VALS LICHT

De dood in het leven

  • Datum 18-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films VALS LICHT
  • Regie
    Theo van Gogh
    Te zien vanaf
    01-01-1993
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Je zou het bijna vergeten door de voortdurende opwinding over zijn provocerende columns, maar Theo van Gogh (35) is in de eerste plaats filmmaker. De man die naar eigen zeggen over een ‘onwaarschijnlijk groot ego’ beschikt, vindt dat zijn belangrijkste activiteit. Het schrijven beoefent hij vooral om de aardigheid ("het is een spelletje") en het zorgt voor brood op de plank. Vanaf deze maand kan Vals licht worden bezocht, zijn zesde film. De film, geïnspireerd op de roman van Joost Zwagerman, behandelt een liefdesrelatie tussen een hoer en een student. Drie jaar na Loos eindelijk weer eens een filmreden om Van Gogh te bezoeken. "Ik heb het gevoel dat ik, en iedereen om mij heen, allang dood is."

Theo van Gogh is korte tijd geleden gescheiden. Tijdens het gesprek herinnert een lege kinderbox in de hoek van de kamer aan Lieuwe, zijn zoontje van anderhalf jaar, dat hij na het vertrek van zijn geliefde in deeltijd opvoedt. De nieuwe situatie heeft een sterk afgeslankte Van Gogh opgeleverd: "Ik ben afgevallen omdat ik na mijn scheiding mijn kind wilde blijven zien. Het opvoeden van een kind verdraagt zich nu eenmaal slecht met drinken. Zo eenvoudig is dat. Voorlopig sta ik droog. Het drinken komt wel weer."
Tijdens het gesprek rinkelt herhaaldelijk de telefoon, want twee dagen voor het interview vond de zoveelste aflevering plaats van het juridische feuilleton rond Van Goghs wel of niet antisemitische opmerkingen in een column van zeven jaar geleden. Tweeduizend gulden boete en een maand voorwaardelijk werden dit keer geëist. Als de rechter de eis overneemt, staat van Gogh bij herpublicatie van de gewraakte opmerkingen een maand cel te wachten. De immer strijdbare Van Gogh zit er niet mee, integendeel: "Als ik een maand voorwaardelijk krijg, dan laat ik die column onmiddellijk herdrukken, zodat zij mij wel moeten oppakken. Ik hoop dat zij mij opsluiten, vol verwachting klopt mijn hart. Denken zij mij zo te kunnen afschrikken? Als ik in de gevangenis zit, zal ik met verdubbelde kracht columns schrijven." En verontwaardigd: "Ik krijg het imago van een neo-nazi opgeplakt en dat ben ik niet. Terwijl Jules Croiset geheel vrijuit gaat. Terwijl die man mensen opbelde met de aankondiging dat hij hun kinderen zou ontvoeren, wordt tegen mij een maand geëist. Natuurlijk: Jules Croiset was niet toerekeningsvatbaar. (Lachend) Dat is mijn grote handicap: ik ben geheel toerekeningsvatbaar." Waarna hij zijn tirade besluit met de mededeling dat Leon de Winter ‘een drollenbak’ is. Piet Grijs en andere columnisten kunnen opgelucht ademhalen: Van Gogh zal hun als onderwerp voorlopig niet ontvallen.

Sardonisch
Genoeg daarover, de reden voor het interview is Vals licht, daar zijn we voor gekomen. Wat trok Van Gogh aan in deze roman, die zich afspeelt in de schaduwwereld van de prostitutie, waar een jong, groen en wat sullig studentje verliefd raakt op een doorgewinterde hoer, die pathologisch liegt? "Ik las het manuscript van Vals licht", aldus van Gogh, "en wat mij intrigeerde was de thematiek van het liegen. Dat heb ik uitvergroot in deze film, die een vrije bewerking van het boek is. Ik heb niet de intentie gehad de roman letterlijk te volgen. Sommige zaken heb ik weggelaten, andere heb ik sterker aangezet. Kijk, ik had een soort Franse film kunnen maken over een tragische liefde, maar ik hou daar niet van. Ik wil geen heftige emoties oproepen, zodat iedereen met een brok in de keel naar dit gedoemde liefdespaar kijkt. Ik wil sardonische films maken. En ik vind dat dat gelukt is."
Waarna zich een discussie ontspint tussen interviewer en geïnterviewde. Eerstgenoemde mist een stevige dramatische ontwikkeling en vindt de film geregeld ontsporen in groteske, karikaturale scènes. Van Gogh: "Ik heb geen realistische film over de prostitutie willen maken. Vals licht is een sprookje, dat gaat over de onmogelijkheid van de liefde. De film kijkt naar de liefde als een bij voorbaat reddeloze poging, als iets dat nooit zal lukken. De personages zijn stripfiguren, die in slechtheid niet voor elkaar onderdoen. Waarom ze slecht zijn? Slechte mensen zijn altijd interessanter dan goede mensen. Het laagje beschaving is maar dun. Het aardige van deze film is dat hij de genres van het melodrama en de thriller vermengt. Dat thrillerelement is in het boek inderdaad niet zo sterk aanwezig, maar ik vind dat je mensen ook wat vermaak moet bieden."

Babbeldoosjes
De relatie tussen de student (Ellik Bargai) en de hoer (Amanda Ooms) zorgt voor het melodramatische element; Thom Hoffman en Tom Jansen zorgen met hun criminele achtergrond voor het thrillereffect. Zoals in Loos (1989), Van Goghs voorlaatste film, Tom Jansen als advocaat ten onder ging aan een femme fatale, zo raakt in Vals licht Ellik Bargai volledig in de ban van zijn geliefde hoer. In beide films blinken mannen niet uit in helder en koel denken, maar zijn zij slachtoffer van een gepassioneerde verliefdheid. Van Gogh: "Vrouwen zijn in het algemeen sterker dan mannen. In mijn omgeving en in mijn films komen mannen niet als sterke macho’s naar voren, maar als sukkels en suckers. Als je het psychologisch wilt duiden: ik heb een vergruizeld man- en vrouwbeeld. De meeste vrouwen vind ik babbeldoosjes. Vrouwen denken niet met hun hoofd, maar met hun kut. Dat biedt veel voordelen. Zij zijn doortrapter, maar gevoelsmatig sterker. Eigenlijk word je voortdurend naar de slachtbank geleid, dat is het mannelijk lot. Wat niet wil zeggen dat ik vrouwen zou willen missen in mijn leven."

Omdat Van Gogh van Vals licht geen realistische zedenschets wilde maken, heeft hij ook geen research gedaan in de wereld van de betaalde seks. Van Gogh: "Ik heb niets met die wereld. Ik ben nog nooit naar de hoeren geweest. Een tijdje geleden kreeg ik van een vriend een Poolse dame, gekleed in een leuk bontmanteltje, voor een avond cadeau. Omdat ik zo bescheten ben, wist ik niet wat mij overkwam. Ik vroeg haar naar haar seksuele fantasieën. Enfin, vijf uur later haalde ik mijn tong uit haar edele delen en beliep de rekening 1250 gulden. Ik nam afscheid met het vage vermoeden dat er iets van genot uit haar lendenen had gesproken. Maar misschien speelde ze dat wel. Nee, vaker hoef ik niet. Een keer is wel genoeg."

Nachtmerrie
Waarna Van Gogh plotseling met een ontboezeming komt: "Ik heb dat nog nooit gezegd, maar de sleutelzin in de film is het moment dat de twee hoofdpersonages in bad zitten en hij tegen haar zegt: ‘Zou iedereen al dood zijn, maar het ons vergeten zijn te vertellen’. Daar gaat al mijn werk over, dat is mijn thematiek. Mijn films onderzoeken de dood in het leven. Het zijn onderzoeken naar gevoelloosheid of de poging om daaraan te ontsnappen. Waar die thematiek uit voortkomt? Dat is mijn persoonlijke inbreng. Ik heb het gevoel dat ik, en iedereen om mij heen, allang dood is. Ik zeg dat zonder een traan weg te pinken. Nee, dat gevoel is geen gevolg van mijn scheiding. Ik heb dat al vanaf mijn kindertijd. Ik voel niets, ik ben dood. Natuurlijk: ik loop rond, ik kus, ik eet, maar mijn ziel is allang weg. En dat geldt volgens mij voor iedereen. We zijn allemaal dood en lopen rond in een nachtmerrie. Of misschien is het helemaal geen nachtmerrie, maar een hartewens. We leven in een repeterende breuk, er wordt niets wezenlijk nieuws aan toegevoegd."
Het klinkt wat flauw, maar met zo’n levensvisie lijkt het moeilijk iedere ochtend fris en vrolijk opstaan. Van Gogh: "Jongen, ik barst van de energie. Wij zijn wel dood, maar er moet wel gewerkt, en zeker gefilmd worden. Filmen is het leukste dat er is. Je creëert een eigen wereld op het witte doek en daar komen ook nog eens mensen naar kijken. Dat streelt mijn ijdelheid. Hoe ik film? Eigenlijk weet ik heel weinig van filmmaken af. Op de set ben ik een soort manager, degene die de lopende zaken gaande houdt. Ik zoek de acteurs uit, ik regisseer ze. Ik heb een onwaarschijnlijk groot ego, maar op de set probeer ik vooral een goede sfeer te creëren. Ik wil dat er gelachen wordt. De acteurs hoeven tegen mij niet ‘heil koning, heil koning’ te roepen. Zo’n regisseur ben ik niet, wil ik ook niet zijn. Wat ik wel ben? Ik ben een brave dorpsgek."

"Vals licht vind ik mijn beste film tot nu toe, al staat Een dagje aan het strand het dichtst bij me. Die film was kwetsbaar en teder, maar daarin ben ik niet meer geïnteresseerd. Die tijd is voorbij. Of Vals licht een succes wordt? Ik weet het niet. Al mijn films zijn claustrofobisch, je krijgt als toeschouwer geen bevrijdende lach. Niet iedereen kan daar tegen. Veel mensen willen lucht in een film. Ik kan hen daar niet bij helpen. Het is leuk als er publiek op Vals licht afkomt. Gebeurt dat niet, jammer, volgende keer beter. Al is het natuurlijk waar dat een eventueel succes het maken van een volgende film vergemakkelijkt."
Waarna we te spreken komen over de Nederlandse filmwereld. Van Gogh: "Die is buitengewoon saai. Nee, collega’s zie ik niet veel. Alleen mensen als Pieter Verhoeff, Jos Stelling en Alex van Warmerdam ontmoet ik misschien één keer per jaar. Verder zeg ik iedereen die ik tegenkom vriendelijk gedag, maar daar blijft het bij."
"Hoe ik mijn leven zie? Ik doe wat ik aardig vind. Ik schrijf op wat ik vind. En één keer in de zoveel jaar maak ik een film en dat is het dan."

Jos van der Burg