THE WOMEN FROM THE LAKE OF SCENTED SOULS

Schreeuwen tussen het riet

In Berlijn deelde de Chinese film The women from the lake of scented souls dit jaar de Gouden Beer met The wedding banquet uit Taiwan. Vermoedelijk onbedoeld was de gedeelde hoofdprijs een mooie illustratie van het verschil tussen beide samenlevingen. China presenteerde een klassiek noodlotsdrama op het platteland, Taiwan een moderne zedenschets in New York.

Ook in deze tegenstelling lijkt Taiwan voor ons heel wat dichterbij dan de Volksrepubliek. De omstandigheden in het Noordchinese dorp aan het meer van de geurige zielen zijn wel erg verwijderd van de ons vertrouwde leefwijze. Zo ver, dat het aanvankelijk lijkt alsof The women… zich afspeelt in hetzelfde onbestemde verleden als de films van Zhang Yimou. Het decor is adembenemend, met bootjes die stil door het water glijden en kinderen die spelen tussen knalroze bloemen. Men leeft van de visvangst en volgens de traditie. De textielververij uit Ju Dou is vervangen voor een sesamoliewerkplaats, een lokatie die zich eveneens uitstekend leent voor pittoreske ambachtelijkheid. Uit kleine dingen blijkt echter dat de film wel degelijk in het heden speelt: een wasmachine verstopt in de hoek, videofilms uit Hong Kong als uitje voor de mannen.

Dorpsgek
Het heden komt uit het buitenland. Een Japanse zakenvrouw, met limousine en tolk, bezoekt het dorp. Ze komt voor Xiang, eigenaresse van de sesamoliewerkplaats en hoofdpersoon van de film. De twee vrouwen doen zaken: Xiang bezoekt de stad, opent er een winkel en er komen allerlei fel oranje machines in de oude werkplaats om de produktie op te voeren. Xiang is de trots van het dorp.
Met evenveel voortvarendheid tracht deze sterke vrouw haar gezinsleven te bestieren. Gemakkelijk heeft ze het niet. Reeds als kind verkocht aan haar echtgenoot, moet ze zich de dronken avances van deze nietsnut laten welgevallen. Haar 22-jarige, achterlijke zoon fungeert als dorpsgek en heeft hevige behoefte aan een vrouw. Xiang koopt er een voor hem, een meisje dat zelf hele andere plannen had.
Die wreedheid keert zich tegen Xiang. Zakelijk gaat het haar voor de wind, maar privé komt ze steeds meer alleen te staan. Het pijnlijkst is te moeten zien hoe haar schoondochter lijdt onder de onverschillige agressie van haar zoon, die het verschil niet weet tussen een vrouw en een knuffelbeest. Ze ziet haar eigen lot herhaald worden, maar mist de kracht om de cirkel te doorbreken. Thuis kan Xiang niet huilen, dus roeit ze het meer op en schreeuwt ze het uit tussen het riet, in de stromende regen.

Gesmoorde hartstocht
Regisseur Xie Fei verliet in 1965 de Filmacademie van Peking en wordt om die reden tot de vierde generatie gerekend. Eerder won hij al een Zilveren Beer in Berlijn, in 1990 met Black snow (Ben min niam). Het sociaal-realisme van zijn eigen generatie heeft Xie Fei verruild voor de persoonlijke lyriek van zijn veel bekendere opvolgers. The women… lijkt in veel opzichten op het werk van Zhang Yimou, maar is gewoner, menselijker. Minder schematisch en dwingend.
Het heeft iets van cinema-op-bestelling. Na de zegetocht van de afgelopen vijf jaar weet men in China natuurlijk heel goed waar het westerse publiek van houdt, net zoals men dat in Iran ook heel goed weet. De vernietigende kracht van eeuwenoude tradities, verpakt in overrompelende esthetiek, dat zien we graag. Gesmoorde hartstocht in een exotische omgeving.
Dat klinkt wat cynisch, alsof de maker niet helemaal te vertrouwen is. Diens bedoelingen mogen dan moeilijk op precieze waarde zijn te schatten, feit blijft dat er wel weer een wonderschone film uit China tot ons komt. Zelfs als werd The women… vooral gemaakt om westerse ogen te strelen, in die opzet slaagt hij zeker. Het beeld van de vissersbootjes met rijen aalscholvers aan weerszijden blijft lang hangen.
De film is meer dan alleen ‘mooi’. Als goed noodlotsdrama stuwt het verhaal onvermijdelijk in een bepaalde richting, maar het heeft vele kanten en een goed gedoseerde afwisseling van kleine grapjes en trieste momenten. Politiek ontbreekt, de moraal van Xie Fei is eerder humanistisch dan dogmatisch: overgeleverde sociale codes trotseren materiële vooruitgang. Het repeterende lot van de vrouwen aan het meer is aangrijpend. Hoe onontkoombaar dat lot is, blijkt uit het slotzinnetje. Samen zittend op de steiger suggereert Xiang haar schoondochter om te scheiden. Het lijkt een doorbraak. Maar het meisje heeft er niets aan, want: “Wie moet me nu nog?” Dat snikkende slotzinnetje is het verschil tussen een vrij en een verwoest leven.

Mark Duursma