Radu Jude over The Happiest Girl in the World

Achter de schermen van een namaakwereld

Na zijn prijzenmagneet The Tube with the Hat was het voor Roemeense kortfilm- en reclameregisseur Radu Jude (1977) tijd voor zijn speelfilmdebuut. In The Happiest Girl in the World gaat een plattelandstiener voor een reclamespotje naar Boekarest en krijgt daar mot met haar familie over wat het beste voor haar is. We spraken de regisseur tijdens het Transilvania Film Festival in Roemenië.

Iedereen is een winnaar. Die schijnoptimistische boodschap staat centraal in de Roemeens-Nederlandse coproductie The Happiest Girl in the World (niet toevallig ook de titel van een vrolijke Hollywood-musical uit de jaren zestig). Maar hoe gelukkig is de achttienjarige Delia die in Boekarest in haar pas gewonnen auto haar geluk gaat beproeven als model? En hoe maakbaar is geluk? In tegenstelling tot veel films van de nieuwe Roemeense filmgolf, blijft The Happiest Girl in the World vlinderlicht in z’n schets van een land in verandering.

In welke mate is de familiedynamiek in uw film typisch Roemeens? “De film gaat over een Roemeense familie, maar ik denk wel dat deze problemen hetzelfde zijn voor bijna alle families. Ouders denken te weten wat het beste voor hun kinderen is, en proberen anderen, en dan met name kinderen die zich moeilijk kunnen verdedigen, ervan te overtuigen dat hun ideeën de juiste zijn. Ik geloof het Foucault was die zei dat de kinderen de politieke gevangenen van hun ouders zijn…”

De familie komt van het platteland maar het verhaal speelt zich af in Boekarest. Hoe belangrijk is dit contrast? “Het is zeker relevant. Het is niet het belangrijkste gegeven van de film maar het gaat wel over dit verschil en over het feit dat de mensen van het platteland een soort haat-liefdeverhouding met de grote stad hebben.”

De hoofdrolspeelster is een tiener zonder acteerervaring. Was u niet bang dat het succes van uw eerste speelfilm afhankelijk zou zijn van de kwaliteit van haar spel? “Nee. Ik wilde deze film koste wat het kost maken. Ik zou het zelfs geaccepteerd hebben om een slechte film te maken, en misschien heb ik dat ook wel gedaan. Voor de hoofdrol heb ik ongeveer vijftienhonderd meisjes voorbij zien komen, die we tot drie hebben teruggebracht. De uiteindelijke keuze was natuurlijk het lastigst.”

De film is een coproductie met Nederland en ontving ook steun van het Hubert Bals Fonds. Hoe was de samenwerking met Nederland? “Ik ben het Hubert Bals Fonds zeer dankbaar, het is fantastisch dat het bestaat. De soundmix hebben we in Studio Warnier in Amsterdam gedaan, en de mensen daar waren professioneel en erg aardig. Maar ik ben vooral onze Nederlandse producente Stienette Bosklopper erg dankbaar. Ze is een van de aardigste Europese producers die ik ken, de meesten zijn gierige bureaucraten! Stienette is slim én houdt van film en is altijd cool en ontspannen.”

De film is gebaseerd op waargebeurde feiten. In hoeverre is het scenario fictief? “Het centrale gegeven is gebaseerd op ware gebeurtenissen en enkele andere situaties komen voort uit mijn ervaringen in de reclamewereld. De relatie tussen het meisje en haar ouders werd gedeeltelijk geconstrueerd vanuit mijn eigen ervaringen en die van Augustina Stanciu, mijn coscenariste.”

Wat vindt u van de term ‘Noul val românesc‘? En maakt volgens u uw film er deel van uit? “Deze zogenaamde ‘nieuwe golf’ bestaat uit enkele zeer getalenteerde regisseurs. Vergeleken met hen zit ik niet op een golf maar ergens bij de bodem van de oceaan! Mijn editor Catalin Cristutiu en cameraman Marius Panduru hebben aan vele noul val-films meegewerkt, omdat het vakmensen zijn. Ikzelf zie mezelf niet als auteur, ik zou om het even welk goed scenario kunnen verfilmen.”

U laat goed zien hoe alles in een reclamefilmpje volledig namaak is. Was u niet bang dat de kijker dit ook over uw film zou denken? “Natuurlijk is dit fictieve verhaal een leugen, maar misschien kan ik de kijkers op een ander niveau iets echts meegeven. Ik denk niet dat dit kijkje achter de schermen mensen zal afschrikken, en het is belangrijk dat kijkers weten dat het maken van films geen serieuze business is. Integendeel, het is belachelijk en stom.”