Tanzania Transit

Widescreen in de trein door de woestijn

  • Datum 02-05-2018
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Tanzania Transit
  • Regie
    Jeroen van Velzen
    Te zien vanaf
    01-01-2018
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Dwars door Tanzania rijdt een trein, van Dar es Salaam aan de Indische Oceaan naar Kigoma aan het Tanganyikameer. Jeroen van Velzen ging aan boord en filmde 1200 kilometer lang mensen met hetzelfde doel, maar niet dezelfde bestemming.

Vanaf de eerste beelden vanuit het geopende raam van de trein van Dar es Salaam naar Kigoma, 1200 kilometer dwars door Tanzania, van de Indische Oceaan naar het Tanganyikameer, dwars door de dorre woestijn, heeft Jeroen van Velzens Tanzania Transit me te pakken. Ik ben dan ook nogal dol op treinen. Op die ervaring van het stilzitten en in beweging zijn tegelijkertijd. Naar films van treinen kijken komt daar dichtbij. Door die stroom van wagons met hun regelmatige ramen die als filmstroken door het landschap kronkelen. Door de films van werkelijkheden die door die ramen aan je voorbijtrekken. Om het feit dat als de film nooit was uitgevonden, deze filmische ervaring van de spoorreis er niet door zou veranderen. Maar ook door de link die er van oudsher wél tussen film en treinen is.
De ramen zijn een kader. Natuurlijk. Maar ze vallen ook in het kader van de film. Het is een verdubbeling die je ogen op scherp zet.
Het concept van Tanzania Transit is simpel. Van Velzen, die deels in buurland Kenia opgroeide, en daar ook zijn eerste documentaires Wavumba (2011) en A Goat for a Vote (2014) situeerde, filmde tijdens de drie dagen durende treinreis het leven in deze microkosmos, deze mini-klassenmaatschappij waarin mensen noodgedwongen kortstondig met elkaar op een klein oppervlak verblijven. Per raam of doorkijkje wisselt hij zijn kader-in-kader af. Widescreen vistas. Verticale schuiframen. Allen op reis. Allen met hetzelfde doel. Maar niet noodzakelijkerwijs met dezelfde bestemming.

Het lied van de wielen
Het is niet de eerste film die dit procedé volgt. Maar dat is niet erg. De vernieuwing zit in de ervaring van het kijken. Zonder commentaar of aanvullende informatie maken we — als het ware als medereizigers — kennis met prediker en ex-crimineel Peter, die de treinreis gebruikt om zieltjes te winnen, niet alleen een spirituele transactie; barkeepster Rukia; en grootvader en kleinzoon Isaya en William, Masai die te stellen hebben met het racisme van de Sukuma-meerderheid. Drie gezichtspunten, drie vertegenwoordigers van een maatschappij die even divers is als de treinpopulatie, en die even tot rust lijkt gekomen op de cadans van de wielen.
Schommelend als een ezel, aldus Isaya, die zich herinnert hoe een man uit zijn dorp altijd ’tangi moshi’ zong om het geluid van de wielen op de wissels te imiteren. Hij is waarschijnlijk een van de laatste mensen die we in een film zullen zien die niet onder de indruk is van modernisering en vooruitgang. Die een nog niet gemedialiseerde blik op de wereld heeft. Hij herkent zijn kleinzoon — die in de stad in zijn levensonderhoud voorziet door met een Masai-dansgroep op te treden — niet op een YouTube-filmpje, snapt niet "hoe" hij "in" die televisie is "terechtgekomen" en vindt dat het geld dat daar allemaal voor is betaald beter aan koeien besteed had kunnen worden. Maar er zit geen conservatisme of anti-vooruitgangsdenken in zijn woorden. Hij brengt het allemaal broodnuchter, zelfs met relativerende humor.
Daartegenover staat dan weer de christelijke prediker Peter die luidkeels zijn telefoonnummer door de trein roept, zodat mensen hem kunnen sms’en als ze willen dat hij voor ze bidt.
Er schuilt een enorme rijkdom aan associaties achter de ogenschijnlijk simpele observaties van de film. Eigenlijk komt alles voorbij: kolonialisme en stammenstrijd, racisme en seksisme. Je ogen kijken. En het ’tangi moshi, tangi moshi’ — wat gezongen precies het lied van de wielen zingt — ordent en opent meditatief je gedachten.

Dana Linssen