STEVIE

Het navelstaren voorbij

  • Datum 06-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films STEVIE
  • Regie
    Steve James
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Stevie

Deze maand presenteert DocuZone twee prijswinnaars van het vorige documentairefestival IDFA. Stevie en The day I will never forget maken allebei aanspraak op het etiket ‘geëngageerde documentaire’, maar zijn totaal verschillend. De heldere kracht van het objectief rapporteren versus ethische dilemma’s.

Waar is de betrokkenheid, het commentaar, het engagement? Dat vroegen bezoekers en critici van IDFA 2001 zich meermalig hardop af. Een paar maanden voor het documentairefestival was het WTC met de grond gelijk gemaakt en de wereld ondergedompeld in massahysterie en oorloghitserij. Maar de documentairemakers zwegen en de festivalbezoekers moesten het doen met haastig belegde discussieforums.
In het daarop volgende jaar was het niet veel beter, zeker wat betreft de Nederlandse producties. Filmfonds-adviseur Raymond van den Boogaard omschreef in een groepsgesprek het gemiddelde documentaire-onderwerp als "de gevoelens bij het openen van oma’s ladenkastje". Er zouden te veel gezellige portretten van BN-ers als Ramses Shaffy en André Hazes worden gemaakt, te veel emotionele egodocumenten. En te weinig werk met brede maatschappelijke of politieke lading.
Internationaal geldt het verwijt van navelstaarderij blijkbaar minder. In het buitenland heeft men geen gebrek aan misstanden, is men niet verlamd door luxe en ultra-relativisme. In de IDFA-openingsfilm Bowling for Columbine verkondigde Michael Moore zijn anti-wapenboodschap luid en duidelijk. Maar is dit het soort engagement waaraan ook Nederlandse documentairemakers zich moeten wijden? Moeten ze activistisch de barricades op, de wereld opdelen in overzichtelijke kampen en er dan tegenaan trappen? Dat het ook anders kan blijkt uit de twee films die deze maand in het DocuZone-programma zitten: The day I will never forget en Stevie.

Besnijdenis
Kim Longinotto is altijd al een filmer met een boodschap geweest. Niet zoals Michael Moore voor wie de camera een wapen is waarmee je op haast populistische wijze de wereld naar je hand kan zetten. Maar zeker wel een documentairemaker die de kijker iets aan zijn verstand wil peuteren en hem daarvoor desnoods hardhandig met de neus op de feiten drukt. Longinotto heeft een vrij consequente onderwerpkeuze: vrouwenonderdrukking en de vreselijke uitwassen ervan. Zo belichtte ze in Divorce Iranian style de moeizame scheidingsprocedures voor Iraanse vrouwen, en toont Runaway een opvangcentrum voor wegloopmeisjes in Teheran.
In The day I will never forget gaat het om vrouwenbesnijdenis onder Somaliërs in Kenia. De camera rijdt langs de houten hutjes waar de geïnterviewden leven, stopt bij de deur van een kliniek waar verminkte meisjes aankloppen met vreselijke bloedingen, en gaat zelfs een slordig kamertje binnen waar vier vrouwen bovenop een gillend kind zitten terwijl een vijfde met een bot mesje de clitoris en schaamlippen wegsnijdt. Thuis op de bank en groepsgewijs op het marktplein vertellen volwassen vrouwen over hun geamputeeerde seksleven en de druk van de traditie om je eigen dochters de ellende aan te doen die je zelf hebt meegemaakt. Een jong meisje van nog geen elf jaar doet een emotionele oproep aan haar moeder om haar kleine zusje de pijn te besparen die zij wel moest ondergaan. En een jonge verpleegkundige probeert ouders te overtuigen van de schadelijke gevolgen van de ingreep.
Gezien het onderwerp en de cultuur waarbinnen Longinotto filmde, is The day I will never forget verbazingwekkend open en direct. De filmmaakster toont alles, tot de gruwelijke bloederigheid van het besnijden toe, en haar subjecten nemen ook geen blad voor de mond. De teneur is duidelijk anti-cliterodectomie maar dat standpunt wordt je nergens door de strot geduwd. Ook voorstanders krijgen de kans hun standpunt te verdedigen ("het is traditie", "man en vrouw zijn geboren met twee geslachtsdelen en zijn pas rein als er één afgesneden is").
Die naar objectiviteit strevende journalistieke aanpak met ruimte voor hoor en wederhoor, en sec laten zien wat nou wat is, wordt versterkt door de volledige afwezigheid van commentaar. Longinotto interpreteert niemands uitspraken en laat zich niet verleiden tot een persoonlijk oordeel. Longinotto’s engagement ligt in haar keuzes van beelden die het de kijker onmogelijk maakt om vrouwenbesnijdenis te bestempelen als ‘een ver-van-mijn-bedprobleem’ of automatisch te veroordelen als ‘exotisch barbarisme’.

Vergrootglas
Heel anders is Stevie, de winnaar van de Joris Ivens Award 2002. Wie dat wil, kan in Stevie een universeel verhaal zien over de vicieuze cirkel van kindermishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. Maar veel meer dan dat is de film van Steve James een persoonlijk portret van Stevie Fielding, een plattelandsjongen met een traumatisch verleden dat uitmondt in criminaliteit, kindermisbruik en uiteindelijk gevangenisstraf. En meer nog dan een portret is Stevie een onderzoek naar persoonlijke stellingname. Filmmaker James stuitte namelijk niet zomaar op zijn onderwerp. Als vrijwilliger trok hij met Stevie op tijdens zijn kindertijd. Zijn documentaire is de weerslag van zijn terugkeer vijftien jaar later.
Stevie blijkt een verstoord figuur zonder vaste baan, met een mislukt huwelijk achter de rug en een verstandelijk gehandicapt vriendinnetje. Als de beschuldigingen dat hij zijn achtjarige nichtje heeft betast eenmaal bekend worden, desintegreert zijn toch al niet zo stabiele familie volledig.
Vanaf het openingsshot omlijst James de gebeurtenissen met eigen commentaar. Maar naarmate de film vordert komt hij ook steeds meer in beeld. Niet om vragen te stellen of mededelingen te doen richting de kijker, maar om duidelijk te maken hoe hij worstelt met zijn onderwerp. Meer dan eens vraagt hij zich hardop af of het wel juist is deze film te maken, een twijfel die hij tot het einde blijft houden. Met pijnlijke eerlijkheid laat hij zien hoe hij zelf keer op keer de plank misslaat. Zo beschrijft hij op de voice-over hoe hij zich had voorgenomen niet kwaad te worden op Stevie’s moeder en het dan toch doet.
Heel makkelijk had James de familie Fielding kunnen neerzetten als achterlijke ‘white trash’, maar dat doet hij niet. Het is één en al integriteit, maar zonder slijmerigheid. Het klinkt allemaal misschien wat navelstaarderig, maar dat is het geenszins. Onder James’ introspectieve vergrootglas ligt meer dan alleen een hoogst persoonlijk gevoelsleven. Het gaat om een ethisch dilemma dat aan de wortels raakt van zijn filmmakerschap. Wat en hoe film je? Zitten er grenzen aan wat je kan filmen? Waar doe je het eigenlijk voor? Het zijn essentiële vragen die voor welke gepolariseerde stellingname dan ook uit gaan. Het persoonlijke wordt politiek, het kijken problematisch. De documentairemaker is geen afstandelijk rapporteur meer maar een actief betrokkene. De kijker is medeplichtig. En dat is het toppunt van engagement.

Edo Dijksterhuis