijen, filmmaatschappijen — zijn in de loop van de tijd verdwenen, afgedankt, verspreid geraakt, omdat er geen ‘hoeder’ meer was die ten behoeve van het nageslacht de opslagrekening wilde betalen.
In de immateriële wereld van het internet lijken mensen ervan uit te gaan dat archieven onvergankelijk zijn — dat alles daar voor altijd zal blijven, zwevend in de ether. Maar ook daar moet de opslagfaciliteit — of de internetserver — regelmatig en prompt worden betaald, anders kunnen de pagina’s eenvoudig en voor altijd verdwijnen.
In de moderne economieën van het 21ste-eeuwse publiceren erkent bijna iedereen dat het zinvoller is om filmtijdschriften alleen voor het web te maken — zelfs als enkele heldhaftige redacteuren ook papieren edities blijven produceren voor hun lokale, nationale publiek (de Filmkrant) of voor de ouderwetse bibliotheken van deze wereld (Cinemascope). Tegelijkertijd moeten we ook de sterfte onder internettijdschriften onderkennen — om maar te zwijgen van meer kortstondige sites zoals blogs en ‘listserv’-discussies. Wie van ons print alle filmpagina’s uit die we online lezen? Op een dag zou dat wel eens het enige resterende spoor van deze pagina’s kunnen zijn…
Aan de andere kant biedt het internet ons een spektakel dat even spookachtig als prettig is: tijdschriften die hun laatste editie hebben bereikt (misschien al wel jaren geleden), maar die toch nog online zijn, dankzij de goede gunsten van degene die de archiefrekening betaalt.
De begaafde criticus en redacteur Cyril Béghin onderhoudt de site (cyrilbg.club.fr/) voor het Franse tijdschrift Balthazar (6 edities tussen 1995 en 2003). Zoals veel tijdschriften bood Balthazar tijdens zijn bestaan een website als promotionele smaakmaker voor het complete, papieren blad. Nu, met het verstrijken van de jaren en het probleem om het tijdschrift zelf te localiseren, zijn hoofdartikelen op het web kostbaar geworden, denk daarbij aan interviews met Peter Tscherkassky en Jacques Rancière, teksten over Philippe Grandrieux’ sombre en John McNaughtons sexcrimes (Franse titel voor wild things).
Veel filmwebsites verdwijnen plotsklaps. ‘Kinoeye’ (kinoeye.org) van Andrew Horton definieerde zijn terrein op een vreemde maar bedwelmende manier: vooral Oost-Europese cinema maar dan wel met een bijzondere internationale interesse voor fantastiek (Roman Polanski, Dario Argento, Tsjechisch surrealisme). ‘Kinoeye’ is officieel een dood tijschrift en momenteel off-line, maar een gepost bericht zegt: ‘all the previously published articles will return shortly’. Laten we het hopen!
En over opleving gesproken: filmtijdschriften opgericht door studenten neigen snel te verdwijnen als de lessen eenmaal afgelopen zijn. ‘Synoptique’ (synoptique.ca) van de Concordia Universiteit in Montreal, was al vier jaar slapende totdat in maart van dit jaar plotseling een elfde editie verscheen, met artikelen over David Lynch, Michelangelo Antonioni en ‘kindertijd in de Amerikaanse avantgarde’. Miraculeuze opschortingen vinden plaats — zelfs in de enorme, vergeetachtige ruimte van cyberspace.

Adrian Martin | vertaling Belinda van de Graaf

Geschreven door