Venetië 2019 blog 1: Waarheid

Een niet helemaal blije juryvoorzitter en een artistiek directeur die geen rechter wil zijn

La verité

De 76ste editie van de Biennale in Venetië ging woensdagavond van start met La vérité van Hirokazu Kore-eda, de eerste Engelstalige film van de maker die in 2018 met Shoplifters in Cannes de Gouden Palm won.

De Filmkrant doet de komende tien dagen verslag van ’s werelds oudste filmfestival op het Lido bij Venetië, waar actrices prima toeven voor de camera, maar vrouwelijke regisseurs nog altijd mondjesmaat een podium krijgen. Alleen maar meer reden voor openhartige discussies, aldus juryvoorzitter Lucrecia Martel (The Headless Woman, 2008), die overigens hardop te kennen gaf niet blij te zijn met de selectie van een film van Roman Polanski in de competitie voor de Gouden Leeuw, maar later de schade beperkte door te stellen dat een dialoog nodig is.

Zijn acteurs per definitie leugenaars? Zo ja: wat maakt dat van de scenaristen en regisseurs die hun handelingen en emoties dicteren? In zijn eerste Frans- en Engelstalige speelfilm verfrist de Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda zijn typische familiedrama’s door ze in een metaverhaal over de filmindustrie te gieten.

Kore-eda’s festivalopener La vérité begint met New Yorkers Lumir (Juliette Binoche) en Hank (Ethan Hawke) die in Parijs op visite gaan bij Lumirs moeder, diva Fabienne (Catherine Deneuve). Deze steractrice heeft net haar autobiografie bij elkaar gelogen. Lumir kan het niet laten om haar moeder daarmee te confronteren.

La vérité houdt zich vooral bezig met wat betekent om te acteren en met wat het kost om actrice te zijn. Hoe combineer je dit veeleisende vak met het ouderschap? Wat blijft er over van je privéleven als je meest intieme band die met de camera is? En wat gebeurt er wanneer je altijd voor film boven familie hebt gekozen en je ineens minder rollen krijgt? Kore-eda verkent de emotionele onrust waarin Fabienne zich na het schrijven van haar memoires bevindt. Het resultaat is een liefdevolle – en ietwat droge – hommage aan Deneuve, die rijkelijk verwijst naar biografische elementen uit haar leven.

Glazen plafond
Hoewel het een mindere Kore-eda’s is, is La vérité een toepasselijke opener van deze festivaleditie. Als er één kwestie is die de eerste dagen van het festival centraal staat, dan is het wel de zichtbaarheid van vrouwelijk talent. De competitie klinkt veelbelovend met nieuwe films van gevestigde namen als Roy Andersson, Olivier Assayas, James Gray, Atom Egoyan en Noah Baumbach, maar het punt is: onder de eenentwintig regisseurs zitten slechts twee vrouwen. Donderdag gaat Haifaa Al Mansours The Perfect Candidate in première, over een vrouw die door het glazen plafond breekt in Saoedi-Arabië. Volgende week draait Shannon Murphy’s Babyteeth, waarover de buzz gaat dat het een van de grote festivalhits kan worden. Dat is het.

Ten opzichte van vorig jaar is dit een aanzienlijke verbetering want twee vrouwen in de competitie betekent een verdubbeling. Vraag is wel wat deze bizarre statistische vooruitgang waard is als de algemene festivalprogrammering zich actief tegen emancipatie lijkt te keren? Wat bij velen vooral schuurt is dat An Officer and a Spy, de nieuwste film van Roman Polanski, ook in competitie draait.

Voor wie het niet meer weet: in 1977 bekende de regisseur schuld voor het hebben van seks met een dertien jaar oud meisje in Los Angeles. Polanski verhuisde toen naar Europa om een eventuele gevangenisstraf te ontlopen. Inmiddels is hij geen lid meer van the Academy of Motion Picture Arts and Sciences, maar krijgt hij in Europa nog steeds een groot platform op de festivals van Cannes en Venetië.

Quota
Festivaldirecteur Alberto Barbera neemt Polanski’s vergrijpen niet mee in zijn overwegingen voor het festivalprogramma. “Ik ben geen rechter,” liet de 69-jarige Barbera eerder dit jaar aan de pers weten. “Ik ben een filmcriticus.” Elke film die goed genoeg is, mag dus geprogrammeerd worden. Het karige aantal vrouwelijke regisseurs in de competitie heeft volgens hem vooral te maken met het kleine aanbod. Quota-initiatieven als 50/50 by 2020– die concurrerende festivals als dat van Toronto en ook Cannes vorig jaar wel ondertekenden – vindt hij daarom onzinnig. Barbera liet vorig jaar wel weten dat het filmfestival van Venetië een onderzoek zou doen naar structurele genderongelijkheid in de filmindustrie. Hopelijk wordt later dit festival duidelijk wat daarvan gekomen is.

Deze disbalans in de programmering van Venetië zal ongetwijfeld een rol spelen in hoe wordt geschreven en gesproken over de geselecteerde films. In de eerste persconferentie van het festival sprak juryvoorzitter Martel zich al uit over quota’s voor vrouwelijke regisseurs. Volgens haar had Venetië daar best mee mogen experimenteren. Overigens nam ze het ook op voor de selectie van Polanski’s Dreyfus-affaire-thriller in de competitie. “We moeten een dialoog met hem ontwikkelen”, aldus Martel over hoe om te gaan met een geval als Polanski. “Dit is de best mogelijke plek om dit soort discussies te voeren.”