VALE ABRAÃO

Madame Bovary in Portugal

  • Datum 18-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films VALE ABRAÃO
  • Regie
    Manoel de Oliveira
    Te zien vanaf
    01-01-1993
    Land
    Portugal/Frankrijk/Zwitserland
  • Deel dit artikel

Leonor Silveira met symbolische kooi

Het Portugese levensgevoel, de zogenaamde ‘saudade’, wordt geroemd als een onbeschrijflijke melancholie. Tegelijk omvat het onvrede en berusting, verlangen en vermoeidheid, en een hang naar mystiek. De vijfentachtig-jarige Manoel de Oliveira, de bekendste en oudste filmische vertolker van de Portugese ziel, waagt zich nu aan een vrije interpretatie van de Franse versie van Illusies en Verlangens: Flauberts ‘Madame Bovary’. Dit schept hoge verwachtingen.

De Oliveira zou aan de romantische verlangens van de Portugese Ema een diepgang kunnen geven die het oorspronkelijke romanpersonage werd ontnomen. Waar Emma Bovary’s romantische illusies over de Liefde denigrerend geweten werden aan het lezen van verkeerde romannetjes en een kleingeestig gebrek aan zelfkennis, is het verlangen dat aangeduid wordt met de term saudade een serieuze zaak. Gevoelens van gemis, onbehagen en melancholie zijn eigen aan de ‘condition humaine’. Door psychoanalytici worden ze verbonden aan de onoplosbare wens terug te keren naar de oorspronkelijke symbiose met de moeder. Dat dit fundamentele levensgevoel hoofdfiguur Ema Cardeano inderdaad parten speelt wordt al vroeg in Vale Abraão gesuggereerd. We zien de jonge Ema aan een roos ruiken. De rustige stem van de verteller meldt dat Ema al vroeg haar moeder heeft verloren. Zij heeft echter ‘een heimelijke verbintenis met de baarmoeder’ behouden.

Gefrustreerde liefde
Ema (aanvankelijk gespeeld door de bijzonder kokette jonge Cecile Sanz de Alba en later door de kwijnende Leonor Silveira, een verschil in uitstraling dat even moeite kost) blijft de rest van haar leven ontroostbaar en zoekende. Ze besluit na het overlijden van een geliefde tante te trouwen met de wel heel saaie huisarts Carlos Paiva en ontdekt vervolgens dat het huwelijk ook niet vervullend is. Zich ergerend aan de provinciale burgelijkheid van haar man vindt ze aansluiting bij de plaatselijke bourgeoisie, waar ze zowel een minnaar als een conversatie-partner voor diepzinnige gesprekken op doet. Beiden voldoen echter niet in hun rol: de minnaar is te weinig vriend en de vriend te weinig minnaar. Uiteindelijk pleegt Ema, gedesillusioneerd over de mannen om haar heen, zelfmoord.
Vale Abraão past binnen een reeks van literatuur-verfilmingen van De Oliveira die allen handelen over de gefrustreerde liefde: O passado e o presente (1972), Benilde ou a virgem Mae (1975), Amor de perdicao (1978) en Francisca (1981). Net als de laatstgenoemde film is Vale Abraão gebaseerd op een roman van de Portugese schrijfster Agustina Bessa Luis, die op haar beurt met deze roman een ironisch commentaar schreef op Flauberts klassieker.
Misschien ligt het aan deze omweg, in ieder geval blijft de preciese inzet van De Oliveira’s literatuur-interpretatie op een verwarrende manier ongrijpbaar. In de film zijn ironie en pathetiek met elkaar verbonden. In plaats van elkaar te versterken of te becommentariëren, werkt de combinatie vervreemdend en (op den duur, de film duurt ruim drie uur) vermoeiend. Terwijl de vertellende voice-over regelmatig een droog commentaar geeft op de gebeurtenissen, zijn de beelden, blikken en gesprekken kalm en nadrukkelijk. Deze traagheid past geheel binnen de traditie van De Oliveira’s oeuvre, maar mist nu vaak de daarbij horende diepgang.
We zien Ema veel en langdurig uit het raam kijken, voor de spiegel of kwijnend naast een vogelkooi staan. Het is moeilijk te duiden waar een pathetisch gebaar een cynisch commentaar is op de verbeelde emotie, of juist deze emotie extra kracht wil bijzetten. Ook de symboliek is soms zo pretentieus en flauw (het vogelkooitje is een goed voorbeeld) dat je je ernstig afvraagt of het gaat om een bewust clichébeeld, of toch gewoon om pretentieuze symboliek.

Vrouwelijk raadsel
De Oliveira’s vrije interpretatie van ‘Madame Bovary’ is niet helemaal geslaagd en misschien komt dat door de ingewikkelde mengeling van identificatie enerzijds en distantie anderzijds. Ema blijft in deze film een ondoorgrondelijk raadsel. Nu is ongerijmdheid eigen aan melancholie en verlangen, maar in de verbeelding van Ema is er sprake van een wel zeer duister samenraapsel van reacties en emoties die door hun inconsistentie en mysterie de toeschouwer enigszins gaan irriteren.
De Oliveira zou Flauberts beroemde "Madame Bovary, c’est moi" beslist niet zomaar kunnen herhalen. Soms lijkt hij in haar het spreekwoordelijk vrouwelijk raadsel te zien: de femme fatale, koel en afstandelijk, slechts voortgedreven door opportunisme. Dan weer geldt zijn kritiek juist de anderen, de Mannen, die haar emotionele afstandelijkheid niet begrijpen, en het slechts als een spelletje kunnen interpreteren. Maar niet alleen Ema is mysterieus. Ook deze andere personages zijn niet meer dan vage gestaltes, die een onduidelijke rol in Ema’s leven vervullen.
Vale Abraão is een ongrijpbare film, zoals De Oliveira ze wel vaker heeft gemaakt. Deze keer lijkt aan de ongrijpbaarheid echter eerder verwarring dan inzicht en diepgang ten grondslag te liggen.

Jann Ruyters