SuperClásico

Regisseur Ole Christian Madsen moest met een opvolger zien te komen van de meest succesvolle Deense film ooit: het verzetsdrama Flame & Citron (2008). Hij volgde zijn passie voor wijn en voetbal en kwam uit in Zuid-Amerika.

Het is voor veel middelbare mannen een hard gelag wanneer hun vrouw een stuk succesvoller blijkt dan zij. En als ze dan ook nog moeten opboksen tegen een veel jongere minaar, tja, dan is die midlifecrisis wel gearriveerd. Het overkomt Christian (Anders Berthelsen), een verkoper van dure wijnen die vooral zichzelf als goede klant heeft. Terwijl zijn winkel op een faillissement afstevent, ontvangt hij de scheidingspapieren van zijn echtgenote Anna (Paprika Steen). Helemaal uit Argentinië, want Anna is een geslaagd voetbalmakelaar die is ingetrokken bij een van haar ontdekkingen. Aanvaller Juan Diaz speelt bij topclub Boca Juniors, en wil graag met blonde Anna trouwen. Of Christian maar even snel zijn handtekening wil zetten. Die heeft een beter idee. Hij vertrekt met zijn zoon naar Buenos Aires om in elk geval een poging te doen Anna van haar onzalige plan af te helpen.

Kolkende waanzin
De distributeur van SuperClásico grijpt de aanstaande EK-gekte aan om deze Deense bioscoophit een zetje in de rug te geven. Prima idee natuurlijk voor een film die onder meer de kolkende waanzin van de echte Superclásico (de derby tussen Boca Juniors en River Plate) toont. Maar voetbal is toch vooral het decor waartegen deze relatiekomedie zich afspeelt. Madsen steekt met zichtbaar plezier de draak met de tobbende vijftiger die door én de tijd, én zijn veel ondernemender echtgenote is ingehaald. Christian had gemakkelijk een deerniswekkende figuur kunnen zijn als hij niet werd vertolkt door Anders Berthelsen (Italian for Beginners). Een zalig acteur, die zijn onbeholpen personage ook een dosis humor en sympathie meegeeft. Door Latijnse passie tegenover Scandinavische kilheid te plaatsen, schopt Madsen heel wat open deuren in. Maar een klucht wordt het nooit, daarvoor houdt deze regisseur te veel van zijn personages.

Mark van den Tempel