THE MAKING OF A NEW EMPIRE

Open podium voor een Kaukasische maffiabaas

  • Datum 08-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE MAKING OF A NEW EMPIRE
  • Regie
    Jos de Putter
    Te zien vanaf
    01-01-1999
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Noechajev poseert in maatpak in het verwoeste Grozny

‘Terroristen’ en ‘misdadigers’ noemt Boris Jeltsin de Tsjetsjenen die hij verantwoordelijk houdt voor de dood van 118 Moskovieten bij een bomaanslag op een flatgebouw. De Russische televisie toont grootschalige arrestaties van de ‘criminele zwartkonten’ die de hoofdstad onderdompelen in angst. Maar iedere strijd kent twee verhalen. Documentairemaker Jos de Putter reisde naar Grozny om de Tsjetsjenen én een maffiabaas aan het woord te laten.

Timour de Lamme, Dzenghis Khan, Katharina de Grote, Stalin, Jeltsin. Al eeuwenlang hebben de bewoners van de Kaukasus te maken gehad met vreemde overheersers die hun land en natuurlijke hulpbronnen inpikten, de bevolking knechtten of naar Siberië deporteerden en het sterke islamitische geloof probeerden te breken.
Maar deze litanie van geweld en onderdrukking heeft de taaie bergbewoners er niet onder gekregen. Na de val van het Sovjetrijk laaide de onafhankelijkheidsstrijd zelfs extra hevig op. De Russische president Jeltsin stuurde twee jaar lang troepen naar de opstandige deelstaat, maar moest in 1996 zijn nederlaag erkennen. Met lede ogen moet hij nu toezien hoe buurrepubliek Dagestan als een volgende dominosteen op het punt staat in handen van de moslimfundamentalisten te vallen.

Het wilde oosten
De mannen die Jeltsin bestempelt als ‘criminelen’ gelden in hun thuisland als vrijheidstrijders en helden. Jos de Putter slaagde erin contact te leggen met één van deze lokale Robin Hoods en kreeg een Poolse filmploeg zover met hem het verhaal van Khoz-Ahmed Noechajev, de machtigste man van de Tsjetsjeense maffia, vast te leggen. The making of a new empire biedt een zeldzame blik op de maatschappelijke ordening in het ‘wilde oosten’.
Zo dringt de camera binnen in Noechajevs huis aan de rand van Grozny. Op de bank, omringd door lijfwachten, behoofddoekte oude tantes en talloze clanleden, vertelt de Tsjetsjeen over zijn studietijd in Moskou, waar zijn leven verstrengeld raakte met de ‘heilige strijd’ voor onafhankelijkheid. Tijdens een moskeebezoek en een wandeling over een modderig marktplein is te zien hoe hij als een plaatselijke godfather de klachten en wensen van de bevolking aanhoort, handen schudt en hier en daar een bankbiljet uitdeelt. Met hetzelfde gemak zit hij even later aan de thee met één van de drie presidenten die Tsjetsjenië tot nu toe heeft gehad.
Het verhaal over de controle over de oliepijplijn tussen Bakoe aan de Kaspische Zee en het westen vormt de rode draad in de documentaire. Deze enige verbindingslijn naar de grootste olievoorraad ter wereld, de eigenlijke aanleiding voor Jeltsin om Tsjetsjenië de oorlog te verklaren, valt nu onder de ‘bescherming’ van de lokale maffia. Noechajev sluit deals met buitenlandse investeerders en reist met de huidige president naar Londen om dit strategische belang om te zetten in zakelijk gewin. Tussen de beelden van deze politieke werkelijkheid door, ontvouwt de éminence grise zijn visie op het Tsjetsjenië van de toekomst. Dat bestaat volgens Noechajev uit een combinatie van traditioneel islamitische waarden, nationalisme en sterk leiderschap, waarin hij uiteraard voor zichzelf een belangrijke rol ziet weggelegd.

Maatpakken
De Putter zit Noechajev dicht op de huid en dit levert een uniek portret op. Maar ondanks de schijnbare openhartigheid van de maffiabaas is zijn verhaal evenmin compleet als Jeltsins stigmatiserende retoriek. De enige andere personen die sprekend in beeld komen, zijn vrienden of zakenpartners van Noechajev die zorgvuldig de beweringen van de ‘grote man’ herhalen of zich uitputten in loftuitingen aan zijn adres. Nu zal daar weinig speelruimte voor zijn geweest, maar De Putter slaagt er niet in de schaduwzijde van deze zoetgevooisde clanleider, die je als geïnformeerde Westerse kijker wel vermoedt, in beeld te krijgen. Noechajev stipt even zijn smokkelverleden aan en de alom aanwezige kalasjnikovs suggereren een op geweld gebaseerde status, maar de Kaukasische capo weet zich vooral te presenteren als bonafide leider van het volk.
De Putter biedt een plat plaatje van de interne machtsstructuren van een door politieke instabiliteit verstoorde natie. Bij gebrek aan contrasterende perspectieven en eigen commentaar slaagt hij er niet in zijn vinger op de werkelijke aard van Noechajevs machtsbasis te leggen. Het zijn vooral de uitingen van die macht die de documentairemaker ons laat zien. En dat levert een, soms vervreemdende, stroom beelden op van de in Armani-maatpakken gestoken leider in zijn gepantserde Mercedes, uitgestrekte olievelden tegen het decor van een aan stukken geschoten hoofdstad en door Elizabeth Taylor opgeluisterde jetset-feestjes.
The making of a new empire biedt Noechajev een open podium om zijn geschiedenis en die van zijn land vanuit een ander dan gebruikelijk perspectief te vertellen. Gaandeweg wordt duidelijk dat het in Tjetsjenië niet zozeer draait om het stichten van een nieuw rijk, zoals de titel van de documentaire suggereert, alswel om het verstevigen van een eeuwenoude clanstructuur en het bijbehorende systeem van cliëntelisme.
Dat Noechajev zich daar terdege van bewust is, blijkt uit de anekdote die hij tegen het einde van de film vertelt. Zijn oude strijdmakker en eerste president van Tjetsjenië, Djochar Doedajev, stelde hem eens voor een hoge klok op het centrale plein van Grozny te plaatsen waarvan de wijzers tegen de tijd inliepen. Met een mengeling van serieus enthousiasme en milde ironie stelt Noechajev: "De Tjetsjenen draaien de klok terug!"

Edo Dijksterhuis