The Kidnapping of Michel Houellebecq

Literair masochisme voor gevorderden

The Kidnapping of Michel Houellebecq speelt een hilarisch spel met het publieke imago en de reputatie van schrijver Houellebecq. De speelfilm voedt de discussie over het autobiografische gehalte van een literair werk.

Door Willem Bongers-Dek

Op het eerste gezicht is The Kidnapping of Michel Houellebecq een saaie film. De plot laat zich eenvoudig samenvatten: drie knullige mannen kidnappen een schrijver en nemen hem mee naar een afgelegen terrein. Hij verblijft daar gedurende enige dagen als onderdeel van een curieuze kleine maatschappij, bestaande uit de Poolse vader en Franse moeder van twee van de kidnappers, wat randfiguren en de ontvoerders zelf. Afgezien van drinken en roken, lezen, discussiëren, tot vervelens toe onderhandelen over het zelf mogen bezitten van een aansteker en rollebollen met een plaatselijk hoertje, doet de schrijver niet zo veel. De plot key words op de IMDb spreken boekdelen: ‘wine drinking | cigarette smoking | kidnapping | writer’.
Met dat laatste woord sluipt er echter een dimensie de film in die de zaak verandert. Het miezerige mannetje dat sigaret na sigaret rookt en zich liefst zo snel mogelijk bezat, is niemand minder dan de schrijver Michel Houellebecq. De film barst van de verwijzingen naar het werk, het leven en, vooral, de reputatie van Houellebecq. Daarmee is het bereik van deze film gedecimeerd; de vele knipogen en metagrapjes zullen hoofdzakelijk door een Frans, literair geïnteresseerd publiek gesmaakt worden.
Het uitgangspunt van de film is trouwens ontleend aan de werkelijkheid. In het najaar van 2011 was Houellebecq een tijdje zoek. Hij kwam niet opdagen bij publieke optredens en miste afspraken. De film verklaart dit gegeven (hij was ontvoerd) maar compliceert het direct: hij heeft zichzelf laten ontvoeren.

Frans volkslied
Hilarisch voor de insiders zijn de droge scènes waarin Michel — zoals hij opvallend vaak familiair aangesproken wordt — vruchteloos probeert het Franse volkslied te fluiten. Tekenend voor Houellebecqs rebellie is ook zijn verhouding tot wijn, het Franse identiteitsproduct bij uitstek. Hij vraagt nadrukkelijk om Spaanse wijn. En wat te denken van de scène waarin het personage Houellebecq agressief uitroept dat niemand hem mag tegenspreken als het over literatuur gaat en dat hij beslist niet tolerant is? Of het moment waarop hij zegt dat zijn grootvader stierf in Auschwitz? Of zijn verklaring dat Zweden een dictatuur is, dat Europa toe is aan een revolutie en dat Brussel een mooie plek zou zijn voor een burgeroorlog? Dit spel met zijn publieke imago en contraire reputatie overheerst de film.
Daarin vertoont de film overeenkomsten met zijn laatste roman La carte et le territoire (De kaart en het gebied, 2010), waarin het alcoholistische personage Michel Houellebecq wordt ontvoerd, vermoord en in stukjes gesneden. Zowel het boek als de film zijn automasochistisch: Houellebecq laat zich als personage ontvoeren en creëert en passant een ambigue tegenstem die niet eenvoudig in te passen is in het discours dat rondom deze auteur is ontstaan. Door dit masochisme komt hij opvallend dicht bij een schrijver die in zijn oeuvre en in deze film een rol speelt: de grote Amerikaanse horrorauteur aan wie hij zijn eerste prozawerk, H.P. Lovecraft — Contre le monde, contra la vie (H.P. Lovecraft — Tegen de wereld, tegen het leven, 1991), wijdde.

Bebloed kussen
In Lovecrafts werk zijn de slachtoffers telkens Lovecraftachtige personages: ‘beleefde, elegante lieden met verfijnde manieren’. Buiten deze overeenkomst, vallen vooral de tegenstellingen op. Zo is het werk van Lovecraft nadrukkelijk gespeend van geld en seks, terwijl de strijd om het losgeld en de seks met de ingehuurde Fatima motieven in de film zijn. Belangrijker nog is de discussie over het autobiografische gehalte van het literaire werk van een schrijver, die zowel in als door deze film gevoerd wordt. Ook hier is Lovecraft het afzetpunt. Een van de ontvoerders heeft namelijk Houellebecqs eerste boek gelezen en vraagt hem of het werkelijk waar is dat hij een kussen heeft gekocht met daarop speeksel en bloed van Lovecraft. Michel ontkent dat hij dat gedaan heeft, waarop zij fors ruzie krijgen. Voor de kijkers thuis: in H.P. Lovecraft staat niets over een bebloed kussen, maar dat is het punt niet. Het punt is: wie mag bepalen waar een werk, een oeuvre, een schrijversleven over gaat? De schrijver, de lezer, de kijker? The Kidnapping of Michel Houellebecq is daar, net als het werk van Houellebecq, niet duidelijk over maar biedt juist stof voor discussie.