Cannes 2019 blog 8: Most anticipated

Tarantino's kindertijd

Once Upon a Time in Hollywood

De Filmkrant doet dagelijks verslag van het 72e filmfestival van Cannes, waar iedereen het vandaag heeft over Quentin Tarantino’s Once Upon a Time in Hollywood. De film lijkt meer op Jackie Brown dan op de latere films van Tarantino.

Once Upon a Time in Hollywood speelt zich af in 1969, het jaar dat het collectieve bewustzijn van het entertainmentmekka een trauma te verwerken kreeg met de Manson-moorden. Het was de tijd van western- en actieseries als Bonanza en The Man from U.N.C.L.E., een tijd waarin vrouwen – in ieder geval in de visie van Tarantino – hoofdzakelijk dienstdeden als konijntjes in de tuin van de Playboy Mansion en Bruce Lee springend en gillend op de studio backlots te vinden was. Het was de tijd die het denken van deze regisseur, geboren in 1963, voor altijd zou bepalen.

Het is jammer maar ook begrijpelijk dat Tarantino’s film zoveel media-aandacht opslokt in Cannes. Voor sommige mensen was het tot nu toe een mat festival, als je vakbladen als The Hollywood Reporter mag geloven, maar kijk bijvoorbeeld op de VPRO-site naar de oordelen van een deel van de Nederlandse filmjournalisten en je ziet een groot aantal hoog gewaardeerde films. Wat het festival echt opleverde aan films en gedachten zal pas in de komende twaalf maanden duidelijk worden, tussen nu en Cannes 2020. Maar mat, nee.

Zowel de superlatieven als de verzuchtingen vielen te verwachten. Ja, het is jammer dat Orson Welles’ mockumentary style The Other Side of the Wind, over de overgang van het klassieke Hollywood naar het Hollywood van de jaren zeventig, slechts een fractie van de aandacht kreeg die Tarantino’s film krijgt. En nee, beste Hollywood Reporter, Tarantino’s film was niet “the most anticipated film to hit the Palais in Cannes in the ensuing years”. Er zijn filmcritici die belangrijkere dingen te doen hebben dan wachten op de Hollywoodmarketingmachine.

Once Upon a Time in Hollywood is een caleidoscopische ervaring. Moeiteloos combineert Tarantino de film- en tv-stijlen van pakweg eind jaren zestig, vanzelfsprekend gefilmd met de juiste lenzen om de juiste korrel en kleur in het beeld te krijgen. De film begint in januari 1969 en maakt op twee derde een sprong naar augustus van datzelfde jaar, de maand van de Manson-moorden. Tarantino moet lol hebben gehad in het laten ontwerpen van posters van hoofdpersonage Rick Dalton in spaghettiwestern- of b-filmstijl, al valt die lol ondanks aardig wat geslaagde grappen niet aan de film af te lezen. Daarvoor voelt dit teveel als een groot studioproject.

Brad Pitt speelt Brad Pitt, stoer, met die guitige gepatenteerde lach van ‘m, swashbuckling the shit out of it. Leonardo DiCaprio speelt Rick Dalton, een acteur op z’n retour die alleen nog maar gastrollen als de klootzak kan krijgen in series waar jongere acteurs er met de eer vandoor gaan. Het was ook de tijd, aansluitend op ons vorige bericht, waarin elke Mexicaan die op een scherm verscheen een snor moest hebben want de rolverdeling moest duidelijk zijn.

Ritme en toon van Once Upon a Time in Hollywood doen eerder denken aan Jackie Brown dan aan de films die Tarantino daarna maakte, al geeft de Hollywoodsetting vanzelfsprekend meer aanleidingen voor bizarre situaties dan het appartement van Melanie Ralston en het kantoor van Max Cherry.

En zoals altijd zorgt LSD voor de beste scènes.