The Time That Remains

Zuchten en kluchten in het Midden-Oosten

Absurde taferelen en historische achtergronden in het derde deel van Elia Suleimans Palestijnse trilogie.

Wie Elia Suleimans Divine Intervention heeft gezien, herinnert zich vast en zeker de rode ballon met Yasser Arafats gezicht die langs een Israëlisch checkpoint zweeft en de aanwezige militairen van slag brengt. Een heerlijke filmische verwijzing naar Le ballon rouge (Albert Lamorisse, 1956), waarin een rode ballon een jongetje vergezelde op zijn tocht door Parijs, wat in feite een verbeelding was van de vrijheid en de spontane gang van onze jeugd. Meesterlijk eenvoudig.

Suleiman contrasteerde die associaties met de harde dagelijkse realiteit van de Palestijnen in Israël en gaf zijn publiek daarmee een lens om vrijer, speelser en inventiever naar die werkelijkheid te kijken. In dat opzicht is Le ballon rouge zelfs een blauwdruk voor Suleimans trilogie van absurde vertellingen die hij in 1996 met Chronicle of a Disappearance begon en via Divine Intervention uit 2002 nu afsluit met The Time That Remains. Even weinig behoefte aan tekst, even strak gecomponeerde beelden waarin van een afstandje wordt bezien hoe gebeurtenissen zich voltrekken, en een even grote visuele flair.

Barricaden
Suleimans trilogie is een stil protest tegen de Israëlische overheersing, maar net zo hard tegen de naar binnen gekeerde Arabische cultuur waarin verantwoordelijkheden worden afgeschoven en het idee van zelfkritiek als imperialistische bemoeizucht wordt beschouwd. De mooiste verbeelding daarvan is een scène in Divine Intervention waarin iemand elke dag zijn vuilnis in de tuin van de buren kiepert. Waarna de buurman het even later weer terugsmijt.

The Time That Remains is meer conventioneel en biografisch maar er zitten ook weer een paar fantastisch absurde taferelen in. Zoals eentje met een tank en een mobiele telefoon. Beginnend met de capitulatie van Nazareth in 1948 volgt de film drie generaties Suleiman, eindigend in een ziekenhuis waar de regisseur aan het bed van zijn moeder zit. Elk generatie is getekend door de geschiedenis. Als stille toeschouwer ziet Suleiman het allemaal aan met een uitgestreken gezicht. De regisseur heeft een scherp oog dat getuigt van een diepgevoeld humanisme. De kunstenaar hoeft nou eenmaal niet altijd op de barricaden te staan. Aan films die meer uitgesproken kritiek leveren op de Israëlische overheersing is trouwens geen gebrek.

In Suleimans films is alles een metafoor voor iets groters. De verhoudingen tussen naties zijn teruggebracht tot een gesprek tussen twee mensen. De inwoners van een land worden verbeeld door de toeschouwers op een terras. Hele volksstammen zijn gereduceerd tot het wel en wee van een gezin. Terugkerende shots verbeelden de cirkelgang van de geschiedenis. Er verandert weinig in die shots: mensen worden ouder, een nieuwe generatie neemt hun plaats in maar de gekte en de strijd zijn gebleven. Zoals altijd laveert Suleiman tussen pessimisme en verwondering over de actualiteit maar bovenal heeft hij met The Time That Remains een indringende herinnering aan de levens van zijn ouders en daarmee aan de geschiedenis van zijn land afgeleverd.