THE GODDESS OF 1967

Rolletjeskoffer over een zandweg

  • Datum 24-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE GODDESS OF 1967
  • Regie
    Clara Law
    Te zien vanaf
    01-01-2000
    Land
    Australië
  • Deel dit artikel

Na het in kruidenthee gedrenkte Floating life kiest Clara Law in The goddess of 1967 voor de magische combinatie van een Citroën en de Australische Outback. Dit resulteert in een wat stuurloze, maar zeer intrigerende aaneenschakeling van beeldschone, pijnlijke en bizarre scènes.

Vertrekpunt voor The goddess of 1967 is een kil appartement in Tokio, waar yup JM zijn luie leventje vult met sekspelletjes en het voeren van zijn twee koraalslangen. De jongeman koestert niettemin een groot verlangen: een Citroën DS! Voor 40.000 pond staat ze in Australië op hem te wachten, een glanzend rood exemplaar, bouwjaar 1967. Hun kennismaking is zeker een van de meest ontroerende ontmoetingen tussen mens en machine uit de filmgeschiedenis. De verder mooi onderkoeld acterende Rikiya Kurokawa gooit alle remmen los en huilt dikke tranen nadat hij achter het stuur is gekropen. En dat terwijl zijn personage even tevoren een diepvriesrat ontdooide om de slangen te voeren.
JM moet echter heel wat bergen verzetten eer hij de auto de zijne mag noemen. De verkoper blijkt een bedrieger en heeft zichzelf door het hoofd geschoten. Met diens blinde nichtje BG (energiek gespeeld door Rose Byrne) gaat JM op zoek naar de rechtmatige eigenaar. Een trip die hen dwars door Australië voert — in de DS natuurlijk. Zo wordt The goddess of 1967 een echte roadmovie, met de sfeer als brandstof en weinig aandacht voor de cultuurconflicten waar Floating life over ging. Law en scenariopartner Eddie L.C. Fong stond duidelijk een meer dubbelzinnige, associatieve film voor ogen.

Mars
Een duidelijk thema ontbreekt dan ook, en dat maakt de film tot een wat stuurloze, zij het zeer intrigerende aaneenschakeling van beeldschone, pijnlijke en bizarre scènes. Wat bijblijft is JM met zijn rolletjeskoffer op een eindeloze zandweg, BG die een aanrander choqueert met haar kuisheidsgordel, of de onvergelijkbare dansles in het hotel. En elke Citroën-aanbidder zal zich vinden in de manier waarop Law, met behulp van achtergrondprojectie, onalledaags kleurgebruik en Dion Beebe’s ijle camerawerk, de DS doet opstijgen en zweven: de ultieme fusie van auto- en filmtechniek.
Door de stijl en de vele flashbacks raak je ook zelf aan het associëren, en daarin schuilt de kracht van The goddess of 1967. BG’s rode haar versmelt met het chroom van de DS, en wanneer ze liefkozend in JM’s hand bijt, herinnert dat aan de hagedis die eerder zijn vinger niet los liet. De dialogen gooien er een schepje boven op. "Tokio is als leven op Mars", zegt JM. "Niet de planeet, maar de chocoladereep." Een lieve, luchtige zin, even logisch als absurd, die precies beschrijft hoe de film aanvoelt als hij op z’n best is. Op die momenten past alles bij elkaar en kun je je best voorstellen dat Tokio iets wegheeft van een chocoladereep met glibberige vulling.
Law slaat de plank mis wanneer zij in de finale al te letterlijk een verborgen werkelijkheid wil openbaren. Het ondergrondse rattendiner met Verdi’s requiem als tafelmuziek dissoneert in zijn pretentieuze driestuiverhorror vreselijk met de rest van de film. Van een universum waar het ene elementje bij het andere hoort, lijk je te zijn beland in een stramme remake van de kelderclimax uit The silence of the lambs. Erg jammer. Alsof je bewonderend om een briljant ontworpen auto loopt, en plotseling ziet dat iemand een lelijke vloek in de carrosserie heeft gekrast.

Kevin Toma