TINA, WHAT’S LOVE GOT TO DO WITH IT

Monument voor een vrouw met kloten

Ike (Larry Fishburne) en Tina (Angela Bassett)

Het verhaal doet de ronde dat Ike Turner, als reactie op What’s love got to do with it, een film wil produceren om zíjn versie te geven van zijn relatie met Tina. Hij bood haar 2,5 miljoen dollar om de rol van zijn ex-vrouw te spelen. Ike vat de zaak ‘cooler’ op dan ooit. Want achter deze filmische vereeuwiging van een poplegende zit ook Tina’s afrekening met de klootzak die haar een huwelijk lang heeft misbruikt.

In 1986 verscheen haar autobiografie, ‘I, Tina’. Anna Mae Bullock, zoals ze is geboren, neemt hierin definitief afstand van de man met wie ze aan het begin van haar zangcarrière trouwde. Tekenend voor haar wilskracht in de strijd is haar eis bij de echtscheiding dat ze de naam wil behouden die hij haar heeft gegeven. Ze heeft gewerkt voor die naam en er offers voor gebracht. Nu is Tina Turner af van de ‘sad stuff’ die hoorde bij Ike’s eeuwige rhythm & blues. In 1968 zei ze al, in het voorprogramma van de Rolling Stones, dat ze niet altijd ‘nice and easy’ wou zingen. ‘Proud Mary’ (‘Rolling on a river’) eindigt dan ook ‘nice and rough’.
Het levensverhaal is verfilmd door Brian Gibson. De Engelse regisseur heeft eerder de muzikale biografie van Josephine Baker in een miniserie verbeeld; zijn debuut was de muziekfilm Breaking glass. Met scenarioschrijfster Kate Lanier heeft hij een formidabel tijdsbeeld geschapen aan de hand van een selectie van Ike & Tina-hits. Vanwege de stand van de huidige geluidstechniek moest Tina Turner voor de film nieuwe opnamen maken van deze songs (met uitzondering van de klassieke Phil Spector-productie ‘River deep, mountain high’). Dat zal in het begin moeilijk zijn geweest, want de teksten zijn profetischer dan zij destijds ooit voor mogelijk heeft kunnen houden.

Gescheurd jurkje
Het begint al in 1958, als ze voor het eerst Ike ziet optreden, met een nummer van B.B. King. Op de soundtrack vertolkt Tina de trieste vooraankondiging zelf: "I know you love me baby, but you never tell me so". Bij de amateurfilmbeelden van hun onverhoopte trouwerij in Mexico zingt ze nog tegen Ike: "You set my soul on fire, it’s gonna work out fine". Op de cd (Virgin Records) is Ike vervangen. Ironisch genoeg vervult echter een van zijn nummers de sleutelrol: ‘A fool in love’. Niet bepaald altruïstisch laat hij haar met een vermoeide keel, een baby en de continue roadshow, als in een gospel belijden dat ze ook niet begrijpt waarom hij haar zo behandelt, terwijl het zo’n goeie man is. In een tijdsoverbruggende montage vanaf 1968 geldt voor Tina zelf dat de ‘big wheels keep on turning’. In haar bruine Flintstones-jurkje maakt ze de overgang naar de rock ‘n’ roll, schoksgewijs loskomend van Ike.
Het thema van haar verhaal wordt treffend samengevat door de nieuwe versie van de ballade van Sade Adu, ‘I don’t (really) wanna fight (no more)’. In de aftiteling is een gelukkige Tina Turner zelf te zien terwijl ze zingt: "I don’t care who’s wrong or right (…) It’s time for letting go". Zij is de icoon die alles heeft doorstaan. Om deze reden doet dit optreden in haar eigen ‘biopic’ geen afbreuk aan de acteerprestatie van Angela Bassett. In de uitbeelding van Tina groeit de actrice dermate, dat haar — van het origineel afwijkende — uiterlijk volstrekt ondergeschikt raakt aan het karakter van de formidabele vrouwenrol.

Rolmodel
Bassett speelde de echtgenotes in Boyz ’n the hood en Malcolm X. In Tina zet ze in stappen de ontwikkeling van de zangeres neer. Bij het debuut in St. Louis beweegt ze mond en ogen al met de bekende masculine swing. Nadat Tina heeft geleerd haar stem vanuit de buik te laten komen, en door ontkroesingsmiddelen bijna kaal is geworden, ontstaat met ‘Rock me baby’ haar imago: danspasjes, glitterpakjes en lange zwarte pruiken. Bassetts gespierde armen waaieren breed uit; rond 1964 krijgen de media belangstelling voor het fenomeen (close-ups van haar gespreide beenstand en haar lippen met de microfoon er dwars tegenaan). In Londen gooit ze het rossige haar met een ruk achterover. Bij het beroemde optreden in het New Yorkse Ritz Theatre met de bevrijdende titelsong is ze volmaakt: 44 jaar, blond haar, strak zwart leer.
Maar Tina is méér dan popgeschiedenis voor de bioscoop. De vorming van Tina Turner als persoon, in een uitputtingsslag om aan de wurggreep van haar echtgenoot (gespeeld door Larry Fishburne) te ontkomen, kan gelden als een model van emancipatie. Vanaf de ontwapenende inzet van kleine Anna Mae bij het spiritual-koor in Nutbush, Tennessee, bouwt regisseur Gibson meeslepend toe naar onze identificatie met de hoofdpersoon. Aan het gruwelijke geweld kan ze alleen ontkomen door zich, genspireerd door de boeddhistische leer, voor te houden dat ze waarde heeft en haar situatie kan veranderen. "I’m a soul survivor. I might have been queen".

Kees Hogenbirk