Cannes 2014: Dit kan niet de bedoeling zijn

Deux jours, une nuit
Gekte is normaal geworden. Niet alleen drie Amerikaanse films bewijzen dat, ook de fantastische en meedogenloze nieuwe film van de Dardennes. Ik durf niet te zeggen dat ze niet met hun derde Gouden Palm naar huis gaan.
Ik geloof dat het festival er plezier in schept om jaarlijks de gekte van Amerika te laten zien, want de Amerikaanse pathologie is hier altijd goed vertegenwoordigd. Historisch of contemporain, anything goes. Cronenberg voert je deze lente door de duistere psychogeografie van Hollywood in Maps to the Stars. Tommy Lee Jones laat in The Homesman zien dat niet een paar mooie democratische idealen de pilaren zijn waarop die grote natie is gebouwd maar misbruik, onkunde en moord. En Benneth Miller voegt daar in Foxcatcher nog even autisme en despotisme aan toe. Wie dan melancholisch of gefrustreerd voor zich uit kijkt vanwege zoveel onrecht, ziet in de baai hier in Cannes de fortuinen dobberen die daarmee verdiend zijn.
O say can you see.
Kort door de bocht? Mwoah. Troost je met de gedachte dat niet alleen Amerika gebouwd is op gekte maar tout le monde. De broers Dardenne — tweevoudig Gouden Palmwinnaars met Rosetta en L’Enfant — weten dat ook. Met hun onwaarschijnlijk precieze blik en gevoel voor eenvoud lieten ze vandaag in Deux jours, une nuit zien hoe die gekte normaal is geworden.
In een performance die hier onder actrices tot nu toe geen gelijke kent, speelt Marion Cotillard een jonge moeder die op vrijdagavond te horen krijgt dat ze maandag ontslagen zal worden. Tenminste, tenzij haar collega’s afzien van hun bonussen van duizend euro. Want die zijn opgeteld precies genoeg voor een jaarsalaris. Wat volgt is een wanhopige tocht om ze over te halen, waarin Sandra van voordeur naar voordeur moet om te bedelen, te smeken dat ze haar die baan gunnen, want zonder die baan komen ze thuis niet rond.
De vechteconomie in een notendop. Alle menschen werden Konkurrenten. Soms is bijna niet aan te zien hoe Sandra zichzelf moet vernederen, terwijl ze letterlijk in haar hemd langs de deuren gaat. Ook die zestien collega’s hebben het niet breed en ze wordt dus niet overal even vriendelijk ontvangen. Door Cotillards intense performance voel je bovendien bij elk huisbezoek precies wat ze niet zegt. Omdat ze weet tot hoever ze kan gaan om mensen over te halen. Op eieren lopen dus. En zelfs als het lukt om genoeg mensen over te halen, hoe moet ze haar collega’s dan nog in de ogen kijken? De mensen die instemden hebben haar duizend euro gegeven en de mensen die niet instemden zijn hun geld dan ook kwijtgeraakt. Het is een catch-22 waaruit ze koste wat kost moet ontsnappen om te overleven. En ondertussen moet tegen de kinderen het hoofd worden opgehouden.
Het is niet eens hun beste werk — hoewel veel mensen dat wel zullen vinden — en toch is Deux jours, une nuit een ongelofelijk sterke film. Het is een verpletterende aanklacht tegen de ranzige wijze waarop mensen tot verliesposten worden gereduceerd en tegen elkaar worden uitgespeeld. En het ergste is nog dat het normaal is geworden. Eerst wordt een werknemer van je gemaakt en vervolgens wordt je een element op een balans die tegen andere elementen kan worden weggestreept. En dan, als je ontslagen bent en geen werk meer kunt vinden, ben je een paria.
Toch wordt het bedrijf waar Sandra werkt niet als een monster weggezet, ook al is het niet op altruïsme te betrappen. Men moet snijden in de kosten. Zoals dat gaat. En de meest flexibele kapitaalgoederen zijn nou eenmaal mensen. Maar misschien zit het probleem veel dieper en heeft het niet met de plussen en minnen op een balans te maken. En misschien beweegt die gedachte ergens op de achtergrond van deze film. Namelijk dat de verhoudingen die we normaal zijn gaan vinden, eigenlijk totaal verziekt zijn en dat alleen hele andere manieren van werken en samenwerken uitkomst kunnen bieden. Want wat Sandra hier moet doen, kan niet normaal zijn. Dit kan niet de bedoeling zijn.
Als je een stap terug zet en haar reis in het perspectief zet van een beroemde reis als de Odyssee dan krijgt Deux jours, une nuit de contouren van een klassiek werk. Meesterlijk in z’n eenvoud, zonder de glamour en de heldendaden maar wel met een strijd tegen de elementen, een strijd tussen David en Goliath waarin Goliath à la verdeel-en-heers niet langer de reus is maar zestien collega’s, zestien kleine Davidjes. En dus vecht Sandra eigenlijk tegen zichzelf. Dat is de truc die de Dardennes hier blootleggen: dat we door al die plussen en minnen op de balans gedwongen worden met onszelf in gevecht te gaan.
Ik durf niet te zeggen dat de Dardennes niet met hun derde Gouden Palm naar huis gaan.
Ronald Rovers