Un homme qui crie

Diepe wonden

Un homme qui crie

Het bedrieglijk eenvoudige Un homme qui crie won in Cannes de Juryprijs en dwingt bewondering af.

Discreet en vol ingehouden symboliek vertelt deze vierde speelfilm van de Tsjaadse regisseur Mahamat-Saleh Haroun over de verhouding tussen vader en zoon onder de toenemende druk van een burgeroorlog. Haroun is niet optimistisch over de situatie in Tsjaad. Een land dat zelfs familieleden uit elkaar weet te spelen, zal niet snel de eenheid vinden die nodig is om tot vrede te komen, stelt hij in zijn nieuwe film.

Adam en zoon Abdel werken als badmeesters bij een luxe hotel in de hoofdstad N’Djamena. Wanneer de economische situatie verslechtert, wordt Adam tot zijn grote verdriet aangesteld als portier. Abdel mag wel badmeester blijven. Kort daarna sleuren militairen Abdel uit huis om als soldaat te vechten in de burgeroorlog. De volgende dag heeft Adam zijn baan als badmeester terug. Maar daar betaalt hij een hoge prijs voor.

Un homme qui crie, winnaar van de Juryprijs in Cannes, dwingt bewondering af met zijn bedrieglijk eenvoudige, maar zorgvuldig gekozen beelden. Het hotel met het zwembad is als een fictief eiland in een verscheurd land. Adam, een voormalig zwemkampioen die vasthoudt aan zijn succes uit een ver verleden, weigert die idylle te laten verstoren. Samen met Abdel doet hij in de eerste scène een wedstrijdje wie het langst onder water kan blijven, een mooie ongedwongen verbeelding van het buitensluiten van de realiteit. De metafoor van het zwembad gebruikt Haroun veel later in de film opnieuw, met tragikomisch effect, wanneer Adam op de motor een zwembril draagt tegen het stof van de woestijn.

Troost
Het kleine aantal locaties van de film – het hotel, zijn huis en de weg daartussen – verbeeldt Adams besloten wereld. Pas als hij de ellende niet langer buiten kan houden, verplaatst de film zich naar de woestijn, naar de grote open ruimte waar het gevaar heerst. De dialogen zijn spaarzaam en de acteurs hebben slechts minimale middelen nodig om de onderlinge verhoudingen duidelijk te maken. Dat alles levert een mooie, zelfverzekerde stijl op en een film die zijn boodschap niet opdringt maar tot een vanzelfsprekendheid maakt: oorlog verwoest alles.

In Harouns vorige film Daratt (2006) bleek voor de generaties die niet met oorlog opgroeiden nog hoop te bestaan. Maar hier lijkt die verwoesting onherstelbaar. Wie wil zien dat de tijd troost en genezing biedt, zal Daratt en Un homme qui crie als tweeluik moeten bekijken. Hoewel, er schuilt een heel klein beetje hoop in het slot van Harouns nieuwste film. Maar of dat genoeg is om het land er weer bovenop te krijgen, moet iedereen voor zichzelf beslissen.

‘Un homme qui crie’, ‘een man die schreeuwt’, is geen beeld dat je als kijker gemakkelijk loslaat. Niet dat Adam ergens schreeuwt tijdens de film. Hij doet het in ieder geval niet hardop. Toch hoor je zijn schreeuw boven alles uitstijgen, zodra duidelijk wordt wat hij gedaan heeft. De echo daarvan blijft nog lang nagalmen.