WALK THE LINE

Ring van vuur op het podium

  • Datum 14-03-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films WALK THE LINE
  • Regie
    James Mangold
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Het plezier van de Johnny Cash-biopic Walk the line schuilt vooral in de fraaie acteurs: Phoenix en Witherspoon. De een de gitaar, de ander het haar, en zingen maar!

‘The man in black’ heeft het zelf net nog meegekregen dat James Mangold (Heavy, Girl, interrupted) op basis van zijn tweedelige autobiografie een film over hem zou gaan maken. En dat Joaquin Phoenix (kleiner en introverter) hem zou gaan spelen. In 2003, zo’n twee weken voordat zijn minnares June plotseling stierf (de al langer zieke Johnny Cash volgde vier maanden later) heeft Mangold hen nog een bekentenis over een ‘one night stand’ ontfutseld, nu een belangrijk moment in de film. De regisseur was van begin af aan van plan om de romance tussen Johnny Cash en June Carter centraal te stellen in zijn verhaal, maar tien jaar lang om elkaar heen draaien (ze waren allebei met anderen getrouwd, en Cash vocht tegen drank en drugs) wordt ook saai op den duur, dus zo’n ‘faux pas’ was erg welkom.

Gloed
Toch had Mangold zich over dat eindeloos aantrekken en afstoten niet heel veel zorgen hoeven maken. Hij bouwt Walk the line op als de standaard ‘biopic’: de gouden gloed, het trauma in kindertijd, leger, huwelijk, moeilijke start van carrière, eerste knullige auditie met gospel waarna de betere, eigen sound volgt. Dan de ontmoeting met June als zij achter het podium met haar haar aan zijn gitaar blijft hangen en het spel van willen-maar-niet-mogen-en-misschien-toch-ook-weer-niet-willen kan beginnen. Een ‘ring of fire’ volgens de fameuze compositie van June Carter. In Walk the line blijkt het podium vele malen romantischer dan het bed. De film steunt op die optredens van de hoekige, duistere Phoenix en zijn tegenpool: de kordate, energieke Witherspoon die allebei zelf zingen. Muziek en blikken smeden fraai aaneen wat achter de coulissen in wezen ver uit elkaar ligt, tot God en geloof ook daar uitkomst zullen brengen. Jawel, een ‘match made in heaven’.
Maar buiten die optredens valt Walk the line toch tegen. Heel sporadisch leren we wat over Cash zijn muziek. Zanger Waylon Payne maakt indruk als de wilde Jerry Lee Lewis en Tyler Hilton is dwaas als Elvis Presley die Cash aan de pillen brengt, maar meer dan ‘snapshots’ van de muziekscene uit de jaren 50 is het niet. Dat terrein ligt nog braak voor Martin Scorsese. Nu is het moment voor een steviger muzikaal portret. Johnny Cash heeft hier in Nederland, en elders, vooral dankzij zijn laatste vijf ‘American Recordings’ een Hazes-achtige revival doorgemaakt. Dat die echte donkere, dreigende, zware Cash in deze film niet te horen is, is vast ook even slikken voor al die nog frisse Cash-adepten. Maar, het moet gezegd, wat Joaquin Phoenix aan stem ontbeert, maakt hij in aanwezigheid meer dan goed. Het is aanleiding om vanuit de bioscoop direct naar de platenzaak over te steken en alsnog die ‘Ring of fire’ aan te schaffen. Om dan te moeten constateren dat je de tinteling van Joaquin en Reese mist bij de betere stemmen van Cash en June. Tja, nooit goed.

Jann Ruyters