Shaun the Sheep Movie

Aardman, animatie­koningen

Shaun the Sheep Movie

De Aardman-studio is nog steeds kampioen stop-motion animatie, bewijzen ze met Shaun the Sheep Movie.

Wallace & Gromit heeft serieuze concurrentie gekregen. Shaun het Schaap heet de nieuwe held uit de beroemde Aardman-animatiestudio in Bristol. Hoewel, nieuw — het pientere schaapje dook in 1996 al op in het korte Oscar-winnende Wallace & Gromit-­avontuur A Close Shave.

In 2007 kreeg Shaun een eigen televisieserie. Korte afleveringen waarin Shaun en de andere schapen op een oer-Britse boerderij de wat sullige boer en diens gezagsgetrouwe hond Bitzer telkens te slim af zijn. Zonder tekst — ook heel jonge kinderen genieten hiervan. De eerste lange bioscoopfilm waarin dit onvolprezen drietal nu te zien is, ademt een iets volwassener toon, maar is nog steeds opvallend leeftijdloos.

Wie na al dit voorspel bang is voor vermoeidheidsverschijnselen kan gerust zijn. Al vanaf de opening — die te leuk is om te verklappen — doet die onvolprezen, droogkomische Aardman-humor zijn werk. De makers verwijzen zelfs slim naar het mogelijke herhalingseffect. De schapen zijn doodmoe van de sleur en besluiten hun leven een frisse wending te geven. Dat ze daardoor samen met de boer en Bitzer in de grote stad in de meest bizarre situaties verzeild raken en uit handen van een fanatieke dierenvanger moeten zien te blijven, hadden ze niet voorzien.

Het verhaal, dat misschien wat steviger aangezet had kunnen worden, is voornamelijk een kapstok voor alle grappen en vondsten die in een achteloze vaart worden opgediend. Soms dreigt het zelfs wat veel van het goede te worden, maar een kniesoor die daarover moppert. Klassieke slapstick, kostelijke ironie, terloopse running gags en een overvloed aan knipogen en onverwachte details maken het tot een feest van vooral visuele humor.

De kracht zit ook in de sprekende karakters van de uit klei (en wol) geboetseerde stop-­motion figuren. Een onuitputtelijke bron van vermaak is de manier waarop dieren- en mensengedrag door elkaar lopen. Vooral de hond Bitzer worstelt met innerlijke conflicten. Zelfs tijdens een achtervolging stopt hij voor rood licht, maar op andere momenten is hij weer slaaf van zijn hondse inborst. Geweldig ook is de scène in een duur Frans restaurant waar de schapen zich met veel kunst- en vliegwerk als mensen hebben vermomd en proberen de andere gasten te imiteren.

En passant wordt er naar van alles en nog wat verwezen, van reclameposters tot modetrends en filmklassiekers (The Silence of the Lambs, 1991). Maar in de eerste plaats is het buitengewoon Brits en aangenaam onbevangen, met naast alle spektakel zelfs ruimte voor een aandoenlijk moment hier en daar.

Het verschil tussen de originele versie (die waarschijnlijk in een paar zalen te zien zal zijn) en de Nederlandse is door het ontbreken van dialoog klein. Wel zijn de in beeld verschijnende opschriften vertaald en als uitsmijter is er het nummer ‘Nooit meer alleen’ van Gers Pardoel.