The Green Inferno en Knock Knock (Eli Roth over)

Op zoek naar de ideale Pizza Cannibale

Roth regisseert kannibalen op de set van The Green Inferno

"Eli Roth is waar horror op wachtte", zei Quentin Tarantino na het rauwe horrordebuut Cabin Fever. Op Hostel en een rol in Inglourious Basterds na bleef Roth echter lang onder de radar. Daar komt verandering in met een intrigerend tweeluik: de Funny Games-variant Knock Knock en The Green Inferno, een ode aan schandaalfilm Cannibal Holocaust.

Door Ivo De Kock

"Ik ben zo opgewonden, ik hoorde dat iemand gisteren flauwviel tijdens de Deauville-première van The Green Inferno!" Zo steekt Eli Roth zelf van wal en we herkennen de opgewonden en speelse provocateur die na Hostel (2005) een lans brak voor "de voor volwassenen gemaakte jaren 70-films die schokkend en relevant blijven". Tien jaar later verzekert hij ons dat tijdens de première van Hostel écht twee ambulances onwel geworden toeschouwers afvoerden.
Roth is de eerste om zijn films te relativeren maar ze zijn allerminst vrijblijvend. Ze houden onze maatschappij een spiegel voor. Dat verstoort. The Green Inferno krijgt kritiek van mensenrechtenorganisaties en wordt in Frankrijk door de bioscopen zelfs geweerd uit de zalen (en veroordeeld tot video on demand). "Een gewelddadige film de schuld geven van problemen in bioscopen is krankzinnig", foetert Roth, "fans en journalisten moeten protesteren tegen dergelijke censuur."
Het is niet voor het eerst dat Roth omstreden is. Cabin Fever (2002), waar jongeren in een afgelegen boshut belaagd worden door vreemde figuren en een vleesetend virus, ontsnapte als genreoefening nog aan kritiek, maar Hostel werd neergesabeld als cynische torture porn. Vooral omwille van het expliciete karakter van dit gruwelverhaal waarin Amerikaanse geile rugzaktoeristen het slachtoffer worden van een ‘industrie’ gespecialiseerd in het voor de kick martelen en doden van mensen. "Hostel gaat over opwinding en uitbuiting", stelt hij, "het is een afdaling in de hel die de post-9/11-angstcultuur weerspiegelt."
De filmmaker voert een spel op met de driehoek plezier-angst-gruwel en maakt menselijke perversies als martelingen en wraak tot motor en onderwerp van het verhaal. De toeschouwer dreigt even schuldig te worden als de personages wanneer er uiteindelijk een afrekening plaatsvindt. "Dit is een héél héél gewelddadige film", geeft Roth toe, "maar ik lever ook commentaar op Amerikanen die naar vreemde landen gaan en denken er alles en iedereen te kunnen kopen."

Pizza Cannibale
Die Amerikaanse arrogantie neemt hij ook in The Green Inferno (2014) op de korrel. Ditmaal zijn jonge activisten die in het amazonewoud actie gaan voeren het slachtoffer. De studenten die de houtkap op de agenda willen plaatsen, ontwaken in een andere realiteit wanneer ze na het neerstorten van hun vliegtuig gevangen genomen worden door een stam kannibalen die wel een McAmerikaan lusten. Roth serveert ons zijn typische mix van humor en gruwel. The Green Inferno start als een satire maar via actie belanden we snel bij gore. Stevige gore want er wordt niet gekeken op een liter bloed of een geamputeerd lichaamsdeel meer of minder. Net voor de walging toeslaat verandert Roth de toon door een (niet altijd subtiele) grap of knipoog. Om even later weer te verrassen met een nieuwe geweldexplosie.
Dit schijnbaar chaotisch proces van afwisselend aantrekken en afstoten verklaart Roth met zijn pizza-­theorie voor de perfecte film: "Gore is zoals een pizza, die moet de juiste hoeveelheid kaas, tomatensaus en toppings hebben. Wanneer er te veel van het ene of het andere is, zit de smaak niet goed. Elk horrorverhaal heeft zijn ideale dosering. Bij te veel gruwel wordt het vervelend, bij te weinig gruwel blijf je op je honger zitten. Alles draait om de juiste verhouding en de ideale timing. Het snijden van een keel werkt in The Green Inferno omdat het onverwacht komt. Ik beoogde het effect dat Michael Haneke bereikt in Caché: mensen praten en praten tot er plots gruwel opduikt."
Niet iedereen verteert Roths Pizza Cannibale maar hoe omstreden The Green Inferno ook is, de commotie verbleekt bij de opschudding rond de schandaalfilm die Roth inspireerde. Ruggero Deodato’s Cannibal Holocaust uit 1980 is ongetwijfeld de meest controversiële film uit de filmgeschiedenis. Wanneer documentairemakers in het Amazonegebied verdwijnen blijken ze te zijn gedood en opgepeuzeld door een lokale stam. Deodata liet dieren voor de camera afslachten en bracht het geweld tegen mensen zo realistisch in beeld dat de vraag rees of het hier niet om een snuff movie ging. Onterecht, maar de film werd wel in veel landen verboden.
Roth betreurt dat de Italiaanse kannibalenfilms uit de jaren 70 "zelfs voor horrorliefhebbers gelden als het slechtste van het slechtste. Ik verdedig het doden van dieren niet, maar mensen vergeten dat bij het draaien van al die grote klassieke Amerikaanse westerns veel dieren sneuvelden. Men liet paarden immers vallen door aan een touw te trekken en daarbij braken ze hun benen. Ik betreur vooral dat een ‘gevaarlijk’ soort cinema verloren is gegaan. Filmmakers nemen geen risico’s meer, spelen op veilig. Ik heb heimwee naar de dangerous filmmakers van vroeger, naar films die taboes doorbraken."
Daarom vindt hij het jammer dat films zoals Joe D’Amato’s Papaya dei Caraibi en Umberto Lenzi’s Cannibal Ferox in de vergetelheid zijn beland. "Ze zouden ook niet meer gemaakt kunnen worden omdat de jungle in Colombia niet meer bestaat", beseft Roth. Dat bracht hem bij een onderwerp, ‘jongeren die naar de jungle trekken om de natuur te beschermen’. De vraag was: waarom nú een kannibalenfilm maken? Ik kwam uit bij het via sociale media lopende activisme waarbij iedereen tweet en hashtagt om anderen aan de schandpaal te nagelen. Wanneer je niet meedoet krijg je ervan langs. Toen Joseph Kony in het nieuws kwam explodeerde Twitter en moest iedereen tweeten over kindsoldaten. Wie dat niet deed werd onverschilligheid verweten. Maar een week voordien had niemand van Kony gehoord. En twee weken later was iedereen alles vergeten en ging het over Pussy Riot. Of Boko Haram. Het begint als een goede zaak maar iedereen begint het te tweeten, niet omdat ze erom geven, maar omdat ze willen dat het lijkt of ze erom geven."
De jongeren in The Green Inferno "willen het amazonewoud niet redden, ze willen gezien worden als redders. Ze raken vooral opgewonden wanneer ze zien wat ze op Twitter teweeg brachten en hoe populair ze zijn op reddit. Activisme kan geweldig zijn maar vaak is men ermee bezig om een beter gevoel over zichzelf willen krijgen." Roth combineerde dit met het "idee van de clash van culturen. Cabin Fever, Hostel en The Green Inferno vormen mijn reistrilogie: in Cabin Fever gaan jongeren voor drank, in Hostel voor seks en in The Green Inferno voor ijdelheid. De super hightech kids botsen met mensen die nog nooit een mobiele telefoon hebben gezien."

Verleiding
In zijn huis clos thriller Knock Knock (2015) gaat het over een clash van generaties (twintigers en veertigers) en over wat sociale media en internet doen met ons leven ("vroeger ontdekte de partner eventueel overspel, nu bewijst de publicatie van de Ashley Madison-lijst met 32 miljoen namen van vreemdgaande mensen dat iedereen het meteen weet"). Deze remake van de jaren 70 B-film Death Game is volgens Roth geïnspireerd door "Paul Verhoevens visie op de relatie tussen geweld en seks". Keanu Reeves is een architect die gelukkig lijkt met zijn vrouw en kinderen, maar ongelukkig is: "De seksuele relatie met zijn vrouw is verstoord, hij verwerkt dit door ‘het monster’ te spelen, hij staat lager op de ladder van het gezin dan de hond en alhoewel het vaderdag is laten ze hem alleen achter. Bovendien domineert zijn vrouw het huis met haar kunstwerken. Alles draait om haar en dat frustreert hem. Dan duiken twee mooie jonge meisjes op die hem wél cool vinden en seks met hem willen hebben."
Alles ontspoort wanneer hij hen de volgende ochtend wil afwimpelen. "Dat maakt hen boos. Wanneer hij had gezegd. ‘wat een nacht, dat zette me aan het denken, ik ga mijn vrouw zeggen hoe ongelukkig ik ben’, zouden de meisjes niet zo gewelddadig gereageerd hebben. Ze vinden dat hij een hypocriet is." De bron van het kwaad ligt bij de man die de verleiding en de leugen in huis haalt. "In mijn fantasie zijn de meisjes zelfs niet echt", zegt Roth, "deze sensuele wezens zijn de uitdrukking van Keanu’s id, ze duiken op om de kunstwerken te vernietigen die illustreren hoe hij de assistent van iedereen werd. Het kan zich dus in zijn hoofd afspelen. De film gaat over hoe onderdrukte gevoelens zich steeds op een of andere wijze manifesteren."

Knock Knock

Daarbij last Roth opnieuw een Haneke-moment in (één druppel bloed veroorzaakt door een vork) en vervangt hij "het stukhakken van lichaamsdelen door het stukslaan van kunstwerken, iets wat je verondersteld wordt niet te doen. In Hostel en The Green Inferno moeten lichamen eraan geloven maar in Knock Knock onthoofden de meisjes een standbeeld. Dat sloopwerk voelt als een verontrustende aanranding. Wat me interesseerde was het geweld te transponeren naar een ander soort geweld, een daad die iemands leven vernietigt."