Shokuzai (Penance)

Het spook van binnen

  • Datum 04-07-2013
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Shokuzai (Penance)
  • Regie
    Kiyoshi Kurosawa
    Te zien vanaf
    01-01-2012
    Land
    Japan
  • Deel dit artikel

Met het tweeluik Shokuzai toont Kiyoshi Kurosawa zich opnieuw een meester in het verkennen van de schemerwereld tussen het alledaagse en het gruwelijke. De spoken uit zijn eerdere films Pulse en Séance zijn hier vervangen door de fantomen van het verleden en sluimerende trauma’s.

Door Tom Mes

"Wat mij interesseert," zei regisseur Kiyoshi Kurosawa ooit in een interview, "is hoe een individu de gevangene kan worden van de waarden die hij of zij zelf heeft omarmd." Zijn oorspronkelijk voor televisie gedraaide Shokuzai (Penance) lijkt op het eerste gezicht een tot epische lengte uitgesponnen wraakverhaal te worden: een kinderlokker doodt het jonge meisje Emili, waarna haar moeder een levenslange boetedoening in het vooruitzicht stelt voor de vier vriendinnetjes die de moordenaar zagen, maar zich van angst en schok diens gezicht niet meer kunnen herinneren.
Vijftien jaar later is het niet zozeer de door de moeder uitgesproken ‘vloek’, maar de zelfverkozen levenswandel die het nu volgroeide kwartet getuigen in het verderf stort. In vier aktes krijgen we om beurten te zien hoe het sluimerende trauma slechts een van vele invloeden is op hun teloorgang: een huwelijksaanzoek van een rijke erfgenaam maakt Sae letterlijk de gijzelaar van haar eigen kinderlijkheid; strenge lerares Maki wordt zelf het slachtoffer van al te strikt opgelegde schoolhiërarchie; de teruggetrokken en nog immer bij haar ouders wonende Akiko verliest zich in haar eigen waanbeelden en de streber Yuka heeft ambities waar ze zelfs haar naaste familie voor opoffert.
Kurosawa vertelt deze verhalen, gebaseerd op de gelijknamige roman van Kanae Minato, als zedenschetsen, met archetypische personages en een af en toe bijna sprookjesachtige sfeer. Dit is des te opmerkelijker (en bewonderenswaardiger) omdat hij de intrige binnen een strikt realistisch kader laat spelen. De gezinsverbanden zijn hedendaags disfunctioneel, meer nog dan in het destijds in Cannes bekroonde huiselijk drama Tokyo sonata (2008); de acteurs die in die film het uiteenscheurende echtpaar vertolkten, Teruyuki Kagawa en Kyoko Koizumi, spelen hier heel veelzeggend de moordenaar en de moeder van Emili.
De regisseur toont zich opnieuw een meester in het verkennen van de schemerwereld tussen het alledaagse en het gruwelijke en ziet dat laatste steeds nadrukkelijker als inherent aan het eerste; de spoken uit eerdere films als Pulse en Séance zijn hier vervangen door de fantomen van het verleden — en deze achtervolgen hun slachtoffers des te hardnekkiger omdat ze van binnen zitten in plaats van wachten in een donkere hoek van de kamer.
Daarbij strooit Kurosawa naar goede gewoonte met filmische referenties. Vooral de episode rond Akiko, die haar broer begint te verdenken van kindermisbruik, doet meer dan eens denken aan Hitchcocks Suspicion, inclusief een subtiele maar onmiskenbare verwijzing naar de beroemde laatste scène waarin Cary Grant met een glas al dan niet vergiftigde melk de trap naar de slaapkamer van echtgenote Joan Fontaine beklimt.

Niet brandschoon
De viereneenhalf uur die Shokuzai duurt was oorspronkelijk onderverdeeld in vijf afleveringen, met de laatste gewijd aan het ook bepaald niet brandschone verleden van de moeder van het slachtoffer. Voor de Nederlandse (en daarvoor al de Franse) bioscooprelease is het geheel opnieuw gemonteerd tot twee delen van elk ruim twee uur. Het is een interessant experiment om de Lord of the Rings-distributiemethode toe te passen buiten het multiplexcircuit en bovendien op een film van een regisseur die niet bepaald tot de vaste arthouse-waarden behoort. Met uitzondering van Hirokazu Koreeda is de reikwijdte van Japanse filmmakers in de lage landen de laatste jaren meer en meer beperkt tot de goedbedoelde maar niettemin getto-achtige kring van Aziatische filmfestivals. Een succesvolle uitbreng van Penance kan bijdragen aan het doorbreken van deze spiraal en Kurosawa en een aantal andere grote filmmakers het bredere cinefiele publiek geven dat ze verdienen.
Hoe de uitbreng ook moge verlopen, artistiek gezien komt de keuze voor een tweeluikvorm de impact van Kurosawa’s methodes alleen maar ten goede. Een van diens grote gaven is het suggereren van een wereld buiten het zichtbare kader en die wereld lijkt hier schier oneindig, zodat elk shot beladen is met een enorme dreiging. Je kunt die dreiging ‘noodlot’ noemen, maar het noodlot kun je niet filmen. De kracht van Kurosawa is dat hij dergelijke abstracte concepten zo ontzettend voelbaar — je zou het bijna tastbaar noemen — weet te maken. Het is deze puur filmische kwaliteit die hem verheft boven beperkte categorieën als genrefilm of Aziatische/Japanse cinema en hem met recht op het wereldpodium plaatst. Daarom is het goed om te weten dat Kurosawa de (voor zijn doen) lange periode van inertie na Tokyo Sonata definitief heeft doorbroken: zijn nieuwste speelfilm Real gaat in augustus in Locarno internationaal in première en tussendoor draaide hij ook de met Chinees geld gefinancierde korte martial arts film Beautiful New Bay Area Project.