The Selfish Giant

Moderne Oliver Twist

The Selfish Giant

Moeilijk voor te stellen dat het gelijknamige sprookje van Oscar Wilde deels een inspiratie was voor Clio Barnards bittere The Selfish Giant. Toch is dat zo: ook de Beste Europese Film van de Quinzaine van Cannes 2013 gaat over kinderen die niet mogen spelen.

Oscar Wildes aandoenlijke sprookje uit 1888 gaat over een reus die de kinderen verbiedt in zijn tuin te spelen, er een groot hek omheen zet en pas spijt krijgt wanneer hij leert dat zonder kinderen de tuin is overgeleverd aan de vorst, de sneeuw, de hagel en de noordenwind. Kitten (Sean Gilder) in The Selfish Giant is ook een enorme vent en als je er niets te zoeken hebt, ben je niet welkom op het terrein van zijn ijzerhandel. Arbor (Conner Chapman), een brutaal opdondertje van dertien, en zijn beste vriend Swifty (Shaun Thomas) dwalen dan ook de meeste tijd door het vervallen landschap rond Bradford; in de regen en de kou, onder de koeltorens en hoogspanningsmasten van de elektriciteitscentrale. Als er al sprake is van spijt, dan komt die voor Kitten te laat.

De verpletterende tweede film van Clio Barnard past in een lange traditie van Brits sociaal-realistisch drama. Bradford, in West Yorkshire, is een armoedige afzinkput van een stad. Arbors moeder stelt af en toe een bezorgde vraag en probeert er voor te zorgen dat haar hyperactieve zoon zijn ADHD-pillen slikt, maar verder is ze vooral bezig met haar eigen sores. Haar andere zoon, Martin, is verslaafd, steelt Arbors pillen en komt met enige regelmaat in aanraking met de politie. De familie van Swifty zit diep in de schulden. Zijn vader verkoopt nog snel het leren bankstel, voordat de deurwaarders ook dat meenemen. De zachtaardige Swifty wordt bovendien veel gepest. Wanneer de driftige Arbor hem te hulp schiet, worden de jongens van school gestuurd.

Arbor vindt dat eigenlijk ook niet erg. In de openingsscène van The Selfish Giant zagen we de jongens al spoorwegkabels jatten. Kitten betaalt soms wel een paar honderd pond voor goed schroot, zolang je de serienummers maar van de gestolen waar haalt. Kitten doet ook mee aan paardenraces. Swifty kan goed met paarden omgaan en hoopt dat hij als jockey een beetje geld kan verdienen voor zijn familie. Arbor houdt het liever bij scrapping. Maar een enkele aluminium pan of een roestige auto levert niet veel op. Hij droomt van een veel grotere slag. Je ziet het moment met groeiend afgrijzen naderen.

Conner Chapman en Shaun Thomas, geen van tweeën geschoolde acteurs, zijn prachtig gecast. De vriendschap wordt met veel nuance getoond; van de gedeelde bravoure en de bijna fysieke liefde voor elkaar tot de kleine momenten van stekende jaloezie. De jongens houden zich staande in een wereld waarin volwassenen als Kitten zelfs kinderen laten werken en ze dan ook nog belazeren. The Selfish Giant doet daarin soms denken aan een ander sprookje: Oliver Twist, al is de toon van Clio Barnard er vooral één van compassie en weigert ze moraallessen te geven.

Uiteindelijk is Swifty’s liefde voor dieren de doorslaggevende factor in The Selfish Giant. Dat is, te midden van alle grauwheid, wat verandering in gang zet. Daarmee onderscheidt Swifty zich van de pestkoppen op school en van Arbor, en lijkt hij zelfs even de reus Kitten te beroeren. Dat te weten, maakt dat je je aan het einde van The Selfish Giant alleen nog maar dieper verslagen voelt.