STOP-LOSS

Viet-Irak

  • Datum 06-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films STOP-LOSS
  • Regie
    Kimberly Peirce
    Te zien vanaf
    01-01-2008
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Niet alleen de oorlog in Irak doet aan Vietnam denken, maar ook de Hollywoodfilms erover. Het stelt filmmakers voor een probleem.

In het Filmjaarboek 2007/2008 verbaast Joost Broeren zich in zijn artikel ‘De oorlog lijkt al voorbij’ over Hollywoods snelle reactie op de Irakoorlog.Terwijl de eerste Vietnamfilms een paar jaar na de Vietnamoorlog verschenen, blikt Hollywood nu al terug op de Irakoorlog, die volgens president Bush is afgelopen, maar volgens de rest van de wereld niet. Hollywoods gretigheid staat in schril contrast met de stemming bij het bioscooppubliek, want alle Hollywoodfilms over Irak (in the valley of elah, redacted, lions for lambs) flopten in Amerika.
Waarom willen Amerikanen geen Irakfilms zien? Een vaak opgevoerde verklaring is dat ze zich belazerd en machteloos voelen. De Amerikanen zijn Irakmoe en verdringen de oorlog. Het klinkt plausibel, maar ligt de verklaring ook niet in de films zelf? Hollywoods Vietnamfilms overrompelden, omdat ze de oorlog en de gevolgen op een nieuwe manier in beeld brachten. De rauwe, vaak gruwelijk realistische beelden gingen vele stappen verder dan wat de kijker kende van speelfilms over de Tweede Wereldoorlog. apocalypse now, the deer hunter, coming home en platoon zorgden voor een ongekend heftige bioscoopervaring. De films zetten zo’n krachtige, nieuwe standaard voor oorlogsfilms, dat bijna dertig jaar later Irakfilms automatisch referenties aan deze films oproepen.

Doodsangst
Kimberly Peirces stop-loss illustreert perfect hoe Hollywood worstelt met zijn Vietnamverleden. Tijdens het kijken naar deze film spoken steeds Vietnamfilms door het hoofd — vooral coming home en the deer hunter. Het maakt van stop-loss een Madeleine-koekje.
De film voert de drie veteranen Tommy, Steve en Brandon op, die bij terugkeer in een Texaans stadje merken dat zij zijn veranderd, maar de achterblijvers niet. Het als helden toegejuichd worden en het moddervette informeren door rednecks in de kroeg of zij ‘Irakezen hebben gemold’: het valt niet te rijmen met hun oorlogservaringen. Wat die ervaringen behelzen is te zien in het sterke begin van de film als de drie soldaten met andere Amerikaanse soldaten in Tikrit in een hinderlaag worden gelokt. Ze komen vast te zitten in een wirwar van steegjes, waarop een hels vuurgevecht losbarst. Mitrailleurvuur, mortieren, granaten: er ontploft van alles, er vallen doden en gewonden en de kijker begrijpt iets meer van doodsangst. Na dit huiveringwekkend begin keren de drie jongens terug naar Texas en richt de film zich op de veteranenproblematiek. Tommy probeert zijn demonen te bezweren met sloten alcohol en Steve kan niet meer aarden en wil terug naar Irak. De film richt zich vooral op sergeant Brandon, die door de kleine lettertjes in zijn contract verplicht terug moet naar Irak. Hij wil niet en slaat met Steve’s vriendin op de vlucht. Het resultaat van dit alles is een onevenwichtige film met een volstrekt ongeloofwaardig einde, dat president Bush niet beter had kunnen verzinnen. Het doet er niet toe, want stop-loss heeft een groter probleem: Hollywoods Vietnamverleden hangt als een schaduw over de film. Het is tijd voor nieuwe filmvormen.

Jos van der Burg