Het nieuwe kijken #67

Kijken volgens Hockney

Wat heb ik genoten van het boek A Bigger Message, dat gevuld is met gesprekken tussen schilder David Hockney en een bevriende kunsthistoricus, Martin Gayford. Alle conversaties gaan over hoe je kunt kijken als een kunstenaar.

Hockney praat over Picasso, Van Gogh en Caravaggio. Die laatste, stelt Hockney, schildert zo fotorealistisch dankzij het gebruik van een camera obscura, een primitieve manier van projecteren. Kijk je naar een gezicht of een ander detail in een werk van Caravaggio, dan ervaar je zijn meesterschap. Maar stap je achteruit en kijk je naar de compositie van het hele schilderij, dan zie je – als je kunt kijken zoals Hockey – dat de figuren rare verhoudingen hebben, zoals gigantische benen, hun lichamen geknakt in rare hoeken. Een collage van levensechte details, gevangen in dramatisch belichting, waarbij het geheel, volgens de eigenwijze Engelsman, het nét niet is.

Ik vond het verfrissend om te lezen hoe Hockney meesterwerken kan bekijken zonder ontzag. Zijn recente eigen werk was dit voorjaar grotendeels te zien in het Van Gogh museum, in de tentoonstelling Hockney – Van Gogh. Je kon op een enorm scherm zien hoe veeg voor veeg een van Hockneys iPad-­schilderijen tot stand komt, bijna alsof het live gebeurt. Hier klonterden de bezoekers samen, kijkend naar de streken van de 81-jarige meester die zich op een nieuw medium stort zoals een kind op een nieuw stuk speelgoed.

Maar de grootste verrassing van de tentoonstelling was een videowerk. Met zijn assistent monteerde Hockney negen camera’s op een auto. Met deze constructie filmde hij al stapvoets rijdend een met bomen omkranste weg in Noord-Engeland in herfst, winter, voorjaar en zomer. Het werk heet The Four Seasons, Woldgate Wood. De beelden van de negen camera’s sluiten niet naadloos aan, maar staand voor het werk ervaar je de weg als driedimensionaal en levensecht. Je ervaring is niet ingekaderd door de beperkingen van één camera. Het voelt alsof je in het echt om je heen kijkt, zoals je ogen het gewend zijn in de natuur. Je kijkt, merk je, toch maar op één plek tegelijk en stoort je niet aan imperfecties terwijl je blik vrij van fragment naar fragment dwaalt. Hier heeft Hockney toch meer met Caravaggio ge­meen dan hij wellicht zelf zou willen toegeven.

Geschreven door Ebele Wybenga