VREEMD BLOED

Barok sprookje

  • Datum 07-09-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films VREEMD BLOED
  • Regie
    Johan Timmers
    Te zien vanaf
    01-01-2010
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Hou van mij, smeekt het kind. Maar dat is nu juist iets waar ze in de benarde slagersfamilie van vreemd bloed geen verstand van hebben.

Vlees. In vreemd bloed kan dat voor de dood staan, maar ook voor het leven. De vader, een trotse en vooral koppige telg uit een slagersfamilie, omhelst het gevilde karkas van een koe. Zijn jongste zoon, die in dit in theatrale beelden gegoten familiedrama vol archetypische figuren simpelweg Kind wordt genoemd, krijgt echter de schrik in de ogen bij zijn eerste slachtlessen. Liever gluurt hij naar de borsten van de Italiaanse vrouw van zijn oudere broer. De symboliek spat regelmatig van het doek in deze eerste filmregie van Johan Timmers, tot nu toe bekend als theatermaker (RO-theater) en televisieregisseur (Klein Holland, Nieuwe ouders).
Met zijn uitgesproken visuele stijl, het uitvergrote realisme en neiging tot absurdisme wijkt vreemd bloed beduidend af van wat de Nederlandse film doorgaans biedt. Opvallend origineel zou je het willen noemen, ware het niet dat het bij vlagen sterk doet denken aan de wereld van Alex van Warmerdam, maar dan met minder ironie. Voor Maria Goos (leef!), die het scenario schreef naar een door Johan Timmers en acteur Wil van der Meer aangedragen idee, moet dit een ongewone oefening zijn geweest. Het is eerder een opera zonder zang of een barok vormgegeven fabel dan een psychologisch drama.

Slagerette
Hoewel Kind met zijn miskende verlangen naar liefde en vrijheid de belangrijkste hoofdpersoon lijkt te zijn, wordt dit motief overschaduwd door de bittere en veel prozaïscher vete tussen de vader en zijn oudste zoon. De eerste is een slager van de oude stempel die nog zelf slacht, terwijl zijn afvallige zoon in het dorp een nieuwerwetse slagerette begint met rare liflafjes zoals Franse paté. Wanneer de politie bij de vader langskomt om het zelf slachten te verbieden, komt deze met de rug tegen de muur te staan. Hij beraamt een boosaardige afrekening waarbij hij Kind als instrument gebruikt.
Hoewel tussentitels en aankleding verwijzen naar de jaren zestig en zeventig is de film toch voornamelijk een tijdloze allegorie over leven en overleven, over de strijd tussen behoudzucht en vernieuwing en over de tragiek van het onschuldige, naar liefde hunkerende kind dat zich eerst van die harteloze en gewelddadige familiekluwen moet losmaken voor het met het echte leven kan beginnen.
Dat is nogal wat. Menigmaal ontstaat dan ook de indruk dat de ideeën elkaar verdringen en dat al die zwaar aangezette taferelen (donder en bliksem worden niet geschuwd) vol rauwe emotie met moeite in het geheel gewrongen zijn. Waardoor het ondanks fraaie fotografie en voortreffelijke acteurs soms toch wat bedacht overkomt. De levenslustige Italiaanse schone is er natuurlijk om het contrast met de Hollandse benauwdheid te verbeelden, maar hoe ze hier verzeild is geraakt is een raadsel. Ook dat uitbundige, op een gewelddadige climax uitlopende bruiloftsfeest had best zonder zo’n uit de comedia dell’arte weggelopen kermisartiest gekund. Op weg naar het bevrijdende slotbeeld heeft dit wonderlijke sprookje moeite zijn focus te vinden.

Leo Bankersen