Suspiria

Pruttelende heksenketel

  • Datum 23-10-2018
  • Auteur Mike Lebbing
  • Thema Filmkrant 414
  • Gerelateerde Films Suspiria
  • Regie
    Luca Guadagnino
    Te zien vanaf
    15-11-2018
    Land
    Italië/Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Luca Guadagnino’s ambitie reikte na zijn Oscarwinnaar Call Me By Your Name zo ver dat hij zich waagde aan een remake van de horrorklassieker Suspiria. Het is een contemporaine versie geworden die fans van het origineel niet gemakkelijk zal kunnen bekoren.

In het midden van de jaren zeventig bezat regisseur Dario Argento in Italië de status van een rockster. Hij was de koning van de giallo, het populaire Italiaanse moordmysterie, een genre dat hij eigenhandig had vernieuwd met een synthese van flamboyante moordpartijen, hypergestileerde fotografie en originele verhaallijnen. Met Profondo rosso/Deep Red (1975) had Argento de verste grenzen van het genre opgezocht. Hij wilde het realistische giallo-kader verlaten en was klaar voor een nieuwe stap.

Dat werd Suspiria (1977), een lyrische horrorfilm waarmee hij brak met genreconventies en de mogelijkheden van beeld en geluid in de cinema oprekte. De minimalistische plot baseerde Argento op een verhaal van zijn muze en co-scenariste Daria Nicolodi. Naar verluidt volgde Nicolodi’s grootmoeder als jongedame pianolessen op een Duits conservatorium, ontdekte dat de docentes ook lesgaven in zwarte magie, stuitte er op meer duistere zaken en verliet in doodsangst de opleiding. Samen verwerkten ze het curieuze verhaal in een scenario over een balletschool die een dekmantel is voor de occulte praktijken van een groep heksen.

Om de beperkingen van het verhaal te omzeilen zette Argento onder meer in op overweldigende decors van een dansacademie, waarbij bijvoorbeeld de hooggeplaatste deurklinken de balletdanseressen het gevoel gaven in een kindersprookje rond te dolen. De ware meesterzet bedacht Argento met cameraman Luciano Tovoli. Het duo wist een partij oud Kodaknegatief in China op te sporen, waarmee het kleurenpalet van Walt Disneyfilms als Snow White And The Seven Dwarfs (1937) kon worden geëvenaard. De hoeveelheid filmnegatief was zeer beperkt, dus bijna elk shot moest een voltreffer betekenen. Vervolgens lieten ze de film door Technicolor ontwikkelen volgens het oude three-strip-procedé, waardoor de kleurenintensiteit ongekend was en close-ups een bijna driedimensionale kwaliteit kregen.

De innovatiedrang legde Argento geen windeieren. Suspiria werd zijn grootste succes en is alom erkend als klassieker in het horrorgenre, een film als geen andere, een heksenketel van beeld en geluid, met extreme moordscènes en een soundtrack die de nekharen overeind doet staan. Een film waarin de stijl de inhoud op briljante wijze vervangt.

In zijn jeugd raakte Luca Guadagnino geobsedeerd door Argento en Suspiria, een film die hem naar eigen zeggen nooit meer losliet. Na het succes van Call Me By Your Name gaf Amazon Studios de regisseur de mogelijkheid zijn eigen versie te maken, die dezelfde naam draagt en het duo Argento-Nicolodi in de credits vermeldt.

Het is een film geworden die alleen een aantal plotovereenkomsten met het origineel kent, en daarnaast citeert uit Inferno (1980), Argento’s vervolg op Suspiria. Guadagnino besefte goed dat de visuele kwaliteiten van dit magnum opus nooit meer te evenaren zijn. Hij schakelde daarom over op een palet vol grijstinten, een fraaie herfstachtige setting in Berlijn anno 1977 en een ingetogen soundtrack van Thom Yorke. Ook bracht hij het ballet naar de voorgrond: de choreografie is overtuigend, in tegenstelling tot de oppervlakkige dansscènes zo oppervlakkig als in Argento’s versie.

Ook in de remake komt danseres Susie Bannion (Dakota Johnson) naar Europa om lessen te gaan volgen op een balletacademie. Ze ontwikkelt een sterke band met lerares Madame Blanc (Tilda Swinton, in topvorm) en medestudente Sara (Mia Goth). Laatstgenoemde ontdekt dat er vreemde zaken plaatsvinden op de academie, gaat op onderzoek uit en stuit op een sinister geheim.

Guadagnino had er goed aan gedaan zich bij deze kern te houden, want stilistisch pakt hij af en toe fraai uit en de situering bij de Berlijnse Muur zorgt voor een intrigerende sfeer. Maar net als in A Bigger Splash, waarmee hij een amechtige remake maakte van de veruit superieure thriller La piscine, voegt hij zijpaden toe die de genrematerie zogenaamd zouden moeten verrijken, maar uiteindelijk vooral een pretentieuze indruk maken (de film wordt ingeleid als Six acts and an epilogue, set in divided Berlin). Bovendien halen de overdreven uitleggerij, de fors aangezette strijd tussen matriarchale en patriarchale structuren en een volstrekt emotieloos bloedbad de angel uit de film, die daardoor hoogst zelden griezelig wordt.

Ook zijn de frequent gebruikte beeld- en geluidsfragmenten van de Blutiger Herbst van 1977, toen de voornamelijk door vrouwen geleide RAF de BRD onderdompelde in totale terreur, een opzichtige vergelijking met de sektarische regels van de heksen op de dansacademie. Veel pijnlijker nog is het dat scenarist David Kajganich (A Bigger Splash) een omslachtige en overbodige subplot wijdt aan de bejaarde psychiater Josef Klemperer (opnieuw Swinton), die door zijn patiënte Patricia (Chloë Grace Moretz) bij de heksenintrige betrokken raakt en zelf worstelt met demonen uit het Duitse oorlogsverleden. Vergeleken met Argento’s helse beeldenstorm – die overigens ook een vrijwel geheel vrouwelijke cast kende – blijft Guadagnino’s versie op deze manier niet veel meer dan een pruttelende heksenketel.