Shock Head Soul

De man die dacht dat hij normaal was

  • Datum 29-03-2012
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Shock Head Soul
  • Regie
    Simon Pummell
    Te zien vanaf
    01-01-2011
    Land
    Nederland/Groot-Brittannië
  • Deel dit artikel

Gek of niet? Shock Head Soul gebruikt het tragische leven van de in 1911 overleden Duitse jurist Daniel Paul Schreber om na te denken over waanzin.

Hoe gek zijn we eigenlijk, vroeg Dana Linssen zich vorige maand in de Filmkrant af naar aanleiding van David Cronenbergs A dangerous method. Een goeie vraag waarmee ook Daniel Paul Schreber worstelde. De zoon van de negentiende-eeuwse invloedrijke Duitse pedagoog Moritz Schreber — daarover zo meer — maakte een indrukwekkende juridische carrière. Het ging mis toen hij op een ochtend in 1893 wakker werd met de gedachte dat hij seks wilde ervaren als een vrouw. In de eenentwintigste eeuw niet meteen de meest verontrustende gedachte die een man kan hebben, maar bij Schreber bleek het de opmaat voor psychotische paranoïa. Hij begon te denken dat god bezig was hem in een vrouw te veranderen. Ook zou god hem willen gebruiken als geheime boodschapper om zijn werk te openbaren. Schreber werd gedwongen opgenomen in een inrichting. Akelig, maar niet bijzonder, want er zijn veel mensen die geheime boodschappen van god doorgeseind krijgen. Schreber zou zijn vergeten als hij zijn gedwongen opname niet had aangevochten. Waarom moest hij achter slot grendel terwijl hij zich geen gevaar voor zichzelf en anderen vond? De rechtbank dacht er anders over. Maar er is een nog belangrijker reden dat Schreber niet is vergeten: hij was de eerste psychiatrisch patiënt die een boek over zijn psychische ziekte schreef. Het heette Denkwürdigkeiten einese Nervenkranken en werd gepubliceerd in 1903. Inderdaad: de tijd dat Freud en Jung druk bezig waren met het uit elkaar rafelen van de complexe kluwen die mens heet.

IJskoud water
Freud zou Freud niet zijn als hij in Schrebers ziekteverslag niet de bevestiging van één van zijn vele theorieën zou hebben gezien. Je moest wel blind zijn om niet te concluderen dat aan Schrebers paranoia, zoals aan alle mannelijke paranoia, een homoseksueel conflict ten grondslag lag. Schreber was volgens Freud niet gek, maar worstelde met de traumatische herinnering aan zijn autoritaire vader, die hem in zijn kindertijd vastbond aan een stoel en overgoot met ijskoud water. Die opvoedkundige maatregel beval de pedagoog in publicaties alle ouders aan, omdat die de afvoer van "overtollige energie" bevorderde. Freud schreef aan Jung dat Schreber niet als patiënt in een inrichting thuishoorde, maar er de directeur van had moeten zijn. We kunnen lacherig doen over Freuds naïviteit en simplisme, maar wie met een historische blik kijkt, begrijpt dat zijn opvatting een stap voorwaarts was in het denken over waanzin. Dat ouders hun kinderen psychisch de vernieling in kunnen jagen, is nu een ingesleten cliché, maar was toen een revolutionair inzicht. Het maakt Shock Head Soul, dat een combinatie is van docudrama en documentaire — de fictie is doorsneden met fragmenten uit interviews met wetenschappers — tot een fascinerende film. De kijker wordt geprikkeld om over Schreber en zijn waanzin na te denken (imposante rol van Hugo Koolschijn, kom maar op met dat Gouden Kalf) én krijgt het opwindende gevoel bij de geboorte van een nieuw denken te staan.

Jos van der Burg