Cinekid 2019: Inter­na­tio­nale com­pe­ti­ties voor korte films

Bieden korte films meer ruimte voor verbeelding?

She-Pack

De twee competities voor korte films op het jeugdfilm en -mediafestival Cinekid, één voor live action en één voor animatiefilms, tonen de brede ruimte die korte films bieden voor verbeelding.

Even was ik bang dat de jongste doelgroep, de vier-plussers, er bekaaid af zouden komen op Cinekid. De internationale competitie korte speelfilms bijvoorbeeld (daarover straks meer) heeft alleen titels vanaf acht jaar of ouder in de aanbieding. Terwijl je toch mag verwachten dat het op kort formaat makkelijker is om aan te sluiten bij de blik van de kleintjes, waar het eerder om de magie en verbeelding gaat dan om de langere spanningsboog van een verhaal.

Gelukkig, en niet heel verbazingwekkend, maakt de internationale competitie korte animatie dat ruimschoots goed. Uiteraard veel dierenverhaaltjes, soms simpelweg schattig, al dan niet met een vleugje moraal. Zie bijvoorbeeld De tijger zonder strepen (Le tigre sans rayures), over een tijgertje dat wordt uitgelachen omdat hij anders is. Maar er zijn er ook met meer ambitie, en dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. In Wasbeer en de zaklamp (Raccoon and the Light), de woordloze, al met diverse prijzen bekroonde afstudeerfilm van Hanna Kim, vindt een wasbeertje in het nachtelijk bos een zaklantaarn. Als hij die aanknipt zet hij de wereld in een betoverend nieuw licht. Veel meer is er niet nodig voor een onverwachte mini-belevenis.

Zo’n eenvoudige, maar creatieve 2D-animatie is ook iets waarmee veel van deze kleine animatiefilms zich onderscheiden van de computeranimatie uit de grote mainstreamfilms. Nestelen (Nest), over een uitsloverige paradijsvogel, is een juweeltje van grafische vormgeving. Of de kleintjes de gebeurtenissen precies snappen is dan misschien niet eens zo belangrijk. Ook prachtig vormgegeven is het in losse prentenboekstijl geschilderde en getekende Grote wolf & kleine wolf (Grand loup & petit loup). Een humoristisch verhaal vol herkenbare menselijke emoties, waarin een op zijn rust gestelde wolf zich vreselijk ergert aan een onverwachte bezoeker. En hem dan vreselijk mist wanneer die kleine wolf weer verdwijnt. Volgens Cinekid voor zes-plus, maar jonger lukt vast wel.

Papa

Echte mensenverhalen zijn er ook. Een van de mooiste voorbeelden van het in elkaar overvloeien van realiteit en verbeelding, zoals animatie dat bij uitstek kan, is het Noorse Papa van Atle S. Blakseth en Einar Dunsæd. Een kleine jongen mist zijn vader, waarna die als een ware held en tovenaar in allerlei gedaanten in de fantasie van het kind verschijnt. Verbazing, humor, oprechte ontroering en een wondermooie, gevoelige tekenstijl gaan hand in hand.

Belevingswereld
Dit leunt al behoorlijk dicht aan tegen de vaak wat zwaardere en serieuzere thema’s in de speelfilmsectie. Zie bijvoorbeeld Jetski (voor 9+), van Sharif Abdel Mawla en Cecile Neeteson, de enige Nederlandse titel in de internationale competitie korte speelfilm. Ook over een jongen en zijn vader, die in dit geval ernstig ziek is. Aandoenlijk en laconiek, met een licht gevoel van vervreemding naast de banale realiteit van de wijk Sloterdijk.

Soms ook dompelt zo’n korte film je zonder dat er volwassenen aan te pas komen even helemaal onder in de pure belevingswereld van de kinderen zelf. Dat het er in die kinderwereld niet altijd zachtzinnig toegaat zien we in het Noorse She-Pack. Een verjaardaagsfeestje in disco-stijl met uitbundige kleuren en energieke muziek is het decor voor de strijd tussen twee meisjes om de toppositie in de vriendinnengroep. Brutaal en uitdagend.

Provence

Heel anders van toon, soms bijna poëtisch, maar even goed getroffen is Provence, de genuanceerde en zeer herkenbare afstudeerfilm van de Belgische Kato De Boeck. Een voor kinderen vanaf een jaar of tien ongetwijfeld aansprekend coming-of-age verhaal rond een meisje van diezelfde leeftijd en haar iets oudere broer. Tijdens een vakantie doemen verliefdheid, jaloezie en onzekerheid op wanneer het meisje ontdekt dat haar broer misschien op jongens valt. Sluit perfect aan bij het beknopte, maar trefzekere Schuifelen (Skoldiscot). Kevin durft tijdens een schooldisco niemand ten dans te vragen. Zeker niet omdat hij zijn oog heeft laten vallen op een andere jongen uit zijn klas.

Dat zijn als het ware kleine momentopnamen uit de realiteit van het leven die voor kinderen niet alleen herkenning opleveren maar ook de blik verbreden. Gemaakt met verbeeldingskracht en inlevingsvermogen, maar zonder dat er fantastische elementen aan te pas komen.

Magie
Is magie voor acht-plussers dan niet meer nodig? Dat nu ook weer niet. Dat herkenbaarheid en realisme heel goed samengaan met een magisch element bewijst het speelse Alles op z’n tijd (All in Good Time) uit Ierland. Een meisje in 2018 en een jongen in 1918 wonen in hetzelfde huis aan de Ierse kust en wisselen boodschappen uit via een magische fles. Zodra ze die in zee gooien duikt hij honderd jaar eerder of later weer op. Charmant en humoristisch, een innemend voorbeeld van vindingrijkheid en aansprekende kinderrollen.

Nog een stapje verder gaat Meten is weten (El tamaño de las cosas) uit Colombia. In een geheimzinnig woud woont Diego met zijn vader in een kaal huisje zonder meubels. Op een dag vindt Diego in het bos een stoel, die hij graag wil hebben, maar die heel vreemde eigenschappen blijkt te hebben. Het lijkt warempel wel of filmmaker Carlos Felipe Montoya hiermee het al dan niet vermeende verschil tussen kinderblik en volwassen blik op scherp wil zetten. Je kan je goed voorstellen dat kinderen het gebeuren als vreemd en wonderlijk zien, maar simpelweg aannemen voor wat het is. Terwijl volwassenen de verleiding om te graven naar een diepe filosofische betekenis waarschijnlijk niet kunnen weerstaan.

In het Finse De tak (Keppi) is als het ware de verbeeldingskracht van kinderen het onderwerp zelf – naast het vertrouwde thema van een meisje dat zich ongelukkig voelt door de ruzies van haar ouders. Ze wil een hondje, haar vader zegt nee, ze zet hem onder druk. Dan denkt hij het slim op te lossen door te beloven dat ze een hond krijgt als ze bewijst dat ze voor het dier kan zorgen. Dat moet het meisje bewijzen door twee weken lang iedere dag een dode tak uit te laten alsof het een echt hondje is. Vader denkt: dat lukt haar nooit. Maar voor het meisje wordt het takje een soort denkbeeldige, en tegelijk heel echte vriend waar ze al haar zorgen en problemen aan toevertrouwt. Heel fijn, zoals die ouders op hun nummer worden gezet. Broodnuchter en ontroerend tegelijk, een zeer vermakelijke en originele vondst van filmmaker Teppo Airaksinen. Voor jong en oud.