World Wide Angle – 1 augustus 2016
De Australische filmcriticus Adrian Martin schuimt voor de Filmkrant het wereldwijde web af. Als correspondent becommentarieert hij opvallende discussies en tendensen rond films en filmmakers, in webzines, weblogs etc. Aflevering 5: Lijstjes, Lijstjes en nog meer Lijstjes.
Laten we ’t onder ogen zien: het internet is een monument voor het ego. Een webpagina maken, een site, een blog, een MySpace, een Facebook, een YouTube, een Podcast: in de grond van de zaak zijn het allemaal gebaren om te zeggen: Kijk naar mij, luister naar mij! Ik besta, onthoud mijn naam! Ik heb even veel recht om te spreken, om een mening te hebben, als iedereen!
Het heeft positieve en negatieve gevolgen. Aan de ene kant heeft de nieuwe technologie een nieuwe democratie gebracht, toegenomen deelname aan het publieke leven, en in het specifieke geval van de filmkritiek: wie twijfelt er aan dat we nu elke week stemmen van gevatte, grappige critici ontdekken die zich hiervoor alleen konden laten gelden in het eigen beroepsveld van krant of universiteit?
Aan de andere kant manifesteert een aanzienlijk deel van de schrijverij op internet zich in de vorm van een agressief, intolerant, lomp egoïsme. Vaak zie je chatgroepen — ook als het gaat om de meest geheimzinnige theoretische en filosofische onderwerpen — ontaarden in een soort schoolpleinen vol vechtende kleine kinderen: Als je die film goed vindt, ben je een imbeciel!
Elk jaar, van begin december tot ver in het volgende jaar, komen de Lijstjes: Beste van het Jaar, Top 10, De Meest Memorabele Film Momenten… plus een boel gemene compilaties: Slechtste van het Jaar, Laagste 10, Meest Gênante Film Momenten… De onontbeerlijke gids over schrijven over film op internet, David Hudsons ‘Green Cine Daily’ (daily.greencine.com), verzamelt op dit moment van het jaar honderden van dat soort lijstjes — en bijna allemaal zijn het huldes aan de ego’s van de strijdlustige auteurs. (Ik laat het over aan een professionele statisticus om ons te vertellen hoeveel van die lijsten worden samengesteld door mannen, in vergelijking met vrouwen.)
Begrijp me niet verkeerd. Lijstjes kunnen excentriek zijn, informatief, inspirerend — en in feite geldt: hoe verschillender de lijstjes zijn, des te beter, en des te nuttiger ik het vind. Maar het maken van lijstjes legt bij internetcritici ook een soort ‘stammenangst’ bloot, een ‘crisis in de consensus’. Hetzelfde handjevol films (i’m not there, no country for old men, zodiac…), dezelfde trends (‘een waarlijk goed jaar voor de Amerikaanse cinema!’) komen steeds weer terug — en als je niet publiekelijk van deze films ‘houdt’, kun je ervoor kiezen om ze publiekelijk te ‘haten’! Je hoeft geen Freud te zijn om dit te herkennen als ego-verdediging.
Wat mij betreft worden de meeste Top-10 lijstjes pas echt interessant rond nummer 5, 8 of 10. Hier beginnen stammenangst en ego-vergroting te verslappen; eindelijk laten critici de namen glippen van weinig bekende films uit hun eigen land (zoals, op mijn eigen lijstje, de voortreffelijke Australische documentaire forbidden lie$), of korte films, oude films, experimentele films, multi-media installaties… en dat zijn uiteindelijk, in veel gevallen, de kleinoden die een serieuze passie voor de cinema de moeite waard maken.
PS: Hier is mijn lijstje:
1 go go tales (Abel Ferrara)
2 ne touchez pas la hache (Jacques Rivette)
3 capitalism: child labor (Ken Jacobs)
4 you, the living (Roy Andersson)
5 syndromes and a century (Apichatpong Weerasethakul)
6 belle toujours (Manoel De Oliveira)
7 coeurs (Alain Resnais)
8 the host (Bong Joon-ho)
9 forbidden lie$ (Anna Brionowski)
10 the bohemian rhapsody project (Ho Tzu Nyen)
11 the hollow men (Chris Marker installatie).
Plus: stars in my crown (Jacques Tourneur, 1950)
Adrian Martin | vertaling Belinda van de Graaf