Bero Beyer wordt directeur Filmfonds

Nederlandse filmmakers blij met benoeming

Bero Beyer verruilt per 1 maart volgend jaar het directeurschap van het International Film Festival Rotterdam (IFFR) voor dat van directeur van het Nederlands Filmfonds. Dat is goed nieuws voor Nederlandse filmmakers, vindt Maarten Treurniet, regisseur en voorzitter van het Dutch Director’s Guild, de belangenvereniging van Nederlandse filmmakers.

Bero Beyer (1970) volgt bij het Nederlands Filmfonds Doreen Boonekamp (1968) op als directeur. Beyer is sinds 2015 directeur van het filmfestival van Rotterdam. Voor die tijd was hij filmproducent met als grootste succes Paradise Now, waarmee Hany Abu-Assad in 2006 de Golden Globe voor beste buitenlandse film won.

Dat Beyer al na vijf jaar opstapt bij het IFFR is opmerkelijk, omdat bijna al zijn voorgangers het langer volhielden in Rotterdam. Waarom Beyer deze keuze maakt, is vooralsnog onbekend, want hij is in het buitenland en onbereikbaar voor commentaar. In het door het Filmfonds uitgestuurd persbericht zegt hij zich in te willen zetten “voor Nederlandse cinema waar men zich in kan herkennen en door geïnspireerd raakt”. Misschien schuilt daarin een verwijzing naar de kritiek op vertrekkend directeur Doreen Boonekamp, die opstapt omdat haar maximale benoemingstermijn van tien jaar erop zit. Zij lag de laatste jaren stevig onder vuur van filmmakers. Een door het Filmmakersinitiatief gehouden enquête onder filmmakers loog er dit voorjaar niet om. De meerderheid van de Nederlandse speelfilmmakers zegt zich beknot te voelen in zijn artistieke vrijheid door het Filmfonds. Nederlandse speelfilms borduren volgens hen voort op uitgekauwde bekende formats en zijn weinig vernieuwend en origineel.

Één van de oprichters van het Filmmakersinitiatief is regisseur Maarten Treurniet, tevens voorzitter van het Dutch Directeor’s Guild (DDG), de belangenvereniging van Nederlandse filmmakers. Treurniet is blij met Beyers benoeming: “Als filmmakers hoopten wij dat Bero het zou worden. Hij is van de film en heeft door zijn ervaring een goede kijk op het maken van films. Ik zie hem meer als een artistieke dan als een zakelijke directeur.” Treurniet verwacht dat Beyer de kritiek van filmmakers, zoals tot uiting gebracht in de filmmakersenquête, serieus neemt. “Als hij dat niet doet, gaan wij ervoor zorgen dat hij dat wel doet. Dan zullen wij hem vooruit duwen. Het gebrek aan originele en spraakmakende Nederlandse films is een veelkoppig monster, maar er moet een mentaliteitsverandering bij het Filmfonds komen. Filmmakers moeten weer centraal komen te staan.”

Om niet helemaal in een halleluja-stemming te eindigen, wijst Treurniet op de rare overgangsfase tussen het oude en nieuwe directeurschap. “Omdat Beyer maart volgend jaar begint, maar Boonekamp in september dit jaar opstapt, is er voor een half jaar een interimdirecteur benoemt. In die periode zal er niets gebeuren.” Een winkeloppasser? “Ja, meer zal het interimdirecteurschap niet zijn.”