SLEEPERS

Steel nooit een hotdogkarretje

  • Datum 14-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SLEEPERS
  • Regie
    Barry Levinson
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Vier jonge levens op de rand van de afgrond

Ooit begonnen als de maker van persoonlijke films als Diner en Avalon, is Barry Levinson dankzij kassuccessen als Rain man en Good morning Vietnam uitgegroeid tot een gevestigde naam in Hollywood. Persoonlijk zijn Levinson’s films al lang niet meer, en met Sleepers lijkt de regisseur vooral zijn veelzijdigheid te willen demonstreren door zijn publiek te bedienen met drie films voor de prijs van één.

Sleepers begint als een sfeervolle schildering van het leven in de rauwe New Yorkse arbeidersbuurt Hell’s Kitchen in de jaren zestig. Tegen een achtergrond van misdaad, katholicisme en een strenge sociale controle volgt de film een groepje van vier onafscheidelijke vrienden rond hoofdpersoon Shakes (Joe Perrino). De omgeving waarin de jongens opgroeien is hard, maar overzichtelijk en ze leiden een tamelijk zorgeloos bestaan. Op een dag stelen de vrienden voor de lol een hotdog — én het bijbehorende karretje. De grap loopt volledig uit de hand, en als er door hun manoeuvres met het karretje een slachtoffer valt is niet alleen de onbezonnen jeugd voorbij, maar ook de licht melancholische toon die in het eerste stuk van de film overheerst.
De warme roodbruintinten worden ingeruild voor het grimmige grijsblauw dat past bij het genre van de gevangenisfilm. De jongens worden veroordeeld tot een verblijf van meer dan een jaar in een jeugdgevangenis waar ze het slachtoffer worden van vreselijke mishandelingen door de bewakers die worden geleid door de sadistische Sean Nokes (Kevin Bacon).
Vele jaren later komen twee van de vrienden — mannen inmiddels — bij toeval in de gelegenheid om af te rekenen met hun voormalige kwelgeest. Er volgt een rechtszaak, die door de vrienden wordt aangegrepen om eindelijk het onrecht dat hen tijdens hun gevangenschap is aangedaan aan de kaak te stellen. Dit derde deel van Sleepers is gefilmd in een neutrale, zakelijke stijl die aansluit bij de rechtbankscènes en sterk contrasteert met de steeds terugkerende flashbacks uit de eerste twee delen.

Moddervette muziek
Naarmate de film vordert, wordt het verhaal er niet geloofwaardiger op en met name in de rechtbank volgen de onwaarschijnlijke gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. Dit is opmerkelijk, omdat Levinson zijn script baseerde op een (semi-)autobiografisch boek van journalist/schrijver Lorenzo Carcaterra (Shakes). In de Verenigde Staten heeft dit boek tot enige controverse geleid, en er is zelfs een heuse discussie ontstaan over misstanden die ook nu nog schijnen te bestaan in Amerikaanse jeugdgevangenissen.
Levinson laat in ieder geval geen twijfel bestaan over de positie die hij in deze discussie inneemt. Hij meet de traumatiserende gebeurtenissen in de strafinrichting zeer breed uit en hij schuwt geen middel om duidelijk te maken dat de hoofdpersonen zo ernstig hebben geleden, dat het hun wraak rechtvaardigt. Camera’s rijden af en aan door de lange gangen van de gevangenis, we zien en horen het gegil van de jongens en Nokes wordt geportretteerd als een kampbeul van het ergste soort.
Alsof het allemaal nog niet erg genoeg is, zijn praktisch alle scènes ondergedompeld in de moddervette muziek van John Williams, de gevierde filmcomponist die zich eerder dit jaar schuldig maakte aan de openingsmuziek voor de Olympische Spelen in Atlanta. Het lijkt erop dat men zich in Hollywood in toenemende mate zorgen maakt over het vermogen van de toeschouwer om zelf iets te voelen bij wat hij ziet. Filmmuziek lijkt te zijn uitverkoren als het ultieme middel om de gevoelens van het publiek te manipuleren, en het is lang niet meer alleen bij spektakelfilms en Disney dat de symfonieorkesten in dubbele bezetting uit de speakers knallen. Voor het verhaal van Carcaterra is Williams’ bombastische muziek dodelijk, en de film zou beter zijn gediend met een wat zakelijker aanpak.

Straathoekwerker
De voornaamste reden om Sleepers te gaan zien is de sterke cast. Dustin Hoffman en Robert De Niro lieten zich strikken voor twee bijrollen, waarbij De Niro mag bewijzen dat hij goed uit de voeten kan als een priester die bijklust als straathoekwerker, terwijl Dustin Hoffman zich door de film schmiert als een aan lager wal geraakte strafpleiter. Het voegt niets toe aan beider oeuvres, maar het is als altijd een plezier om naar te kijken. De acteurs die de jonge versies van de vier vrienden vertolken tonen aan dat er in Amerika nog heel wat jong talent rondloopt. Brad Renfro maakte eerder al indruk in de — verder teleurstellende — Grishamverfilming The client en ook de debuterende Joe Perrino speelt een overtuigende rol.
Carcaterra’s verhaal en de uitstekende spelers hadden een aangrijpende film kunnen opleveren, maar de regisseur lijkt niet voldoende te hebben vertrouwd op de kracht van zijn basismateriaal. In plaats daarvan koos hij ervoor Sleepers dicht te timmeren met een strenge stilistische driedeling, een overvloed aan manipulatieve shots en de alomtegenwoordige klanken van William’s orkest. Hierdoor, en door Levinson’s neiging om nogal ruim de tijd te nemen voor het vertellen van zijn verhaal, werd Sleepers bovenal een vermoeiende en pompeuze film.

Fritz de Jong