STILL/A NOVEL

De cinema zal verdwijnen

  • Datum 06-02-2011
  • Auteur de Filmkrant
  • Gerelateerde Films STILL/A NOVEL
  • Regie
    Chris Dercon
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Chris Dercon, sinds 1 januari directeur van Museum Boymans van Beuningen en daarvoor directeur van kunstcentrum Witte de With in Rotterdam, is een ambitieus man. In zijn tweedelige documentaire Still/A Novel probeert hij in anderhalf uur tijd zowel de staat van de cinema nu, haar verhouding tot de beeldende kunst en haar toekomstige identiteit in het licht van de nieuwe media in kaart te brengen. Het resultaat is een stortvloed van beelden en meningen, maar de positie van de maker blijft schimmig.

Still/A Novel is een soort panoramische vertelling. Interviews versmelten met fragmenten uit films en kunstwerken, waardoor een caleidoscopisch raamwerk ontstaat van een lange reeks fragmenten, die voor de kijker de bouwstenen moeten zijn voor een eigen theorie. De documentaire zelf houdt zich verre van conclusies of dwarsverbanden, ze reikt alleen aan. Ze is daardoor een exercitie die op sommige momenten enige hersengymnastiek vergt. Causale verbanden hoeven niet noodzakelijkerwijs te bestaan tussen wat je ziet en wat je op hetzelfde moment hoort. Beelden zijn soms illustraties, soms een anekdote bij wat gezegd wordt, soms louter sfeer en soms zelfs dat niet eens.
Still/A Novel is door Dercon gemaakt in opdracht van het VPRO-programma ‘Laat op de avond, na een korte wandeling’. De museumdirecteur werd geacht om tegen de achtergrond van ‘honderd jaar cinema’ een zinvolle analyse te geven van de relatie tussen film en beeldende kunst. Dat het een wat mijmerende documentaire met zo’n breed perspectief is geworden, ligt aan de behoefte van Dercon om context te scheppen. Eerst wil hij de cinema zelf op de praatbank leggen, alvorens de beeldend kunstenaars aan het woord te laten die het medium als instrument of referentiepunt gebruiken. In het eerste deel voeren daarom de filmmakers de boventoon, pas in het tweede deel komt de beeldende kunst volwaardig aan bod.

Potpourri
Kiezen bleek de moeilijkste opgave voor Dercon. Vrijwel elk denkbaar perspectief probeert hij in zijn documentaire te verwerken. Hij peilt de mening van de filmmakers (Jean Luc Godard, Chantal Akerman), de filmdocent (Hartmut Bitomsky), de filmproducent (James Lingwood), de tentoonstellingsmaker (Kerry Brougher van het MOCA in Los Angeles), de theoreticus (Raymond Bellour), de architect (Rem Koolhaas) en de vormgever (Bruce Mau). Hij onderzoekt hoe de film op verschillende manieren in de beeldende kunst gestalte krijgt (door middel van onder meer het werk van Bruce Nauman, de schilder Luc Tuymans, de fotograaf Jeff Wall en performance-kunstenaar Matthew Barney). Hij schetst met een paar korte anekdotes de sfeer van Hollywood. En hij bediscussieert de eventuele invloed van de nieuwe media. Aan het einde is het een potpourri van indrukken, van flarden tekst en beeld. En daardoor wordt het zicht op het eigenlijke onderwerp ontnomen: de wisselwerking tussen beeldende kunst en film. Die moet je distilleren uit de interviews en de langs flitsende voorbeelden.
Schilder Luc Tuymans is heel expliciet: “Er is een intrinsieke link tussen film en schilderkunst, omdat ze zo verschillend zijn. Film is de idee van verschillende beelden, verschillende tijdseenheden en ook het feit dat we niet alles kunnen zien en er beelden zijn weggenomen in het geheugen. De illusie van beweging, de illusie van tijd ontstaat. Het schilderij doet het omgekeerde. Dat is een vast terrein, een afgebakend territorium op de muur.”
Jeff Wall benadert de cinema heel anders. Voor hem is het een enorme inspiratiebron. In zijn foto’s creëert hij scènes die bol staan van de suspense. Het zijn filmstills, maar tegelijkertijd doodgewone taferelen die uit de alledaagsheid zijn geïsoleerd, zoals ook een ‘gewone’ fotograaf dat doet. Walls definitie van cinematografie is “dingen zichtbaar maken die niet bestonden voordat ze op een artificiële manier bijeen zijn vergaard door de cinematograaf of de filmer.” Hij beschouwt zichzelf als kunstenaar hierbij nadrukkelijk ook als cinematograaf, want even daarvoor had hij al gezegd dat “speelfilms slechts één uitkomst zijn van de cinematografie.”

Knapzak
De hele documentaire door voel je de sturende hand van Dercon. Het soort gesprekken dat hij voert, de keuzes van de kunstenaars, de kunstwerken en de filmfragmenten, de vragen die hij stelt. Toch is het onmogelijk om Dercons plaatsbepaling te achterhalen. Hij ziet onmiskenbaar de vitaliteit van de film in de beeldende kunst, maar hoe hij er inhoudelijk tegenover staat blijkt nergens. Hij heeft zijn documentaire als een collage van losse waarden en meningen opgebouwd. Het is een soort montagevoorstelling, die je tussen de regels door moet lezen. Alleen aan het einde is hij ineens heel expliciet. “De cinema zal verdwijnen”, laat hij Hartmut Bitomsky zeggen, waarna hijzelf als een schim in beeld verschijnt bij een blauwverlicht filmdoek. Als hij tenslotte uit het beeld verdwijnt, vraag je je af of hij de museumdirecteur is die de cinema in zijn knapzak ontvoert naar de beeldende kunst of dat hij berust in het lot van een medium dat in zijn documentaire geregeld als een uitstervend genre wordt gezien.

Robbert Roos

Still/A Novel, de tentoonstelling
Tentoonstelling over de relatie tussen cinema, fotografie en beeldende kunst, met werk van Eadweard Muybridge, Jan Dibbets, Carl Andre en Marcel Broodthaers.
Witte de With, Witte de Withstraat 50, Rotterdam. Te zien t/m 10 maart.