Boeken – 20 januari 2017

Filmosofie

  • Datum 20-01-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

L’enfant

the matrix is echt, voor wie nog twijfelde. Niet in de zie-je-wel-de-buitenbeentjes-hadden-toch-gelijk-we-zitten-allemaal-in-een-grote-eenheidsworstmachine-zin maar in filmosofische zin.
Daniel Frampton beschrijft in z’n ‘manifesto for a radically new way of understanding cinema’ hoe dat werkt. Een van de redenen om op een andere manier naar film te kijken is het feit dat film radicaal veranderde door de komst van computers. Een voorbeeld: in het audio-commentaar bij de dvd van contact klaagt Jodie Foster dat regisseur Robert Zemekis in een bepaalde scene een beweging van haar wenkbrauw heeft weggepoetst omdat hij haar emotionele reactie wilde veranderen. Foster voelde zich bijna geweld aangedaan. "Hou op met aan m’n gezicht te rommelen", is haar reactie. Foster illustreert volgens Frampton iets eenvoudigs en essentieels over film: het was al nooit en het wordt steeds minder een directe reproductie van de werkelijkheid. Cinema lijkt dan wel in meer of mindere mate op de wereld om ons heen maar in feite is het iets heel anders en we moeten een conceptueel kader bedenken dat cinema kan verklaren. Enter ‘filmosophy’.

Knutseldoos
Maar de mogelijkheid van het digitale beeld, met als uiterste consequentie — tot nu toe — een film als final fantasy: the spirits within, is niet wat filmosophy zo boeiend maakt. Een volledig digitale filmische werkelijkheid is duidelijk een ándere werkelijkheid. Frampton gebruikt het argument van digitale technieken alleen om urgentie te geven aan z’n verhaal. Intrigerender is de filmische werkelijkheid die exact lijkt op de onze.
"Het herkenbare veranderd", heet dat in Framptons wereld. Ook realistische en hyperrealistische films zijn een volledig andere werkelijkheid. Wat Frampton beweert, en hij is niet de enige want filmosofie begint een echte stroming te worden, is dat film — elke film — als zijn eigen universum bekeken moet worden. Een universum met eigen wetten die subtiel maar ook radicaal kunnen afwijken van onze normale perceptie. Frampton noemt dat ‘filmdenken’: de focus, het geluid, beweging, kadrering, de dialogen etc — tutti — creëren een filmwereld waar we voor de lengte van de film in moeten leven. Maar liet niet elke cinefiel zich altijd al meeslepen, is de eerste logische reactie. Misschien. Filmosofie levert ook geen ‘radicaal nieuwe manier om naar film te kijken’ zoals het boek claimt, het is meer een manier om je bewust te worden van de eigenschappen van een film, het is een methode om er dieper in te duiken, dit is ‘method viewing’.
Een voorbeeld. Het universum van Jean-Pierre en Luc Dardenne. Het filmosofisch denken in hun films bestaat uit een soort afstandelijkheid die verhindert dat de kijker zich helemaal identificeert met de personages. We ‘worden’ nooit de personages. De Dardennes weigeren volgens Frampton om aan die klassieke wet van fictiefilm te gehoorzamen en dat levert een "nederigheid en respect" voor de personages op. We zullen de keuzes van een personage nooit helemaal begrijpen, we kunnen alleen van het personage leren door te kijken wat zij doet. We moeten ‘denken’ zoals de film denkt. Dat filmdenken iets anders is dan gewoon naar film kijken, wordt mooi duidelijk in het veelbesproken openingsshot van caché: Haneke laat ons naar een straat kijken. Een straat als elke andere straat, zoals we al duizend keer in beeld hebben gezien. We kijken door de camera. Maar dat is niet de door ons als objectief veronderstelde camera van de regisseur, wordt plotseling duidelijk. Het is de camera van een — onbekend — personage. Zodra je je dat realiseert, verandert je blik, plotseling ben je overgeleverd aan de keuzes van het personage. Die keuzes, dat is het filmdenken waar Frampton ons in wil meenemen. Het gaat om een subtiele verandering van perceptie: "We denken dat we gewoon door het beeld, door de camera direct naar de personages kijken, maar de film ‘denkt’ altijd met onze perceptie mee. (…) Het doel is een nieuwe kritische vorm van aandacht. Films zien als ‘denken’ is films injecteren met kracht en creativiteit." Walter Benjamin claimde dat film eigenschappen van ‘het origineel’ naar buiten brengt die voor het blote oog niet zichtbaar zijn. Maar het kan ook minder hoogdravend. Films als l’humanité of los muertos of noem allemaal maar op, laten ons via lange trage shots een andere tijd beleven. Als je meegaat in hun denken. Zo moeten we volgens Frampton naar film kijken.
Voor cinefielen is dit geen nieuw verhaal. Films recenseren betekent voor een groot deel jezelf onderdompelen in ‘filmdenken’. In die zin laat ‘Filmosophy’ iedereen als recensent naar films kijken. Maar ook zonder dat je stukken over film schrijft, is dit soms taaie verhaal een fijne aanvulling op de knutseldoos van de meeste filmkijkers.

Ronald Rovers

Filmosophy. A manifesto for a radically new way of understanding cinema
Daniel Frampton

2006, Wallflower Press, 254 p, 29,85 euro

Onedotzero motion blur: graphic moving imagemakers
Matt Hanson

2006, Laurence King Publishers, 39,95 euro
Achtentwintig portretten van ontwerpers op het gebied van het bewegende beeld in mooi vormgegeven boek plus DVD met interviews, afbeeldingen en teksten van deze makers, waaruit ondermeer blijkt dat de grens tussen kunst en commercie bij deze makers ultravaag is.

A theory of adaptation
Linda Hutcheon

2006, Routledge, 25,- euro
Auteur neemt niet alleen tot film bewerkte roman als uitgangspunt, maar stelt dat het fenomeen bewerking alom aanwezig is in verschillende media, van popmuziek tot videospelletjes. ‘Adaptation has run amok’, stelt ze en plaatst sprekende voorbeelden binnen stevig theoretisch kader.

Directors in British and Irish cinema. A reference companion
Robert Murphy (Red.)

2006, BFI, 47,95 euro
Fors naslagwerk over Britse en Ierse regisseurs geeft naast bio- ook biblio- en filmografie. Boek loopt van 1895 tot en met 2006 en neemt zowel mainstream regisseurs als onafhankelijke namen op.

Le cinéma expressionniste allemand. Splendeurs d’une collection
Bernard Benoliel (Red.)

2006, La Martinière, 47,50 euro
Als de catalogus representatief is voor de tentoonstelling in de Cinématèque Française, is het de moeite waard om voor 22 januari a.s. naar Parijs te vertrekken. Prachtige materialen rond de films van Murnau, Pabst en Lang en mindere goden uit de Duitse film van na de Eerste Wereldoorlog.

The documentary filmmakers handbook
Genevieve Jolliffe, Andrew Zinnes

2006, Continuum, 39,95
Afkicken van het IDFA met een nieuw deel uit de serie Guerilla handbooks. Boek is op dezelfde leest geschoeid als eerdere delen: tientallen interviews met makers en producenten, gecombineerd met ‘case studies’ van o.a. control room en riding giants. Veel praktische tips en verwijzingen.

Kim Ki-Duk
Adrien Gombeaud e.a.

2006, Dis Voir, 42,- euro
Engelstalige uitgave van Franse uitgever over de Koreaanse regisseur van bin-jip en the isle is een geïllustreerde bundeling van vijf artikelen en een interview met deze autodidact: "I am a director who makes films. I don’t like to talk. My answer to all questions is this, and this alone: ‘Black and white are the same colour.’"

The Rough Guide to gangster movies
Lloyd Hughes

2006, Rough Guides, 17,85 euro
Serie van reisboekenuitgever heeft ook delen over Britse comedy, Amerikaanse onafhankelijke film, chick flics, cultfilms, horror, science fiction en Westerns. Aantrekkelijk vormgegeven, met filmbesprekingen, biografieën van acteurs en regisseurs, historische informatie over het genre, en verwijzingen naar games en websites.

Handboek filmnarratologie
Peter Verstraten

2006, Vantilt, 19,90 euro
Derde boek van Verstraten na Screening cowboys en Celluloid echo’s is eerste Nederlandstalig handboek over filmverteltheorie, een aanvankelijk in de literatuurwetenschap ontwikkeld begrippenkader nu toepasbaar gemaakt voor film. Veel voorbeelden aan de hand van bestaande films, maar ook door referentie aan en kritiek op bestaande studies.

Komposition für den Film
Theodor W. Adorno, Hanns Eisler

2006, Suhrkamp, 34,95 euro
Oorspronkelijk in 1947 verschenen boek over filmmuziek is ook in het Engels verkrijgbaar (Composing for the films, Continuum, 35,- euro), maar deze uitgave is bijzonder door de bijgeleverde DVD, waarop onder andere het door Eisler op muziek gezette regen uit 1929 van Joris Ivens.

The director’s cut. The best of Projections
John Boorman (Red.)

2006, Faber & Faber, 17,90 euro
‘If Projections survives for another dozen years…’, hoopt Boorman in zijn inleiding op dit veertiende deel in zijn serie, een bloemlezing uit vroegere afleveringen met Scorsese over De Niro, Robert Towne over chinatown en het happy together-dagboek van Christopher Doyle.

Visual culture. The study of the visual after the cultural turn
Margaret Dikovitskaya

2006, MIT Press, 24,50 euro
Sinds het ontstaan van de term ‘visuele cultuur’ is er een massa studies over het onderwerp verschenen met een groot gebrek aan definitie van het begrip. Auteur doet poging door de bomen het bos weer te zien door een methodologie aan te bieden en een kritische terugblik op verschenen literatuur, en voegt daar interviews met de auteurs van deze boeken aan toe.

Samenstelling Philip Hartzuiker (theatreandfilmbooks.com).

Geschreven door