SMOKE SIGNALS

Indiaan in de boze buitenwereld

  • Datum 14-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SMOKE SIGNALS
  • Regie
    Chris Eyre
    Te zien vanaf
    01-01-1998
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Thomas (Evan Adams) en Victor (Adam Beach) verlaten het reservaat

Indianen zijn wellicht de meest tragische slachtoffers uit de hele filmgeschiedenis: gedoemd tot het rondlopen in zeemleer en vaak gespeeld door geschminkte withuiden. Smoke signals rekent daarmee af. Deze Amerikaanse debuutfilm schetst een mild, humoristisch beeld van het leven in het reservaat.

Hoe portretteer je je eigen volk — inclusief de scherpe randjes — zonder het te willen afvallen? Het is een dilemma waar alle filmers uit niet-dominante culturen voor staan. Wanneer de scenarioschrijver tegen een naar stereotypering ruikend verschijnsel aanloopt, gaat hij er dan met een grote boog omheen? Met Once were warriors portretteerde de Nieuwzeelandse regisseur Lee Tamahori zijn mede-maori’s op keiharde manier. Geweld, gangs, incest en vooral veel alcoholisme: niets was hem teveel. Hij gaf zijn mensen en de kijkers zelfs geen sprankje hoop.
Scenarioschrijver Sherman Alexie en regisseur Chris Eyre gingen niet zo ver met Smoke signals. Alcoholisme en armoede komen ruimschoots aan bod in deze indiaanse film, maar ook humor, zelfspot en romantiek. Het scenario, gebaseerd op korte verhalen van Alexie, is jarenlang dankzij diverse Sundance-workshops en een korte proeffilm gezandstraald tot een mooie gladde steen. Dat alleen al is een prijzenswaardig feit, want te lang sleutelen aan een script haalt meestal de rek eruit. Smoke signals blinkt juist uit door perfecte timing en razendknappe dialogen. Kortom: alles zit in de mix en de mix is goed. Maar anders dan Once were warriors slaat de film je niet als een stalen vuist in de maag.

Lulletje rozenwater
Smoke signals biedt dan ook geen maatschappelijk statement, maar is een frisse roadmovie over twee jongens uit een ‘rez’ (populair jargon voor reservaat). Voor het eerst in de Amerikaanse filmgeschiedenis werd een film door een vrijwel geheel indiaanse cast en crew gemaakt. Dat is in buurland Canada wel anders, waar riante overheidssubsidies ervoor hebben gezorgd dat al jarenlang voor, door en over indanen wordt gefilmd. Er is zelfs een Canadese tv-serie — laatst nog op de Belgische televisie vertoond — die ‘The rez’ heet, waarin een groot deel van de cast van Smoke signals speelt.
Victor is een zelfbewuste jongeman die de pijn van zijn drinkende, meppende en uiteindelijk verdwenen vader al basketballend probeert te negeren. Zijn tegenhanger is Thomas Builds-the-Fire, een babbelziek lulletje rozenwater met grote brillenglazen, dito voortanden en een obsessie voor de film Dances with wolves. Wanneer Victors vader, die ooit Thomas’ leven heeft gered, honderden kilometers verderop overlijdt, gaat dit onwaarschijnlijke duo op pad.
Beide jongens zijn uitstekend gecast. Adam Beach (Victor) heeft dezelfde mengeling van charisma en nurksheid die ook bij Sean Penn goed werkt. Evan Adams (Thomas) geeft zijn cartoonachtige personage in de loop van de film steeds meer diepgang. Halverwege de trip komt hun synergie tot een uiterst amusant hoogtepunt. Eenmaal buiten het reservaat worden ze geconfronteerd met buitenstaanders en ze worden zich ineens bewust van hun ‘anderszijn’. Thomas draaft maar door over Dances with wolves als een klein kind dat zichzelf puur uit narcisme blijft herhalen. De serieuze Victor stelt zich op als een strenge ouder. "Get stoic! You gotta look like you just came back from hunting buffalo’s."

Zelfspot
Smoke signals mikt op een publiek dat tussen arthouse en mainstream in zit. In Amerika heeft deze succesvolle film precies dat intelligente, brede publiek gevonden. De feelgood-stemming maakt de film toegankelijk, maar er zitten tegelijkertijd erg on-Amerikaanse elementen in. Hoewel geschreven met dezelfde doeltreffendheid als de dialogen van David Mamet, zijn die van Sherman Alexie veel Europeser, langzamer. Ook de humor is zeer on-Amerikaans. Victor en Thomas kunnen namelijk om zichzelf lachen en spelen met syntax en logica, op een manier die doet denken aan typisch jiddische humor. Het gaat te ver om dit aan de indianen-psyche toe te schrijven, maar verfrissend is het in ieder geval.
Smoke signals is een zeer uitgebalanceerde film. Het gaat specifiek over het leven van hedendaagse indianen, maar het is geen antropologisch tractaat. Het is echter precies die uitgebalanceerdheid die voor de zeer kritische kijker een probleem oplevert. Want nergens voel je het persoonlijke vuur van de makers, behalve dan van de acteurs. Om een groot publiek te bereiken moesten de makers met deze productie waarschijnlijk op het randje van politieke correctheid balanceren. In dat opzicht is de film de tegenpool van Johnny Depps regiedebuut The brave, een hallucinerend-schrijnend portret van een indiaan die op een vuilnisbelt woont en zichzelf aan de makers van een snuff-movie verkoopt. Maar in deze tijden van pre-millennium flirts met sjamanen, Tibetanen en medicijnmannen moet het vreemd lopen, wil een integere, intelligente feelgood movie over het leven op de ‘rez’ niet ook in Nederland aanslaan. Helaas is Lee Tamahori inmiddels al jarenlang voor Hollywood gezwicht, dus we moeten wachten op de volgende ‘inheemse’ filmmaker die een met bloed, zweet en tranen bevlekt document maakt. Wie weet is het de beurt aan (scenario)schrijver Sherman Alexie, die aan zijn eigen regiedebuut werkt met de veelbelovende titel Indian killer, de verfilming van zijn eerder gepubliceerde roman.

Thessa Mooij