SANGRE

Keukentafelneukende robots

  • Datum 12-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SANGRE
  • Regie
    Amat Escalante
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Mexico/Frankrijk
  • Deel dit artikel

In Mexico zijn geen middenwegen. Ingesleten routines leven naast onverwachte wonderen.

Deze maand in ‘Iemand moet het doen’ aandacht voor de Mexicaanse toegangstikker, werkzaam in statige gebouwen waar officiële dingen gebeuren. Hij telt de bezoekers met een mechanische, glanzend chromen tikker. De toegangstikker is een onooglijk mannetje: middelbare leeftijd, scheel, halfkaal, buikje, pokdalig, snorretje en slap van lijf.
Precies het signalement van Diego, de toegangstikker die nauwlettend wordt gevolgd in Amat Escalante’s rigide regiedebuut sangre. Diego woont in een blokkendoos en onderhoudt een routinerelatie met Blanca, een hamburgerverkoopster die na werktijd vergeet haar hoedje af te zetten. Dat Diego tikkenteller is en hokt met een hamburgerverkoopster, zegt niets over zijn geluk. Trekt u vooralsnog ook geen conclusies uit het feit dat hij beweegt en praat als een robot. Dat doet immers iedereen in deze film. Vrijwel alles in sangre staat stijf van het repeteren. Vooral met deze strenge acteursregie toont Escalante zich een geestverwant van landgenoot Carlos Reygadas, die hij assisteerde bij batalla en el cielo (2005). Misschien is zelfs aan het meest spontane gebaar van sangre — Diego die troostend in de schouder knijpt van een flauwgevallen collega — urenlang drilwerk voorafgegaan.

Vuilnisemmer
Een kaalgeslagen, repetitieve en daardoor zo fascinerende film als sangre komt altijd uit bij dezelfde (delen van dezelfde) ruimtes. In Diego’s huis fixeert Escalante zich vooral op de keuken en de bank in de woonkamer. Alles gevangen in strak-statische kaders, meestal bleekbruingrijs van kleur, hoogstens opgepept door een half glas sap of een pastelgroene vuilnisemmer. In dit woestijndecor stranden Diego en Blanca elke avond soapverslaafd op genoemde bank. De eerste keer dat je ze zo ziet liggen, hebben ze het ogenschijnlijk knus samen. Zij weggekropen in zijn armen, hoofd op zijn borst, cola en chips binnen handbereik, af en toe een teder uitgewisselde glimlach. Maar de tweede keer is er geen chips en cola. Zij ligt een stuk lager, ongemakkelijker. Zonder zijn armen om haar heen. ‘Zullen we seksen terwijl we TV kijken?’ vraagt ze. Zodoende wordt het toch lastig huize Diego als een oord van geluk en romantiek te zien. En dan gaan al die mechanische handelingen pas echt goed benauwen.
In de jaren zestig maakte Michelangelo Antonioni de vervreemding van de bourgeoisie zichtbaar door zijn personages existentialistische monologen in de mond te leggen, en hen als stipjes te laten dwalen tussen industrie en nieuwbouw. Voor zoiets zijn Escalante’s allemannen te passief en verbaal beperkt. Geen totaalshots maar claustrofobische close ups van hoofden, handen of benen verbeelden hun (innerlijke) verscheurdheid; huiselijke taferelen tonen hoe slecht ze communiceren, hoezeer ze in onvrede verkeren met elkaar én zichzelf. Lamgeslagen kijken ze TV en wankel neuken ze op de keukentafel.
Dan is er alleen nog hoop wanneer iets de mechanismen knarsend tot stilstand brengt. Zoals de door Blanca bepaald niet gewenste terugkeer van Karina, Diego’s dochter uit een vorig huwelijk. Via een macabere, wederom mechanisch verlopende omweg, zet deze gebeurtenis Diego aan tot bijbelse wonderen. Rest aan het mysterieuze slot van de film alleen nog de vraag of je een robot moet zijn om over water te kunnen wandelen.

Kevin Toma