SALUT COUSIN!

Algerije in mijn gedachten

  • Datum 12-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SALUT COUSIN!
  • Regie
    Merzak Allouache
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Frankrijk/Algerije/België/Luxemburg
  • Deel dit artikel

Hoewel de Algerijnse regisseur Merzak Allouache al zo’n twintig jaar films maakt, brak hij een paar jaar geleden pas echt door met Bab el-oued city. Zijn nieuwe film Salut cousin! is in verschillende opzichten een tegenhanger van die film. De toonzetting is bijvoorbeeld een stuk luchtiger en het verhaal speelt zich volledig af in Parijs en niet in Algerije. Toch is het gekwelde vaderland van de regisseur op nadrukkelijke wijze op de achtergrond aanwezig.

Met Bab el-oued city uitte Allouache op niet mis te verstane wijze kritiek op het optreden van de religieuze fundamentelisten in zijn land. Uit de recente moord- en bomaanslagen is duidelijk dat de rol van deze groeperingen nog steeds niet is uitgespeeld. Om het zekere voor het onzekere te nemen verliet Allouache zelf zo’n twee jaar geleden Algerije en koos hij voor een vrijwillige ballingschap in Parijs. Daar besloot hij van de nood een deugd te maken. In Salut cousin! schetst hij namelijk op luchtige wijze het leven van verschillende Algerijnen die voor langere of kortere tijd en om verschillende redenen hun heil zoeken in Frankrijk. En ook al slagen sommigen erin om een nieuw bestaan op te bouwen, toch kunnen ze hun vaderland niet uit hun dromen en gedachten verdrijven. Deze dualiteit van afkeer en verlangen is tevens het verbindende element van bijna alle Algerijnse personages in Salut cousin!.

Hippe kleding
Een van de twee hoofdpersonen in Salut cousin! is de jeugdige Alilo die voor het eerst van Algiers naar Parijs reist, met de simpele opdracht om een koffer met modieuze dameskleding op te halen en mee naar Algerije te smokkelen. Bij aankomst blijkt dat hij het adres kwijtgeraakt is, met als gevolg dat hij een paar dagen extra moet blijven. Hij logeert bij zijn neef Mokrane, die al veel langer in Frankrijk woont en zich volledig heeft aangepast aan de Westerse levenswijze. Hij wordt daarom ook liever met Mok aangesproken.
Alhoewel Mok en Alilo in verschillende omgevingen zijn opgegroeid en uiterlijk ook totaal verschillend zijn — Mok draagt bijvoorbeeld allerlei hippe en felgekleurde kleding — is er toch een duidelijk gemeenschappelijk element. Beide zijn ontevreden met hun huidige leven en op zoek naar een beter bestaan. Mok is er wat dat betreft het slechtst aan toe. Hij heeft geen contact meer met zijn ouders, hij zit diep in de schulden en hij heeft tot overmaat van ramp de vreemdelingenpolitie achter zich aan zitten. Het zijn ook vooral de problemen en escapades van Mok die het verloop van de film bepalen.
Alilo daarentegen dwaalt als een afstandelijk waarnemer vrij onbekommerd door Parijs, waarbij hij en passant zijn oom en tante bezoekt, een peep-show bijwoont en verliefd wordt op een Afrikaanse schone. Toch komt ook zijn onvrede op sommige momenten naar boven, met name wanneer hij zich beklaagt over de uitzichtloze situatie in zijn land en weigert te praten over zijn eigen familie in Algerije.

Onderhoudend niemendalletje
Salut cousin! bevat onmiskenbaar een aantal vermakelijke scènes en Allouache heeft een soepele en vlotte manier van vertellen waardoor je alles onbekommerd over je heen laat komen. Het probleem is echter dat hij teveel in stereoptypes blijft hangen waardoor het geheel helaas niet meer uitstraling krijgt dan een onderhoudend niemendalletje. Moks hechte relaties met een aantal onderwereldfiguren zijn bijvoorbeeld volstrekt ongeloofwaardig, laat staan zijn geheime affaire met de blonde vriendin van een organisator van illegale bokswedstrijden. Ook zijn optreden als stand-in bruidegom bij een schijnhuwelijk komt te zeer uit de lucht vallen, waardoor het verhaal van de hak op de tak springt.
Een van de weinige overtuigende momenten in de film is wanneer Alilo uiteindelijk het naaiatelier bezoekt, om zijn vermaledijde koffer op te halen. Met op de achtergrond de weemoedige klanken van Algerijnse muziek, vertelt de eigenaar hoe hij soms een denkbeeldige wandeling maakt door de straten van Algiers, waar hij in geen dertig jaar geweest is. De beladen monoloog van de man herinnert aan de integere beelden, die Bab el-oued city artistiek overtuigend maakten.
Aan het einde van de film heeft Allouache wel nog twee verassende wendingen in petto, waarmee hij op de valreep het oppervlakkige verhaalverloop op een geforceerde manier lijkt te willen redden. Wellicht dat hij in zijn volgende film de interraciale liefdesrelatie als centraal thema verder kan uitwerken, want de idyllische romance tussen de onervaren Alilo en zijn Afrikaanse vriendin biedt voldoende stof voor een interessanter en vooral meeslepender vervolg.

François Stienen