We Are What We Are

Luik in de vloer

We Are What We Are

Jim Mickle’s We Are What We Are getuigt van visie en stijl. Maar clichés ondergraven ook deze horrorfilm.

Het is altijd spannend, wanneer een festival dat zich niet specifiek op horror richt een horrorfilm programmeert. Zou het een van die vier, vijf horrorfilms zijn die jaarlijks boven het maaiveld uitsteken?

Jim Mickle’s We Are What We Are draaide in 2013 in Cannes’ Quinzaine des Réalisateurs en het antwoord op de vraag is: ja en nee. Ja, omdat de film getuigt van stijl en visie van de maker — hij was daarom geselecteerd voor het onafhankelijke zijprogramma dat in handen is van regisseurs. En nee, omdat We Are What We Are zich niet voldoende ontworstelt aan de clichés van het horrorgenre. Maar ja, ‘zo zijn we nu eenmaal’, zoals je de titel mismoedig kunt vertalen.

Als genre is horror per definitie grensoverschrijdend: het publiek verwacht dat het morele kader wordt getart. Stilistische verrassingen passen daarbij, zoals de beste horrorfilms bewijzen. Tegelijkertijd is er waarschijnlijk geen genre dat zo wordt geteisterd door clichés. Met als enige verklaring dat de meeste horrorfilms eenvoudigweg niet goed genoeg zijn.

In deze vrije remake van het Mexicaanse Somos lo que hay (Jorge Michel Grau, 2010) verplaatst Mickle de setting naar de dunbevolkte Amerikaanse Catskills. Daar treffen we een afgezonderde familie met zijn eigen, ziekelijke tradities. Een concept waarover de schaduw hangt van Tobe Hoopers The Texas Chainsaw Massacre (1974). Dat genremeesterwerk balanceerde op verrassende manier tussen realisme en extremisme – spelen met clichés is dan spelen met de verwachtingen van de kijker, die bij Hooper regelmatig niet weet of ie nu moet lachen, huilen of braken.

Mickle kiest met We Are What We Are eenduidig voor realisme. Hij komt daarmee een heel eind – hij schept een beklemmende sfeer en laat zijn acteurs hun personages psychologisch overtuigend uitbouwen. De Quinzaine zag begrijpelijkerwijs de kiemen van auteurschap in het werk. Maar die keuze voor realisme ondergraaft Mickle door horrorclichés niet streng genoeg te wieden. Want binnen realisme is elk cliché alleen maar dat: een cliché, dat de geloofwaardigheid en spanning van zijn verhaal ontkracht.

Want ja hoor, daar hebben we het oude religieuze boek en kijk, een luik in de vloer. En natuurlijk draaien we onze rug naar de psychopaat die we net bewusteloos – oh nee, toch niet – tegen de grond hebben gewerkt. En hè, balen: ook nog een elektriciteitsstoring! Zal je altijd zien.