SMOKE

Wayne Wang: Het zoeken is nog niet afgelopen

  • Datum 18-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SMOKE
  • Regie
    Wayne Wang
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Oost en west ontmoeten elkaar in de persoon en het werk van Wayne Wang. De regisseur van Smoke werd geboren in Hong Kong, vernoemd naar John Wayne en woont al jaren in New York. Wang voelt zich evenveel Chinees als Amerikaan. Ook wat het filmmaken betreft heeft hij geen duidelijke positie: afwisselend werkt hij voor grote studio’s of met kleine budgetten. Wayne Wang hoort nergens bij.

Het gesprek begint met een misverstand. Wang vind het leuk om te horen dat Smoke en de geïmproviseerde toegift Blue in the face tegelijkertijd zullen worden uitgebracht in Nederland. Het blijkt een valse belofte: net als in Amerika gaat ook in Nederland de uitbreng van Smoke een paar maanden vooraf aan die van Blue in the face. Jammer, want je kunt de twee films het beste meteen na elkaar zien, beaamt Wang. "Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Toen ik nog schilderde, maakte ik soms hele minutieuze, precieze schilderijen. Als ik daar moe van werd pakte ik een ander doek en ‘deed’ ik abstract expressionisme, veel meer instinctief. Het zijn dezelfde gevoelens, maar op twee verschillende manieren geuit. Zo zit het ook bij deze twee films."

Sigarenwinkel
Praten met regisseurs op festivals moet meestal snel, opgepropt tussen talloze andere journalisten. Omdat Smoke echter al een paar maanden draait in Amerika en Wang daarom voor Amerikaanse journalisten geen nieuws meer is, heeft hij het tijdens het filmfestival van Toronto in september jongstleden relatief rustig. Prettig is ook dat het commerciële succes van zijn vorige film The joy luck club de eigenzinnige regisseur niet heeft veranderd in een gladde prater. Wang maakt een oprechte indruk en schroomt niet om open over zichzelf te spreken.
Smoke, winnaar van de Zilveren Beer in Berlijn dit jaar, is gebaseerd op een kerstverhaal van schrijver Paul Auster in de New York Times, dat hij op verzoek van Wang uitbouwde tot een scenario. Auster schreef een collage van verschillende verhaallijnen en personages, gegroepeerd rond een sigarenwinkel in Brooklyn, New York. Eigenaar Auggie Wren, gespeeld door Harvey Keitel, is het middelpunt van de buurt. Alle lijnen komen bij hem samen. Auggie weet dat je goed moet kijken om het bijzondere der dingen te zien: al veertien jaar maakt hij elke dag op hetzelfde uur vanaf dezelfde plek aan de overkant van de straat een foto van zijn winkel. De winkel blijft gelijk, maar elke foto is anders.
Meteen na het voltooien van de opnamen van Smoke besloten cast en crew om nóg een film te maken, omdat het zo jammer was de winkel al te sluiten. Aangevuld met vrienden als Lou Reed, Jim Jarmusch, Roseanne en Madonna improviseerden dezelfde acteurs op dezelfde lokatie een serie aanstekelijke sketches. Wang: "Ze mochten alles doen wat ze wilden, als ze maar binnen het frame van de camera bleven." Net als Smoke is Blue in the face een hommage aan het gemeenschapsleven in Brooklyn, alleen dan nog veel vrolijker. In Smoke komt de harde wereld van drugs en geweld zijdelings aan bod. Wat de meeste indruk maakt is de de levensechtheid van de personages en de humane toon van de film. In Brooklyn zorgt men nog voor elkaar.

Sprookje
Het leven in een afgebakend deel van de grote stad lijkt in Smoke even gemoedelijk en sociaal als in een klein dorp. Is dat niet een beetje te idealistisch voorgesteld?
"Het ís idealistisch. Ik beschouw Smoke niet als een realistische film. In de eerste plaats is het theater, het wordt ook gepresenteerd als een toneelstuk. De personages zijn weliswaar realistisch, maar het is heel gestileerd, een beetje meer dan echt. Alles is gemanipuleerd met een reden. Men noemt de verhalen van Pual Auster wel ‘urban fairytales’ en dat vind ik een mooie term. Ze zijn gebaseerd op de werkelijkheid, er is niets surrealistisch aan, maar het is ook een beetje ‘wishful thinking’, net zoals in sprookjes. Ik hoop heel erg dat winkels zoals die van Auggie Wren blijven bestaan in de grote stad."
Bang dat mensen vanwege de licht irreële toon van de film die boodschap niet serieus nemen, is Wang niet. "Een sprookje impliceert voor mij dat je wenst dat het werkelijkheid zou kunnen zijn. Mensen hebben het vermogen om er werkelijkheid van te maken. In ieder geval in hun verbeelding, en dat is het begin. Ik heb daar altijd in geloofd. Iemand zei me eens dat er in mijn films nooit iets slechts voorkomt. Ik weet natuurlijk wel dat er kwaad is in de wereld, maar ik hou het buiten mijn verhalen."
Voelt het wellicht als een morele verplichting om tegenover al die gewelddadige films over de verpauperde binnensteden een film te zetten die de andere kant van de grote stad laat zien?
"Ik weet niet of het moreel is, maar ik zie het wel als een verplichting. Ik woon in Manhattan, ik probeer in mijn dagelijks leven gewelddadige situaties te vermijden en dat lukt me aardig. Ik zie het als een verplichting om mensen te portretteren waar ik me mee verwant voel en waar ik wat van weet."

Chinees eten
Een rode draad in Smoke is het zoeken naar afkomst en het herstel van familiebanden. In bijna alle voorgaande films van Wang — Chan is missing, Dim sum, Eat a bowl of tea, The joy luck club — worstelen de Aziatisch-Amerikaanse personages met hun dubbele identiteit. Het is verleidelijk om die preoccupatie met afkomst als autobiografisch voor de maker te beschouwen. Niet alleen kwam Wang van Hong Kong naar Amerika, Hong Kong is van zichzelf al een verwarrende plaats om op te groeien. "Van jongs af aan was de verwarring compleet. Ik ging in Hong Kong naar een Ierse Jezuïtenschool, maar dat strenge katholicisme botste met het boeddhisme van thuis. Toen ik naar Amerika kwam had ik geen idee wat mijn identiteit was, ik voelde me soms behoorlijk geïsoleerd, zowel in de samenleving als binnen mijn familie. Die eenzaamheid van Paul Austers personages, die mensen die zichzelf proberen te vinden en alleen zijn op kerstavond, dat herkende ik wel."
Hoewel Wang vindt dat hij zich nu lang genoeg heeft bezig gehouden met Aziaten in Amerika en in Smoke dus ook geen Aziaten wilde opvoeren, is zijn persoonlijke zoektocht nog niet ten einde. "Ik heb vrede met mijn huidige situatie, maar het zoeken is nog niet afgelopen. Het is nog steeds aan het veranderen. Elke dag speelt die vraag weer: wie ik werkelijk ben, wat mijn wortels werkelijk zijn."
Na enig nadenken vertelt Wang hoe die vraag zich uit en hoe hij die vraag op dit moment voor zichzelf beantwoordt. "Ik heb bijvoorbeeld nog steeds veel problemen met mijn vader. Hoewel we in dezelfde stad wonen zie ik hem niet vaak. Hij heeft sterke ideeën over wat mijn gezin zou moeten zijn en wat zijn relatie tot mij zou moeten zijn. Het is voor mij heel moeilijk om daar mee om te gaan: mijn Chinese kant begrijpt het, mijn Amerikaanse kant verzet zich er tegen. We krijgen altijd ruzie. Mijn vader gelooft in het traditionele Chinese gezin, met een patriarchaal systeem. Je moet je ouders eren en dat soort dingen. Daar komt nogal wat bij kijken."
"Als het er op aankomt denk ik Amerikaans: ik ben volwassen, onafhankelijk, ik heb mijn eigen gezin. Maar zelfs met mijn vrouw is het verwarrend: soms praten we Chinees, soms Engels. Het zit zelfs in ons voedsel: soms puur Chinees, soms puur westers, soms een mix van die twee. Het is nooit eenduidig. Toch ben ik er wel gelukkig mee, want ik ben nu ontspannen over dit probleem. Ik maak me er geen zorgen meer over, want ik weet dat dit probleem er altijd zal blijven. Het zal nooit honderd procent duidelijk worden."

Bewondering
Smoke is een produktie van Miramax, het produktie- en distributiebedrijf van de berucht autoritaire broers Bob en Harvey Weinstein uit New York. Het succes van Miramax, inmiddels een dochter van Disney, heeft in een paar jaar tijd het aanzien van de Amerikaanse onafhankelijke film volledig veranderd. Gold het begrip ‘independent’ — of het liefkozende ‘indie’ — vijf jaar geleden nog als geuzennaam, tegenwoordig is het een loze aanduiding voor alles wat buiten Hollywood, maar op vergelijkbare wijze wordt geproduceerd. Wayne Wang neemt in dit veranderende veld een uizonderlijke tussenpositie in.
"Ik weet niet meer wat een onafhankelijke film is in Amerika. De studio’s weten dat ze moeten veranderen, de formules voor de grote commerciële films zijn uitgeput. Ze hebben allemaal een eigen label voor kunstzinnige films. Maar dat zijn geen onafhankelijke films, dat zijn gewoon low budget studiofilms. Helaas wordt deze nieuwe situatie veel te weinig uitgedaagd door jonge filmmakers. Ze willen graag deel uitmaken van de industrie en maken conventionele films om in die behoefte te voorzien. Ik heb enorme bewondering voor iemand als Jim Jarmusch, die zelf voor zijn financiering zorgt, volledige artistieke verantwoordelijkheid houdt en zijn films pas verkoopt als ze klaar zijn. Zulke filmmakers zijn er veel te weinig."
"Zelf ben ik ‘mixed up’. Soms werk ik binnen het studiosysteem, dan ga ik er weer uit. Smoke beschouw ik niet als onafhankelijk, dat is een mengeling. Blue in the face is wel een echte ‘independent’, vanwege de spirit en de manier waarop het tot stand is gekomen. Omdat The joy luck club zo succesvol was hoefde ik geen concessies te doen voor Smoke. Het was wel verwarrend om voor Miramax te werken. Enerzijds houden ze werkelijk van film. Anderzijds oefenden ze zware druk uit om Smoke korter en sneller te maken. Als Paul Auster en ik niet zo goed hadden geweten wat we wilden, hadden we tijdens de montage beide films om zeep kunnen helpen."
"Het is een lastig dilemma, maar ik denk dat het in ons geval goed heeft uitgepakt. Uiteindelijk hebben we een aantal scènes ingekort. Het tempo van Smoke dwingt mensen om goed te kijken, om hun kijkritme een beetje aan te passen. Dat was de bedoeling, om de tijd te nemen als het belangrijk is. Maar aan de andere kant wil ik mezelf ook dwingen om de kijker te vermaken. Het mag beslist niet saai worden. Ik haat het om mensen te vervelen."

Mark Duursma