Wolf

Taihuttu's Raging Bull

Een shoarmarestaurant met topless bediening: dat was in Rabat de luchtige oplossing voor het integratievraagstuk. Wolf laat zien dat het ook heel anders kan gaan.

Zijn debuut was een schot in de roos: met Rabat maakte de toen 29-jarige Jim Taihuttu twee jaar geleden dé multicultifilm over jongeren van de tweede generatie. Nadir, Abdel en Zakaria in een auto op weg naar Rabat: jongens waren het, maar aardige jongens. De film viel in de prijzen, hoofdrolspeler Nasrdin Dchar hield een vlammende speech bij het in ontvangst nemen van zijn Gouden Kalf en werd van het ene op het andere moment Hollands nieuwste knuffelallochtoon.

Iets van dat opgeruimde integratiedrama zit nog in de beginscène van Taihuttu’s tweede film Wolf, wanneer de vrienden Majid (Marwan Kenzari) en Adil (Chems Eddine Amar) zich ’s nachts voor het raam van een showroom aan scooters staan te vergapen. Met een stel voorbijstrompelende medicijnenstudenten – wit en bezopen – is er een kort moment van verbroedering. Maar dan keren we met luid gerinkel terug in de werkelijkheid: steen door de ruit, scooter mee. Adil en Majid blijken niet de voorbeeldmarokkanen uit Rabat. Daarmee zet Taihuttu een dikke streep door zijn vorige film. En hij doet er nog een schepje bovenop: Dchar, die in Wolf wél opnieuw de veelbelovende jonge Marokkaan mag spelen, vinden we als broer van Majid terug in het ziekenhuis met terminale kanker. Daar lig je dan met je goeie gedrag.

Nu hij alom is geprezen om zijn realistische verbeelding van de leefwereld van Nederlands-Marokkaanse jongeren, komt Taihuttu het publiek wakker schudden. Want Rabat is één kant van de werkelijkheid, Wolf gaat over de jongens die aan de andere kant belanden. En ook die weet hij, met een doordacht scenario, dienstbare cameravoering en ingetogen spel waarachtig neer te zetten. In stemmig zwart-wit, wat in combinatie met de thematiek associaties oproept met Italiaans neorealisme, speelt het leven van Majid zich af tussen anonieme woonblokken, geestdodend werk op de bloemenveiling en opgefokte kickboksgala’s. Het behoeft geen uitleg waarom hij zich thuis voelt in een wereld waar spierkracht belangrijker is dan een diploma. En wanneer zijn gebrek aan zelfbeheersing hem naast een uitbrander van zijn coach tegelijkertijd de gunst van een drugsbaas oplevert, is voor Majid de keuze eigenlijk al gemaakt. Zo kan het dus ook gaan.

Marwan Kenzari ging twee jaar flink naar de sportschool voor de rol van Majid. In een ogenschijnlijk onbelangrijke scène aan tafel met zijn familie, lees je aan de lichaamstaal al af dat deze ouders hun zoon totaal niet meer in de hand hebben. Het enige wat de vader nog rest, is zijn minachting te tonen door zwijgend van de eettafel op te staan. En daarmee raakt hij Majid in zijn mentale solar plexus: zijn trots. Het is zijn zwakste plek, die uiteindelijk zijn lot zal beslechten.