Cannes 70ste editie (slotdeel)

  • Datum 16-05-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Beeld uit The Beguiled van Sofia Coppola

Dit is het tweede en laatste deel van een terugblik op het filmfestival van Cannes, dat tussen 17 en 28 mei zijn 70ste editie viert.

Dat Dolf Lundgren en Jean-Claude van Damme in 1992 op de rode loper net deden alsof ze elkaar te lijf wilden gaan — zie het slot van deel 1 van deze terugblik op 70 edities Cannes filmfestival — is niet anders dan wat het festival doet door films als Pirates of the Caribbean 4: On Stranger Tides of Woody Allens Café Society te programmeren: publiciteit genereren. Sterren op de loper betekenen media-aandacht betekenen blije sponsors. Op de festivalwebsite heet de rode loper of marche rouge het ‘vlaggenschip’ van Cannes.
Cannes is een krachtenveld waar veel belangen samenkomen. Ook dat hoort bij de geschiedenis van het festival. Het recente getouwtrek rond twee Netflixfilms in competitie, Bong Joon-ho’s Okja en Noah Baumbachs The Meyerowitz Stories, herinnerde iedereen daar nog even aan. De Franse bioscoopbonden waren niet geamuseerd dat het festival films toestond waarvan niet duidelijk was of ze ooit in de Franse bioscopen zouden belanden. Hun schrikbeeld: stel je voor dat straks de helft van de films in competitie door spelers als Netflix, HBO of Amazon gefinancierd zijn en dus de helft van de films in de belangrijkste competitie van Frankrijks belangrijkste festival niet in de bioscoop te zien zal zijn. Het festival heeft zijn reglement nog nooit zo snel aangepast.
Op de achtergrond speelt mee dat de Amerikaanse betaalzenders hun Franse evenknie Canal Plus in Frankrijk keihard beconcurreren en inmiddels overtroeven. De filmindustrie, ook buiten Frankrijk, houdt z’n hart vast voor de gevolgen als Canal Plus om zou vallen. De bioscopen spraken naar aanleiding van de Netflixperikelen niet voor niks over ‘een gevaar voor het hele ecosysteem’. Zo’n vaart zal het misschien niet lopen, maar dit jaar lijdt Canal Plus naar eigen schatting 460 euro miljoen verlies en moederbedrijf Vivendi is voor 85 procent in handen van ongeduldige Angelsaksische aandeelhouders.

Cannes Investors Club
Het grijpt allemaal in elkaar. Cannes heeft een begroting van ongeveer twintig miljoen euro per jaar, meldt de festivalsite, waarvan de helft van het Ministerie van Cultuur komt via het Centre National du Cinéma, de stad Cannes "en andere lokale autoriteiten". De andere helft komt van de officiële festivalpartners en van "professionele en institutionele groepen". Als in die laatste groep partijen omvallen, kan dat gevolgen hebben voor het festival. Hoezeer de giga-jachten in de haven die indruk ook wekken, Cannes opereert niet in een vacuüm.
Ongetwijfeld heeft het festival overleg gevoerd met het ministerie over de Netflixkwestie. Misschien is het zelfs op de vingers getikt. Het reglement voor selectie is in elk aangescherpt: elke film in competitie krijgt vanaf nu gegarandeerd een release in de Franse bioscopen.
Het is misschien op het eerste gezicht minder sexy festivalnieuws dan de ‘Versace safety pin dress’ van Liz Hurley in 1994 of de ‘Alexandre Vauthier no underwear dress’ die model Bella Hadid vorig jaar op de rode loper droeg, maar zulke geldstromen bepalen de toekomst van het festival. De jurken een stuk minder.
Hoe meer de Europese en met name de Franse overheid zich terugtrekt, hoe meer de markt bepaalt welke films er gemaakt worden. Twee jaar geleden werd onder auspiciën van de Marché du Film — een belangrijke hub voor de internationale filmindustrie en sinds 1959 een vast onderdeel van het festival — de eerste Cannes Investors Club gehouden. "We geloven er sterk in dat private investeringen in de toekomst een belangrijk onderdeel worden van filmfinanciering in Europa", aldus een van de organisatoren. Dat is niet zonder risico. Investeerders willen doorgaans a) winst en b) zo snel mogelijk hun geld terug. We kunnen raden in welke films die hun geld stoppen.

Semaine de la critique
Niet iedereen is blij met de route die de filmindustrie kiest. In deel 1 kwam al even de Quinzaine des Réalisateurs ter sprake, die in 1969 werd opgericht om ook jonge regisseurs een kans te geven. Zodat Cannes meer werd dan een gelegenheid om alleen de gevestigde orde prijzen toe te bedelen en de trans-Atlantische verhoudingen op te poetsen. Tegen 1962 waren Franse critici (sinds 1961 georganiseerd in de Association Française de la Critique du Cinéma) dermate geïrriteerd door de gang van zaken dat ze een nieuw filmprogramma creëerden: de Semaine de la Critique. Plaats te vinden tijdens Cannes. Maar eer wie eer toekomt: de Semaine, zoals het programma onder bezoekers heet, werd direct in de organisatie van het festival opgenomen, al vindt het nog altijd buiten het Palais plaats. De Semaine richt zich op eerste en tweede films van nieuw talent. Buiten het festival geeft het cursussen op scholen en begeleidt het via Next Step tien makers van korte films op weg naar hun eerste lange film.

Alles goud wat blinkt
Iemand vergeleek het filmfestival van Cannes ooit met een knokpartij in een brandend bordeel maar ik heb nog nooit iets zien branden in Cannes.
Pikant is het soms wel. Filmcriticus Kenneth Turan van de Los Angeles Times beschreef in zijn boek Sundance to Sarajevo hoe Sharon Stone in 1995 bij een benefietgala ter plekke besloot om de navelpiercing van Naomi Campbell te veilen. Waarom Stone haar eigen slipje niet te koop aanbod, riep iemand uit het publiek. "Iedereen met meer dan 7,50 dollar", antwoordde Stone, "weet dat ik die niet draag", verwijzend naar een scène uit Basic Instinct.
Het leven imiteert de film. In 2013 vonden binnen drie maanden drie juwelendiefstallen plaats. Twee van de drie tijdens het festival. De eerste in het Novotel hotel, de tweede in Hotel du Cap tijdens een feest dat met het festival te maken had en de derde in juli in het Carlton waar juwelen ter waarde van 103 miljoen euro werden gestolen. Het is een dimensie van het festival waar critici niet of nauwelijks mee te maken hebben: glamourfeesten en fotoshoots waarvoor gasten door juweliers- en modehuizen met nieuwe collecties behangen worden. Voor hen is het festival een tien dagen durend reclameblok.
De derde heist had niet direct met het festival te maken maar vond wel plaats in hetzelfde hotel als waar Hitchcock To Catch a Thief opnam. De dief was gewoon door een zijdeur het hotel binnengewandeld en de bewaking bleek ongewapend. Cannes is ook best conservatief. Soms is dat charmant, zoals met de knullig geanimeerde leader die nog altijd voor elke film wordt vertoond.
Maar niet altijd. Dat het festival niet eerder nadacht over hoe het om moet gaan met films die door Netflix geproduceerd worden, is vreemd. Nu heeft het de onhoudbare eis gesteld dat er 36 maanden zitten tussen vertoning op het festival en vertoning op Netflix.
Ook niet helemaal van deze tijd is de regel dat vrouwen zonder hak niet toegelaten worden tot galapremières. Dat leidde in 2015 tot wat commotie — flatgate — waarna het festival verklaarde dat het niet om een keiharde regel ging. Hoezeer de regel nageleefd werd, bleek van bewaker tot bewaker te verschillen. Voor de volledigheid: ook mannen werden geweigerd omdat ze bijvoorbeeld geen zwarte schoenen droegen. Maar een kleur eisen is nog iets anders dan een stereotype bevestigen.
De kwestie van representativiteit leek überhaupt een aantal jaren aan Cannes voorbij te gaan, tot de buitenwereld het festival begon te attenderen op bijvoorbeeld het lage aantal vrouwen met films in de competitie. Dat heeft vanzelfsprekend niet alleen met de selectie te maken, maar ook met het aantal vrouwen dat opgeleid wordt tot filmmaker, dat financiële hulp krijgt om projecten te verwezenlijken, dat die projecten voltooit en instuurt. Daar is wat lastiger zicht op te krijgen.
Het is natuurlijk een Frans festival dus je kunt het niet meer dan logisch vinden dat Franse films voorrang krijgen. Maar elk jaar zit er wel een Franse film in de competitie waarvan je je af kunt vragen wat die daar doet. Waar ook een film uit zijprogramma Un Certain Regard had kunnen meedingen naar de Gouden Palm. Voorbeelden uit recente jaren: The Search van Michel Hazanavicius in 2014, een zoetsappige remake van Fred Zinnemanns gelijknamige film uit 1948 en vorig jaar Mal de Pierres van Nicole Garcia, waarvoor bijvoorbeeld de animatie Ma vie de courgette een plek in competitie had kunnen krijgen. Animatie mag sowieso meer aandacht krijgen in de hoofdcompetities van de grote festivals. Waarom zijprogramma’s opzetten voor meer avontuurlijke films, terwijl juist die films in de belangrijkste competitie horen?

Niet om het voorgaande te bagatelliseren maar het zijn kanttekeningen. Daar tegenover staat de competitie. Op welk ander festival kun je nieuwe films van Michael Haneke, Sergei Loznitsa, Bong Joon-ho, Andrei Zvyagintsev, Sofia Coppola, Yorgos Lanthimos, Noah Baumbach, Todd Haynes, Ruben Östlund en Lynne Ramsay zien? De competitie is niet elk jaar zo veelbelovend, dat moet ook gezegd, maar de komende twee weken is dit de wereldtop.

(Einde deel 2)

Ronald Rovers