The Hunger Games

Strijdster in een jurk van vuur

In de toekomstige wereld van het extreem spannende The Hunger Games moet Katniss een strijd op leven en dood voeren. Regisseur Gary Ross had een nog beklemmender film gemaakt als hij de gevechten explicieter in beeld had gebracht.

The Hunger Games is een extreem spannende actiefilm. Jennifer Lawrence bewijst zich als een ijzersterke hoofdrolspeelster, die de kijker meteen inpakt als de rebelse Katniss Everdeen. Het moet dan ook raar lopen wil deze vakkundige bewerking van Suzanne Collins’ razend populaire jongerenroman geen mega-kaskraker worden.

Dat gezegd zijnde is The Hunger Games toch ook een frustrerende film, omdat je je niet aan de indruk kunt onttrekken dat de filmmakers een prima film hebben gemaakt, terwijl ze de grootse film die erin zat links hebben laten liggen. Net zoals voor miljoenen bioscoopgangers het geval zal zijn, vormde de verfilming door Gary Ross (Pleasantville, Seabiscuit) voor mij de eerste introductie tot de toekomstige wereld waar Katniss haar strijd op leven en dood moet voeren. Ook zonder kennis van het (inmiddels ademloos ingehaalde) boek, dat geschreven is vanuit Katniss’ beleving, in de eerste persoon tegenwoordige tijd, viel het mij op dat het scenario regelmatig worstelt met het vinden van het juiste perspectief.

Losse pols
In de introductie maakt Ross nog regelmatig effectief gebruik van opnamen uit de hysterische tv-show waarin een blauw-bepruikte ijdeltuit (Stanley Tucci) verslag doet van de door een totalitaire overheid georganiseerde Hongerspelen. Dit wrede evenement, waarin jongeren uit twaalf na een opstand gestrafte districten elkaar op leven en dood moeten bestrijden, levert uiteraard gewelddadige confrontaties op tussen de deelnemers. Doordat het woud dat als arena dient voor deze hevig gemanipuleerde strijd is volgeplempt met camera’s, valt ieder aspect van de Hongerspelen te volgen op beeldschermen.

Het zou voor de hand liggen om de gewelddadige ‘hoogtepunten’ van de Spelen te tonen zoals het televisiepubliek in het fictieve rijk Panem ze zou zien. In plaats daarvan is elk gevecht hyperactief gemonteerd, geschoten op een shaky-cam vanuit verschillende standpunten. In tegenstelling tot Collins’ boeken, waarin alle bloederige en infecterende details in detail besproken worden door Katniss, geven de uit de losse pols geschoten vechttaferelen alleen maar de indruk van dynamiek, terwijl je in feite nauwelijks ziet wat er gebeurt. Het is waarschijnlijk dat Ross voor deze aanpak heeft gekozen om de film geschikt te maken voor kijkers vanaf twaalf jaar. De film was beslist beklemmender geworden als de filmmakers hadden durven kiezen voor de veel directere en explicietere aanpak van Kinji Fukusaku in zijn thematisch nauw verwante bloedsportklassieker Battle Royale (2000).

Hip en stoer
Niet alleen de Hongerspelen zelf hadden (nog) spannender gefilmd kunnen zijn. Ook het toekomstige Amerika dat Collins schetst, pakt niet overal overtuigend uit. Het is best aannemelijk dat na een apocalyptische gebeurtenis de heerschappij is ingenomen door een opportunistisch totalitair regime. Dat deze fascisten zich in symboliek en bouwkunst spiegelen aan Romeinse en Griekse voorbeelden is ook niet zo vergezocht, net zo min als het verrassend is dat deze machtshebbers decennia geleden een volksopstand bloederig hebben neergeslagen.

Toch vallen de kleding en de mores van de verschillende bevolkingsgroepen lastig met elkaar te rijmen. Je kunt nog wel snappen dat de bewoners van Katniss’ armoedige mijnwerkersdistrict zich eenvoudig kleden in een Kleine huis op de prairie-stijl, die hen er bovendien laat uitzien als onschuldige concentratiekampslachtoffers wanneer zij bijeen worden gedreven door regeringstroepen. Een dergelijke context ontbreekt echter bij de uitdossingen en technologieën in de hoofdstad, Capitol. Zelfs decadentie heeft een onderliggende logica, en het is lastig om het DDR-logo van de machthebbers en de gelikte Minority Report-technologie van de Spelen-organisatoren te rijmen met de barokke modevoorkeuren van de Capitol fashionista’s, die in de kleren lijken gestoken door een op LSD trippende Vivienne Westwood. De vormgevers hebben zich lekker uitgeleefd op wat zij zelf hip en stoer vonden, maar hun creaties zaaien vooral verwarring over de verhoudingen in deze samenleving.

Gelukkig zijn de uitdossingen van Katliss wel ontworpen om haar personage te versterken. De entree die de jonge strijdster mag maken in een jurk van vuur is een van de meest memorabele momenten in de film. Die ik dus erg goed vond, maar die ik ervan beschuldig dat hij nog veel beter had kunnen zijn. En had moeten zijn.